Vijf keer dit seizoen heb ik de camionette met aanhangwagen van Los Angeles naar Chicago gereden aan het begin van weer een nieuwe Route 66 in de andere richting.
Aangezien ik het elke keer op twee en een halve dag deed, heb ik dus 16.800 kilometer gereden op twaalf en een halve dag of nog anders gezegd heb ik elke dag van die twaalf dagen 1.344 kilometer gereden.
Geen wonder dat ik een beetje moe ben.
Op mijn laatste trip stond ik eens te meer vast voor een uur tussen Mesquite, Nevada en St. George, Utah in een file voor constructiewerken waar nooit iets gebeurde of verbeterde.
Schuin voor me, in de rechterfile was iemand heel erg ongeduldig. Hij zat vast achter een truck en zwiepte de hele tijd half op de pechstrook om te zien wat het probleem was.
Ik kwam op gelijke hoogte en zag een zwaargebouwd mannetje zitten huffen en puffen. Hij had nog heel wat belangrijke zaken af te handelen vandaag.
Zijn nummerplaat was niet voor niets "OH MY".
Duidelijk Ierse voorouders ook...
Na een kwartier kon hij het niet meer aan en schoot ie de pechstrook op. Volle gas vooruit.
Ik zat stiekem te hopen op de politie een beetje verder maar de uitkomst was nog veel hilarischer.
Onze vriend was de snelweg afgegaan en had een vier maal vier gevolgd die parallel met ons door het diepe, mulle zand baggerde.
Zijn amateur-jeepje was er niet op gebouwd.
Tot aan zijn assen was ie weg gezakt en het zou me niet verwonderen dat hij er nog zit.
Toen ik hem traag voorbij kroop op het effen asfalt, heb ik blij getoeterd. Hij keek op van zijn handenarbeid - een hartaanval naarbij - en ik heb enthousiast gezwaaid.
Niks spijt van...