Toen ik voor het eerst sinds lang nog eens binnensprong bij de firma waar ik tot augustus gewerkt had, was het weerzien met mijn ex-collega's allerhartelijkst.
Iedereen kwam me groeten, informeerde naar mijn leven, vroeg of ik al een nieuwe job in het vooruitzicht had en toen stonden we nog even stil bij de regens in mijn kleine dorpje en de invloed daarvan op de mais van mijn buren...
Tot zover de praatjes met mijn vrienden die het dagelijks onderhoud deden, het wagenpark onderhielden en de trucks laadden.
Helemaal anders verliep het zaakje bij de meisjes van de sales en marketing afdeling.
De dames verdienen nu eenmaal een pak meer en onmiddellijk werden er plannen gesmeed om bij te praten bij een glas.
En nog liever een paar glazen; zo goed kende ik ze ondertussen ook weer wel...
Op donderdagavond spraken we af en op een bepaald moment kwam het gesprek op de verschillende stammen in Tanzania.
Ik heb het al altijd heel interessant gevonden om daar meer meer over te weten en ik had ook al gemerkt dat Tanzanianen het fijn vonden als een buitenstaander iets wist te vertellen over hun afkomst.
Natuurlijk ging het hier veelal om veralgemeningen net zoals wij ervan overtuigd zijn dat alle Fransen leven op een dieet van look, kaas en wijn en Duitsers punctuele droogkloten zijn, maar toch was het interessant te zien op welke manier elke stam zijn naam en faam maakte.
Zo scheen het dat De Chaga van Moshi aan de Kilimanjaro gedreven handelaars waren en dat de Mbulu van net onder de Nogorongorokrater en Lake Eyasi eerder als domme boeren bekeken werden.
De drie jonge dames aan de tafel raakten in een geanimeerd gesprek over hun kwaliteiten als echtgenote.
Ze waren allen gelukkig getrouwd en zouden dat liefst zo houden.
Twee ervan hadden 1 baby en eentje was er zelfs in geslaagd een drieling op de wereld te zetten...
Toen de dames hun stellingen en ideeen poneerden, was ook helaas alweer duidelijk dat ze allen in het buitenland gestudeerd hadden. Zambia, Kenia en Amerika hadden overduidelijk een veel hoger niveau dan het ondermaatse onderwijs in Tanzania.
Hoe meer de glazen bijgevuld werden, hoe meer het chauvinisme de bovenhand nam en hoe meer de jonge dames opschepten over hun kwaliteiten als echtgenote in meer en meer openhartige termen.
Ik zat erbij, maakte me zo onzichtbaar mogelijk en probeerde zoveel mogelijk te onthouden...
Geraldine, pas sinds een paar dagen in het bedrijf was een uitermate knappe verschijning die geboren was in het grensgebied tussen Congo en Oeganda.
Ze was een Wahaya uit Bukoba en die waren - aldus de lichtelijk dronken ambassadrice - gekend voor hun libertijnse opvattingen in bed.
Het woord pervers viel zelfs en terwijl iedereen naar adem hapte, zag ik de twee andere meisjes hun spreekbeurt voorbereiden.
Het was duidelijk dat een man die ooit eens een Wahaya vrouw geproefd had, nooit iets anders meer wou.
Saada, moeder van de drieling, verdedigde haar kleuren.
Zij was een Zaramo van aan de kust, dichtbij Tanga.
Daar werden jonge meisjes voor hun huwelijk naar een bibi, een grootmoeder, gestuurd.
Die bibi was niet hun echte oma maar een vrouw die erin gespecialiseerd was om onwetende wichten in een volle maand van totale afzondering om te toveren tot vrouwen die hun wereld kenden.
Saada weidde uit over het maken van olien met kokos om de voeten van de vermoeide echtgenoot te verzorgen als ie thuis kwam na een dag van hard labeur, over hoe haar bibi haar geleerd had hoe te masseren en over hoe het jonge meisje in kwestie een prinses in de keuken werd.
Bij het volgende glas werd Saada nog meer openhartig en ze vertelde tot onze ontsteltenis over "de truuk met het mes".
Op de dagen van de bedgeheimen was het meisje volledig naakt terwijl de lerares haar uitlegde hoe haar man te behagen.
Een van de didactische momenten werd uitgelegd middels het gebruik van een mes.
Het gevaarlijke wapen werd met het heft in het zand geplant en de leerlinge leerde hoe zich te laten zakken in de richting van het mes terwijl ze de hele tijd kleinere en kleinere cirkels maakte met haar heupen.
De drie aandachtige toehoorders van Saada zagen het hele tafereel duidelijk voor ogen.
Ook Zaina, die in Via Via werkt, is een Zaramo en de dag erna vroeg ik haar naar het verhaal.
Laat ik eerlijk wezen, niet uit journalistieke overwegingen maar gewoon om het hele spannende verhaal nog eens te horen.
Ook Zaina vertelde - uit eigen beweging -hetzelfde.
Het is me wat daar aan de kust, waar de meeste mensen moslim zijn...
Saada sloot haar betoog af met de vaststeling dat mannen wel gek of masochistisch moesten zijn als ze voor iets anders kozen dan voor een vrouw van Tanga.
Ruth tenslotte is een Sukuma uit een streek die over de landsgrens heen tot in Kenia gaat.
Ze zat er wat verslagen bij na de twee tornado's die over onze tafel gepasseerd waren.
"Ach," zei Ruth, "wij Sukuma vrouwen zijn gekend voor onze onvoorwaardelijke liefde en wie zou daar nu niet voor kiezen?"
En daar had niemand van terug....
1 opmerking:
hey Jan,
een schitterend, avontuurlijk en gezond 2010 gewenst!!!
Peter - Ria
Een reactie posten