Terwijl klantvriendelijkheid in Belgie een verkoopsargument is in de steeds harder wordende concurrentiestrijd, hebben veel bedrijven in Tanzania nog het voorrecht om een monopoliepositie te bezitten en er bijgevolg ook naar te handelen.
De verschillen tussen telefonie-operators die de koek moeten delen (zoals Zain, Vodacom en Tigo) en de nationale elektriciteitsmaatschappij Tanasco zijn schrijnend.
Bij de GSM-maatschappij word je ontvangen in een westers aandoende open ruimte met airco en vriendelijke verkoopsters; bij Tanesco kan je een half uur aanschuiven in een stoffige straat waar je uiteindelijk afgeblaft wordt door een onwillige kantoorklerk.
De Post en onze energieleveranciers van dertig jaar geleden, quoi...
Tanesco is erin geslaagd om een maand of twee geleden op een uur mijn hele gazon te verwoesten. De paal die in mijn tuin stond, werd een beetje wankel en de knakkers van de technische dienst hebben nu een metalen kabel gespannen waardoor je geen kant meer uit kan in mijn voortuin.
Toen ik om een tegemoetkoming ging vragen, werd ik hartelijk uitgelachen.
Ik mocht tenslotte al blij zijn dat ik uberhaupt stroom had.
Ook op kantoor hebben we te maken met de kerels van Tanesco.
Op een zondag kwam een legertje aan met een gigantische paal ter ondersteuning van de hoogspanningslijn die over het domein loopt.
Gelukkig was John, de financieel directeur, aanwezig anders was de schade niet te overzien geweest.
Hij kon de aanval afwenden, maar de dag erop - toen ik om half acht aankwam - trof ik een mol van de firma aan.
De vlijtige graver zat ondertussen drie meter diep. Het gat was middenin het fraai aangelegde grasperkje voor de kantoren van onze boekhouders gegraven.
Estetische schade is onbestaand in dit werelddeel.
Gedurende vier weken bleef het gat openliggen en ontsierde de berg aarde het hele terrein.
Op dagelijkse basis had ik contact met meneer Mosha, de hoofdingenieur en toen ik hem gisteren een SMSje stuurde dat het gat maandag zou dichtgegooid worden, schoten alle radertjes plots in werking.
Deze ochtend stonden dertig jonge, pezige mannen van het bedrijf aan de poort.
Er werd een prachtig, opzwepend lied gezongen teneinde de krachten op te laden en toen nam iedereen zijn plaats in.
Het speet me oprecht dat ik geen camera bij me had.
De immens zware paal werd met gemak opgetild terwijl de dommekrachten de kreten en gezangen van hun baas herhaalden.
Als een duizendpoot stapte het gevaarte over het terrein tot bij het gat.
Toen viel de hele onderneming weer stil want de man die de elektriciteit moest afsluiten, slaagde om de 1 of andere reden niet in zijn opzet.
Ondertussen werd dan maar een cursus "stichtelijke omgang met de medemens" georganiseerd.
Het was vanaf nu verboden om nog vuilbekkerij te spuien tijdens het uitoefenen van de job.
Dames in de buurt zouden kunnen geschokt zijn en dat moest toch vermeden worden.
Ik vertelde de ingenieur dat het ook geen goed deed voor het imago van Tanesco. De man nam mijn woorden in overweging en vertaalde ze tenslotte voor zijn aandachtig publiek.
Instemmend gemompel en een applausje waren mijn deel.
Ondertussen had de adjudant van het hele zaakje in de smiezen dat de elektriciteit wel eens zou kunnen afgesloten zijn. Overal rondom ons hoorde je generatoren opstarten.
De man nam een enorme ijzeren baar in zijn handen zoals een koorddanser zou doen en iedereen maakte zich uit de voeten.
Met een enorme zwiep gooide hij het ijzer vier, vijf keer in de lucht en iedere keer raakte het twee van de drie kabels op een metertje of tien hoogte.
