Het is ondertussen vier jaar geleden dat de chirurgen in Nairobi me met lood in de schoenen de operatiekamer binnenduwden om dat andere lood ergens in mijn lichaam te gaan opsporen.
Het is op zijn minst een les in nederigheid geweest en de bezorgdheid van zovelen was toen - en is nu nog altijd - hartverwarmend.
Toen bleek dat de diverse gaatjes in mijn lijf (met 1 kogel een gat in mijn hals en drie gaten in mijn longen schieten; het is niet aan elke schutter gegeven) wel een beetje meer lekten dan gedacht en er dus dringend bloed bij moest, werd ongeveer de hele Oost Afrikaanse gemeenschap ingeschakeld.
O negatief is de universele donor maar mag enkel O- ontvangen. Dit type bloed wordt dus overal als lapmiddeltje gebruikt als de gewone voorraden weer eens uitgeput zijn. Als je daarnaast weet dat O- enkel bij 3% van de bevolking voorkomt, dan besef je al snel dat ik - samen met mijn unieke soortgenoten - een soort wandelende goudmijn ben.
Op gebied van bloed dan toch.
Ik herinner me Sandra nog die in huilen uitbarstte toen ze me maanden later terug zag en tot dan niet wist aan wie haar man dan wel bloed had afgestaan.
Of Frederic, de alcoholische Fransman, die 10 euro moest afdokken om me bloed te mogen geven. (Op dat moment werd me ook duidelijk waarom ik me soms zo duizelig voelde, ik had waarschijnlijk meer bier dan bloed gekregen...)
De oproep op de radio in Kenia tenslotte waarop 86 mensen met O negatief kwamen opdagen, sommigen van een dagreis ver in de bush...
Dankzij hen ben ik er nog en dankzij hen zette ik graag mijn naam op de lijst voor bloeddonors.
Zondag kreeg ik dan eindelijk mijn eerste telefoontje in al die jaren om zelf eens te geven in plaats van alsmaar te vragen.
Hameed, een Indische advocaat, die tijdens het weekend vrijwilligerswerk doet in een hospitaal, belde me met de dringende vraag bloed te doneren.
Ik stoof naar het hospitaal, werd op een groezelig matras in een zielig kamertje gelegd en een halve liter bloed verdween in een zakje.
Hameed legde het bloed op ijs en vertrok naar een ander ziekenhuis waar kleine Abdi wachtte.
Abdi scheen ondervoed te zijn en de dokters hoopten dat het jongetje weer aan zou sterken met een transfusie.
Een half uurtje geleden kreeg ik het nieuws dat het kereltje het niet overleefd heeft...
Volgens Hameed is dat alles te begrijpen als je maar aanvaardt dat het Gods plan is maar ik blijf het hoogst onrechtvaardig vinden.
Arme Abdi, arme ouders die in 2011 nog altijd in dergelijke omstandigheden moeten leven.
1 opmerking:
Met dank aan al die vreemdelingen die een andere vreemdeling te hulp kwamen. Maar soms komt hulp te laat..
Een reactie posten