Voor alweer een nieuw officieel papiertje moest ik donderdag op de gemeente zijn ("Munisipaa" in Kiswahili, een verbastering van "municipality")
De autoritaire bewaker aan de poort luisterde argwanend naar mijn uitleg in schabouwelijk kinder-swahili en wees me dan de weg naar een scheefgezakte deur.
Daarachter trof ik op twee vierkante meter drie heerschappen aan die het werken aan de staat naar een meta-niveau probeerden te tillen.
Welwillend en vriendelijk waren ze wel: dat ik geluk had dat ik nu langskwam want na de eerste juli zou betaald worden voor het gevraagde formulier.
Ik diende copie zus en zo (eentje van elk) binnen te brengen en dan zouden deze mannen dit varkentje wel even wassen voor me.
Groot was hun ontgoocheling toen ik een half uur later weer binnenwandelde want dat betekende meer werk.
Na controle van de gevraagde documenten moest 1 van de copietjes ingebonden worden bij het boekje dat ik binnengebracht had.
"Een nietje anders?" wees ik naar de werkloze nietjesmachine.
"Nee hoor, meneer, we willen je waardevolle documenten niet kwijtraken en daarom ga jij nu terug naar van waar je kwam om dat copietje in te binden."
De stad terug in dus en een half uur later alweer vond ik dezelfde heren op hun zelfde stoeltje in hun zelfde lethargische staat.
Alles werd opnieuw gecontroleerd en toen bleek dat ik van 1 document twee copietjes moest hebben en Oooh en Ach en Sorry dat ze me dat vergeten te vertellen waren.
We kennen allemaal het snel overkokend potje van ondergetekende dus met grote stappen beende ik die godverdomse Munisipaa uit, onderwijl alle staatsambtenaren en bij uitbreiding alle Tanzanianen verwensend.
Alweer een half uur later kwam ik enigszins afgekoeld het bureau binnen en werd ik heel vriendelijk een stoel aangeboden.
De lagere klerk - want hij moest echt aan het werk nu terwijl de andere twee belangstellend toekeken - legde een attest voor zich neer en terwijl hij begon te schrijven, deelde ie me vriendelijk mee dat dit attest geldig zou zijn voor twee weken.
Mijn bloeddruk steeg, de stoom zocht een weg naar buiten door mijn neusgaten en verontschuldigend zei het slechtzittende maatpak: "Ja, vanaf 1 juli beginnen we er centen voor te vragen dus dan kom je best maar eens terug."
Beheerst ben ik naar buiten gestapt maar sinds twee nachten heb ik de meest wrede dromen over hoe ik - alleen gewapend met een copie van Het Proces van Kafka- de strijd aanbind tegen een leger van bureaucratische, ongeorganiseerde, lamlendige grijze muizen....
1 opmerking:
Al eens aan verhuizen gedacht?
Een reactie posten