Aangezien de vonken blijkbaar niet in het rond spatten, hadden we het bewijs dat de elektriciteit inderdaad uitgeschakeld was.
Onder luidkeelse gezangen werd de paal rechtgezet. 1 van de jongens kreeg nog een paar klappen omdat hij in het heetst van de stijd iets over de zus van zijn collega gezegd had en dat mocht met ingang van vandaag niet meer!
Tenslotte kroop er nog een lenige man de paal in om alles aan te sluiten en nam iedereen vrolijk afscheid.
Met zijn dertigen kropen de mannen in de laadbak van de truck en ik kreeg nog een liedje over Tanesco als toetje.
Opnieuw waagde er eentje wat vuilspuiterij en onder luid gelach timmerde de baas de jongen tegen de grond.
Ik mocht ze wel, die kerels....
Het is ondertussen een paar uur later, maar elektriciteit is er nog altijd niet.
Waarom zou je ook in een monopoliepositie?
Translate
zaterdag 28 maart 2009
woensdag 25 maart 2009
PILOTENHUMOR
Zoals regelmatig op zondagavond ontmoette ik de piloten van Flying Medical Services. Deze keer was de uitgekozen locatie op de terreinen van TGT.
We zagen de zon traag ondergaan boven de heuvels die een wondermooi stuk Maasia land afzoomden.
Vandaag waren PJ en Jack de hoofdrolspelers van alweer een leuk avontuur.
PJ is ooit nog piloot bij het leger geweest, heeft zich gedurende vier jaar teruggetrokken in het hoge noorden van Alaska waar hij gedurende negen maand per jaar geen levende ziel zag en in leven bleef door te trappen.
Hoe je er niet bij doortrapt, blijft voor mij een raadsel...
Jack heb ik vroeger al beschreven. Priester-piloot, gek van snelle motoren en uitermate geinteresseerd iedere keer er iets blonds passeert.
Naastenliefde zolang het vrouwelijk en blond met blauwe ogen is, schijnt Jack niet onbekend te zijn. Maar dat is hem ook aangeleerd door zijn Grote Baas dus wie kan het hem kwalijk nemen.
Jack was eerst nog wezen zwemmen in het luxe zwembad van TGT en met zijn lange haren los en het tegenlicht van de ondergaande zon, leek het wel of Jezus zelf bij ons aan tafel zat.
Navraag leerde ons dat Jack die middag nog eventjes geprobeerd had om over het water te lopen maar dat was dus op een fiasco uitgelopen...
PJ en Jack hoorden tijdens hun vlucht dat ze in elkaars buurt zaten. PJ ging Jack achterna en dook plotseling op vleugelwijdte naast het andere vliegtuig op.
"Het is uitermate leuk", aldus de Amerikaan, "om plots opgemerkt te worden door de passagiers van het andere vliegtuig. Je vliegt zo dicht dat je hun ogen uit hun kassen ziet vallen."
De twee piloten waren wel in voor een spelletje en besloten verder in formatie te vliegen en zelfs te landen. PJ had hier ervaring mee en nam het voortouw.
"Contoletoren, hier komt vliegtuig X met vier passagiers van Kogatende en vliegtuig Y met vijf passagiers van Ndutu area", zo klonk het over de radio.
Van formatie vliegen heeft geen enkele Tanzaniaan in de burgerluchtvaart ooit gehoord dus bleef het enige tijd stil in de controletoren en tenslotte werd - heel aarzelend - X welkom geheten in het luchtruim dat gecontroleerd werd door deze toren.
"Positie van X is de volgende:......... en Y zit veertig meter achter me," ging het verder.
De twee piloten hadden het niet meer maar de man die de landing most begeleiden, bleef enkel het eerste vliegtuig aanspreken.
"Excuseer me, meneer, maar begrijpt u dat we in formatie vliegen en dat we samen zullen landen?" was de volgende vraag van PJ.
Ze hoorden over de radio een stoel vallen en vaag gevloek op de achtergrond.
De twee vliegtuigen landden uiteindelijk vlak na elkaar op de enige baan die het vliegveldje rijk is en de piloten zwaaiden vrolijk naar de sprakeloze man in de controletoren.
Jack vertelde nog een andere anecdote over de controletoren. De dame die de communicatie met de inkomende en uitgaande vliegtuigen verzorgde, had nogal wat aanbidders onder de piloten.
1 van hen vloog met een vliegtuigje dat je tijdelijk kon stil laten hangen net zoals een helicopter dat kan.
De piloot bleef voor de grote ramen bovenin de toren zweven, zag het meisje en sprak de historisch-poetische woorden: little flower in the tower, tell me landing place and hour...
Door de radio hoorde hij de stem van de jongedame: "contacteer uw directe manager voor uw blaam."
Het is nooit wat geworden tussen die twee....
We zagen de zon traag ondergaan boven de heuvels die een wondermooi stuk Maasia land afzoomden.
Vandaag waren PJ en Jack de hoofdrolspelers van alweer een leuk avontuur.
PJ is ooit nog piloot bij het leger geweest, heeft zich gedurende vier jaar teruggetrokken in het hoge noorden van Alaska waar hij gedurende negen maand per jaar geen levende ziel zag en in leven bleef door te trappen.
Hoe je er niet bij doortrapt, blijft voor mij een raadsel...
Jack heb ik vroeger al beschreven. Priester-piloot, gek van snelle motoren en uitermate geinteresseerd iedere keer er iets blonds passeert.
Naastenliefde zolang het vrouwelijk en blond met blauwe ogen is, schijnt Jack niet onbekend te zijn. Maar dat is hem ook aangeleerd door zijn Grote Baas dus wie kan het hem kwalijk nemen.
Jack was eerst nog wezen zwemmen in het luxe zwembad van TGT en met zijn lange haren los en het tegenlicht van de ondergaande zon, leek het wel of Jezus zelf bij ons aan tafel zat.
Navraag leerde ons dat Jack die middag nog eventjes geprobeerd had om over het water te lopen maar dat was dus op een fiasco uitgelopen...
PJ en Jack hoorden tijdens hun vlucht dat ze in elkaars buurt zaten. PJ ging Jack achterna en dook plotseling op vleugelwijdte naast het andere vliegtuig op.
"Het is uitermate leuk", aldus de Amerikaan, "om plots opgemerkt te worden door de passagiers van het andere vliegtuig. Je vliegt zo dicht dat je hun ogen uit hun kassen ziet vallen."
De twee piloten waren wel in voor een spelletje en besloten verder in formatie te vliegen en zelfs te landen. PJ had hier ervaring mee en nam het voortouw.
"Contoletoren, hier komt vliegtuig X met vier passagiers van Kogatende en vliegtuig Y met vijf passagiers van Ndutu area", zo klonk het over de radio.
Van formatie vliegen heeft geen enkele Tanzaniaan in de burgerluchtvaart ooit gehoord dus bleef het enige tijd stil in de controletoren en tenslotte werd - heel aarzelend - X welkom geheten in het luchtruim dat gecontroleerd werd door deze toren.
"Positie van X is de volgende:......... en Y zit veertig meter achter me," ging het verder.
De twee piloten hadden het niet meer maar de man die de landing most begeleiden, bleef enkel het eerste vliegtuig aanspreken.
"Excuseer me, meneer, maar begrijpt u dat we in formatie vliegen en dat we samen zullen landen?" was de volgende vraag van PJ.
Ze hoorden over de radio een stoel vallen en vaag gevloek op de achtergrond.
De twee vliegtuigen landden uiteindelijk vlak na elkaar op de enige baan die het vliegveldje rijk is en de piloten zwaaiden vrolijk naar de sprakeloze man in de controletoren.
Jack vertelde nog een andere anecdote over de controletoren. De dame die de communicatie met de inkomende en uitgaande vliegtuigen verzorgde, had nogal wat aanbidders onder de piloten.
