Onze tijd in Da Lat zat erop en we verlieten de Central Highlands voor de iets lager gelegen Zuid-Chinese Zee (die dus waarschijnlijk op zeeniveau ligt).
Een prachtige weg met heerlijke haarspeldbochten, een colletje van 2,000 meter hoogte over; het was heerlijk naar beneden te razen ook al was het op twee simpele scootertjes.
We waanden ons Vettel en Raikkonen en toen we beneden bekwamen van de adrenaline shot, bedacht ik dat we toch wel een risico genomen hadden met die kleine bandjes.
Ik verbrandde mijn vingers zowel aan de rubberen band als aan de metalen velg en de remschijf en besefte dan pas goed dat we net zo goed een klapband konden gehad hebben tijdens onze spectaculaire afdaling.
We besloten verder te rijden en vijf minuten later knalde mijn ventiel van de velg door de hitte.
Al goed dat dat op een vlak stuk gebeurde.
We gingen in de gietende regen op zoek naar een garage, dronken een cola bij de buren tijdens de reparatie en zetten onze tocht verder richting Nha Trang, het Blankenberge van de Vietnamese kustlijn.
Harald leidde het kleinste konvooi in 1 vlotte beweging tot aan het hotel - een fotografisch geheugen heeft wel wat - en we kregen een upgrade terwijl we al een belachelijk lage prijs betaalden voor dit viersterren hotel.
Aan het zwembad op het dakterras maakten we kennis met een Vlaams koppel dat naar Korea verhuisd was en verder bleek dat een 33cl pils zomaar eventjes 70 eurocent kostte. Hier zouden we wel een week of drie kunnen kamperen...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten