Er wordt verteld dat - in beide culturen - er een vastgesteld moment is waarop het tijd is om je aardse bestaan om te ruilen voor een koppel vleugels op je rug en een lang wit kleedske.
In het beste geval komt daar ook nog rijstepap en gouden lepeltjes bij als bonus.
Gevolg van deze denkwijze is dat je je ten alle tijde als een totale idioot in het verkeer mag storten want - als vandaag je dag is om te sterven - dan gebeurt dat hoe dan ook.
Hoe traag en voorzichtig je ook bent, Magere Hein zal je pad kruisen.
Is vandaag dan weer niet in de Goddelijke Almanak ingeschreven dan kan je lekker wat stunts in datzelfde verkeer uithalen; er overkomt je toch niks.
Een heel mooi Kiswahili spreekwoord maakt het helemaal duidelijk.
"Siku ya kufa ya nyani, miti yote huteleza".
"Op de dag dat de baviaan sterft, zijn alle bomen glibberig..".
Gelijk waar onze aap beslist in te kruipen, eruit totteren zal ie. En dan ook nog zijn nek breken.
Vanuit die zienswijze beslisten drie mannen met veel zelfvertrouwen een beetje op het dak van de pagoda in aanbouw te gaan zitten.
Het enorme complex wordt vlak naast onze appartementsblok gebouwd en we zaten dus op de eerste rij.
Geen veiligheidsgordels, geen verankeringsmateriaal.
Allemaal niet nodig!