1 van hen vloog met een vliegtuigje dat je tijdelijk kon stil laten hangen net zoals een helicopter dat kan.
De piloot bleef voor de grote ramen bovenin de toren zweven, zag het meisje en sprak de historisch-poetische woorden: little flower in the tower, tell me landing place and hour...
Door de radio hoorde hij de stem van de jongedame: "contacteer uw directe manager voor uw blaam."
Het is nooit wat geworden tussen die twee....
donderdag 19 maart 2009
DE WERELD IS EEN DORP
Op geregelde tijden check ik nog eens mijn sitemeter die nauwgezet jullie bezoekjes bijhoudt ten einde na te gaan of jullie nog wel allemaal bij de les zijn.
Het doet me plezier dat mijn trouwe lezeres uit Madrid - behalve elkaars naam kennen we elkaar helemaal niet - nog altijd op regelmatige tijdstippen langskomt.
Ook in Singapore werd vorige week ingelogd. Manneke, mijn reisgenoot tijdens de mooiste motortrip van mijn leven, staat ondertussen met zijn Porsche aan de tempels van Angkor Wat in Cambodia. Zijn heerlijke verhalen zijn te volgen op www.carreratochina.com.
Tot mijn verrassing had ik ook plots een lezer in Corsica en sinds even is er iemand vanover de taalgrens in Lige bij Luik die mijn posts aandachtig schijnt te volgen.
Ook in San Jose, California wordt tijd besteed aan het dagdagelijkse leven in Tanzania en in Mechelen logt iemand in die dagelijks uren op mijn blog schijnt rond te wandelen. Schrijf je dat nu echt allemaal met de hand over, lieve lezer?
In ieder geval, ik zou echt graag wat meer over jullie allen weten - en dan bedoel ik niet alleen de aangehaalde personen.
Ik vraag me bijvoorbeeld ook af wie Heide uit Roeselare is en hoe Wouter, die zo begaan is met ontwikkelingshulp, op mijn blog terecht kwam.
Dus nu met zijn allen even mailen naar jan.gevaert@gmail.com. Het is voor 1 keer jullie beurt.
Doen!!!
Het doet me plezier dat mijn trouwe lezeres uit Madrid - behalve elkaars naam kennen we elkaar helemaal niet - nog altijd op regelmatige tijdstippen langskomt.
Ook in Singapore werd vorige week ingelogd. Manneke, mijn reisgenoot tijdens de mooiste motortrip van mijn leven, staat ondertussen met zijn Porsche aan de tempels van Angkor Wat in Cambodia. Zijn heerlijke verhalen zijn te volgen op www.carreratochina.com.
Tot mijn verrassing had ik ook plots een lezer in Corsica en sinds even is er iemand vanover de taalgrens in Lige bij Luik die mijn posts aandachtig schijnt te volgen.
Ook in San Jose, California wordt tijd besteed aan het dagdagelijkse leven in Tanzania en in Mechelen logt iemand in die dagelijks uren op mijn blog schijnt rond te wandelen. Schrijf je dat nu echt allemaal met de hand over, lieve lezer?
In ieder geval, ik zou echt graag wat meer over jullie allen weten - en dan bedoel ik niet alleen de aangehaalde personen.
Ik vraag me bijvoorbeeld ook af wie Heide uit Roeselare is en hoe Wouter, die zo begaan is met ontwikkelingshulp, op mijn blog terecht kwam.
Dus nu met zijn allen even mailen naar jan.gevaert@gmail.com. Het is voor 1 keer jullie beurt.
Doen!!!
dinsdag 17 maart 2009
FOUTE BOEL
Als het fout gaat, mag het ook gezegd worden...
Ik veronderstel dat het mooiste land ter wereld me op de proef aan het stellen is.
Hoe anders kan ik de opeenhoping van bijna faliekant aflopende calamiteiten verantwoorden?
Sinds mijn ex-nachtwaker begon door te slaan, is niets nog hetzelfde en hangen elke dag opnieuw onaangename gebeurtenissen als het zwaard van Damocles boven mijn hoofd.
Het is natuurlijk zo dat een opeenvolging van positieve of negatieve gebeurtenissen je eigen gevoelens alleen maar versterkt. Als je een periode hebt waarin alles perfect gaat, denk je dat je voor het geluk geboren bent.
Als je daarentegen pootje baadt in een waterval van achtereenvolgende akkefietjes, denk je algauw dat het hele universum het op je gemunt heeft.
Het moet niet altijd een goed nieuws show zijn en als er ook maar 1 van mijn lezers zich beter voelt na het lezen van mijn post omdat die beker tenminste aan hem/haar is voorbijgegaan, dan kunnen we alweer van een positief lichtpuntje spreken.
Vorige week maandag reed een zeer geacht lid van de Verenigde Naties mijn motor op een parking tegen de stenen. Niet alleen probeerde de man ervandoor te gaan, toen de nachtwakers hebben uiteindelijk deden stoppen, kregen we allemaal de volle laag.
De arrogante gek dreigde zelfs met de politie omdat ie een dringende afspraak had.
De dag erop bleek dat 1 van de cilinders het niet meer deed door de val.
Een hoop geloop en gesukkel.
Toen ik op woensdag naar huis daverde met de herstelde antichrist, reed ik lek. De band werd hersteld maar op donderdag reed ik opnieuw lek.
Op vrijdag werd ik voor de eerste keer bij de politie geroepen voor de klachten die onze ontslagen nachtwaker tevoorschijn had getoverd.
Gisteren stond de politie opnieuw aan de deur met de handboeien in de aanslag. Ik ontsnapte via de andere poort en reed rechtstreeks naar het barakje van ons dorpje.
Daar trof ik de heer Shabani aan.
Met 100% zekerheid kan ik stellen dat ik nooit een groter stuk onbenul in mijn leven heb ontmoet.
Niets is erger dan domme mensen die denken dat ze verstandig zijn...
Meneer Shabani zwaaide uitvoerig met het boek "International law" van de schrijver Shaw. Dat ik ook de auteur ken, heb ik te danken aan het feit dat het boek op anderhalf uur tijd wel vierhonderd keer voor mijn neus passeerde terwijl het triest figuur de hele tijd artikels, paragrafen en alinea's citeerde.
Het hoofd van politie beperkte zich evenwel enkel tot de nummers hiervan. Op geen enkel moment kwam de tekst zelf aan bod waardoor noch ik noch de andere agenten in het bedompte lokaaltje wisten waarover we het zouden hebben.
De monoloog van Shabani werd slechts onderbroken door bedreigingen over eenzame opsluiting en over het feit of ik al dan niet immuun was.
Er viel geen touw aan vast te knopen.
Toen meneer Shabani uiteindelijk over zijn zeer milde hart streek, had ik er drie uur doorgebracht door de beschuldiging "de arm van de nachtwaker aangeraakt te hebben."
Gisteravond kwam ik in het stikdonker thuis. Alle buren hadden licht, dus het probleem moest zich binnen mijn muren bevinden.
Nadat George, mijn nieuwe bewaker, en ikzelf drie kwartier alle kabels en zekeringen gecontroleerd hadden, herinnerde de heldere geest zich dat de elektriciteitsmaatschappij die ochtend zonder voorafgaande mededeling een nieuwe meter was komen plaatsen.
Het betreft hier een pre-paid toestel en daarom ging ik vanmorgen langs bij de bevoegde diensten om er mijn centen achter te laten terwijl mijn diepvries thuis langzaam ontdooide.
Ik werd naar vier verchillende loketten gestuurd.
Aan het laatste loket ontmoette ik een aantrekkelijke dame met fonkelende ogen en een heerlijke lach. Helaas had ze ook een flinke baard van op zijn minst een paar centimeter lang.
Ik bleef gebiologeerd staren - dat kan hier - terwijl mevrouw me vertelde dat lokaal 7 the place to be was.
Ik werd in dikke boeken ingeschreven en toen ik uiteindelijk aanspoelde aan de correcte deur bleek de brave man die hier de plak zwaaide, nog onderweg te zijn.
Na twintig minuten wachten, had de man aan 1 oogopslag genoeg om me te vertellen dat ik aan de verkeerde deur stond.
Ik moest naar 15.
Of 13
Of 14.
Eigenlijk wist ie het zelf ook niet helemaal.
Na anderhalf uur stond ik weer op straat. Betalen kon niet dus elektriciteit heb ik ook nog niet.
Vanmiddag mag ik terug.
Maar niet na eerst via de politie te passeren. Die willen me ook nog eens zien vandaag.
Met de taxi natuurlijk want mijn moto, die startte niet vanmorgen....
Ik veronderstel dat het mooiste land ter wereld me op de proef aan het stellen is.
Hoe anders kan ik de opeenhoping van bijna faliekant aflopende calamiteiten verantwoorden?
Sinds mijn ex-nachtwaker begon door te slaan, is niets nog hetzelfde en hangen elke dag opnieuw onaangename gebeurtenissen als het zwaard van Damocles boven mijn hoofd.
Het is natuurlijk zo dat een opeenvolging van positieve of negatieve gebeurtenissen je eigen gevoelens alleen maar versterkt. Als je een periode hebt waarin alles perfect gaat, denk je dat je voor het geluk geboren bent.
Als je daarentegen pootje baadt in een waterval van achtereenvolgende akkefietjes, denk je algauw dat het hele universum het op je gemunt heeft.
Het moet niet altijd een goed nieuws show zijn en als er ook maar 1 van mijn lezers zich beter voelt na het lezen van mijn post omdat die beker tenminste aan hem/haar is voorbijgegaan, dan kunnen we alweer van een positief lichtpuntje spreken.
Vorige week maandag reed een zeer geacht lid van de Verenigde Naties mijn motor op een parking tegen de stenen. Niet alleen probeerde de man ervandoor te gaan, toen de nachtwakers hebben uiteindelijk deden stoppen, kregen we allemaal de volle laag.
De arrogante gek dreigde zelfs met de politie omdat ie een dringende afspraak had.
De dag erop bleek dat 1 van de cilinders het niet meer deed door de val.
Een hoop geloop en gesukkel.
Toen ik op woensdag naar huis daverde met de herstelde antichrist, reed ik lek. De band werd hersteld maar op donderdag reed ik opnieuw lek.
Op vrijdag werd ik voor de eerste keer bij de politie geroepen voor de klachten die onze ontslagen nachtwaker tevoorschijn had getoverd.
Gisteren stond de politie opnieuw aan de deur met de handboeien in de aanslag. Ik ontsnapte via de andere poort en reed rechtstreeks naar het barakje van ons dorpje.
Daar trof ik de heer Shabani aan.
Met 100% zekerheid kan ik stellen dat ik nooit een groter stuk onbenul in mijn leven heb ontmoet.
Niets is erger dan domme mensen die denken dat ze verstandig zijn...
Meneer Shabani zwaaide uitvoerig met het boek "International law" van de schrijver Shaw. Dat ik ook de auteur ken, heb ik te danken aan het feit dat het boek op anderhalf uur tijd wel vierhonderd keer voor mijn neus passeerde terwijl het triest figuur de hele tijd artikels, paragrafen en alinea's citeerde.
Het hoofd van politie beperkte zich evenwel enkel tot de nummers hiervan. Op geen enkel moment kwam de tekst zelf aan bod waardoor noch ik noch de andere agenten in het bedompte lokaaltje wisten waarover we het zouden hebben.
De monoloog van Shabani werd slechts onderbroken door bedreigingen over eenzame opsluiting en over het feit of ik al dan niet immuun was.
Er viel geen touw aan vast te knopen.
Toen meneer Shabani uiteindelijk over zijn zeer milde hart streek, had ik er drie uur doorgebracht door de beschuldiging "de arm van de nachtwaker aangeraakt te hebben."
Gisteravond kwam ik in het stikdonker thuis. Alle buren hadden licht, dus het probleem moest zich binnen mijn muren bevinden.
Nadat George, mijn nieuwe bewaker, en ikzelf drie kwartier alle kabels en zekeringen gecontroleerd hadden, herinnerde de heldere geest zich dat de elektriciteitsmaatschappij die ochtend zonder voorafgaande mededeling een nieuwe meter was komen plaatsen.
Het betreft hier een pre-paid toestel en daarom ging ik vanmorgen langs bij de bevoegde diensten om er mijn centen achter te laten terwijl mijn diepvries thuis langzaam ontdooide.
Ik werd naar vier verchillende loketten gestuurd.
Aan het laatste loket ontmoette ik een aantrekkelijke dame met fonkelende ogen en een heerlijke lach. Helaas had ze ook een flinke baard van op zijn minst een paar centimeter lang.
Ik bleef gebiologeerd staren - dat kan hier - terwijl mevrouw me vertelde dat lokaal 7 the place to be was.
Ik werd in dikke boeken ingeschreven en toen ik uiteindelijk aanspoelde aan de correcte deur bleek de brave man die hier de plak zwaaide, nog onderweg te zijn.
Na twintig minuten wachten, had de man aan 1 oogopslag genoeg om me te vertellen dat ik aan de verkeerde deur stond.
Ik moest naar 15.
Of 13
Of 14.
Eigenlijk wist ie het zelf ook niet helemaal.
Na anderhalf uur stond ik weer op straat. Betalen kon niet dus elektriciteit heb ik ook nog niet.
Vanmiddag mag ik terug.
Maar niet na eerst via de politie te passeren. Die willen me ook nog eens zien vandaag.
Met de taxi natuurlijk want mijn moto, die startte niet vanmorgen....
zondag 15 maart 2009
G&T OP OUDERE LEEFTIJD
Ik bracht de hele zaterdag thuis door met lezen en Kiswahili studeren en rond een uur of zes had ik er flink genoeg van.
De antichrist, mijn altijd trouwe motor, bracht me naar Via Via en aan de bar dronk ik mijn gewone vitamienen in een G&T terwijl ik de krant las.
Enige verandering in het eentonige reggae repertoire van de bar wordt snel opgepikt en tot mijn grote blijdschap klonk Billy Joel plots door de zaak.
Ik heb altijd al een grote bewondering gehad voor hoe de zanger zijn onderwerpen tegelijk heel poetisch en rechtstreeks benadert.
Iedereen kent ongetwijfeld Piano Man, een heerlijk lied over uitgaan op een zaterdagavond.
Ook de jongeman naast me wist wat komen zou.
Hij staarde me sarcastisch aan en zong mee, duidelijk al wat boven zijn theewater:
IT'S NINE O'CLOCK ON A SATURDAY
THE REGULAR CROWD SHUFFLES IN
THERE'S AN OLD MAN SITTING NEXT TO ME
MAKING LOVE TO HIS TONIC AND GIN...
Ik staarde naar mijn krant maar de letters dansten voor mijn ogen. Zou ik eindigen als een ouwe dronken lor aan de bar, nu en dan in het gezelschap van een goedkope, verveeld kijkende del van 22, zoals ik hier op regelmatige tijdstippen habitues van Arusha zag rondstrompelen?
Ik gruwde van de idee terwijl de kerel naast me verder zong.
Mijn zaterdag-gezelschap kwam binnen en ik werd als oudste begroet met Shikamoo Mzee.
("mijn respect, oude, wijze man"). Ik voelde me onmiddellijk nog een paar jaar ouder.
We gingen iets eten en vertrokken dan van tafeltje tot tafeltje in diverse uitspanningen. Het werd een hilarische avond die vroeg in de ochtend eindigde.
Zo pathetisch, afgebrand en uitgeleefd ben ik blijkbaar nog niet, ondervond ik tot mijn grote vreugde.
De hoofdpijn vandaag neem ik er met graagte bij...
De antichrist, mijn altijd trouwe motor, bracht me naar Via Via en aan de bar dronk ik mijn gewone vitamienen in een G&T terwijl ik de krant las.
Enige verandering in het eentonige reggae repertoire van de bar wordt snel opgepikt en tot mijn grote blijdschap klonk Billy Joel plots door de zaak.
Ik heb altijd al een grote bewondering gehad voor hoe de zanger zijn onderwerpen tegelijk heel poetisch en rechtstreeks benadert.
Iedereen kent ongetwijfeld Piano Man, een heerlijk lied over uitgaan op een zaterdagavond.
Ook de jongeman naast me wist wat komen zou.
Hij staarde me sarcastisch aan en zong mee, duidelijk al wat boven zijn theewater:
IT'S NINE O'CLOCK ON A SATURDAY
THE REGULAR CROWD SHUFFLES IN
THERE'S AN OLD MAN SITTING NEXT TO ME
MAKING LOVE TO HIS TONIC AND GIN...
Ik staarde naar mijn krant maar de letters dansten voor mijn ogen. Zou ik eindigen als een ouwe dronken lor aan de bar, nu en dan in het gezelschap van een goedkope, verveeld kijkende del van 22, zoals ik hier op regelmatige tijdstippen habitues van Arusha zag rondstrompelen?
Ik gruwde van de idee terwijl de kerel naast me verder zong.
Mijn zaterdag-gezelschap kwam binnen en ik werd als oudste begroet met Shikamoo Mzee.
("mijn respect, oude, wijze man"). Ik voelde me onmiddellijk nog een paar jaar ouder.
We gingen iets eten en vertrokken dan van tafeltje tot tafeltje in diverse uitspanningen. Het werd een hilarische avond die vroeg in de ochtend eindigde.
Zo pathetisch, afgebrand en uitgeleefd ben ik blijkbaar nog niet, ondervond ik tot mijn grote vreugde.
De hoofdpijn vandaag neem ik er met graagte bij...
CHANGING OF THE GUARDS (ADDENDUM)
Je houdt het niet voor mogelijk.
's Ochtends laat je Zakayo achter in de veilige armen van de politie, 's namiddags heb je al een nieuwe bedreiging aan je been.
Tijdens het weekend verdween 98 liter olie en twee banden vanop de terreinen van het bedrijf.
We konden niet bewijzen dat de dagwaker op zaterdag de dief was, maar hij was wel schuldig aan verzuim omdat deze eerder omvangrijke diefstal had kunnen gebeuren.
In zulke gevallen wordt een officiele "hearing" gedaan, volledig volgens de wetten van de werkgelegenheid en dat is geen kattepis.
Formulieren, commissies, te respecteren intervallen, de juiste papieren op het juiste moment...
Aangezien ik de line manager ben van de bewakingsploeg, werd ik geacht de aanklacht uit te spreken. Ik vertelde wat er gebeurd was en toen moest de voorzitter van de commissie zijn oordeel vellen.
Alvorens hij dat deed, kreeg Riwa de kans om zich te verdedigen.
Hij gaf een uitgebreid expose in het Kimaasai en Edward, de grappige kerel uit een paar vorige posts, vertaalde.
De laatste woorden van Riwa waren fantastisch: hij beweerde dat - als hij zou ontslagen worden - hij mijn veiligheid niet kon garanderen.
Morgen opnieuw naar de politie.
Aan werken kom ik de laatste tijds niet mee toe, maar spanning in mijn leven is er wel....
's Ochtends laat je Zakayo achter in de veilige armen van de politie, 's namiddags heb je al een nieuwe bedreiging aan je been.
Tijdens het weekend verdween 98 liter olie en twee banden vanop de terreinen van het bedrijf.
We konden niet bewijzen dat de dagwaker op zaterdag de dief was, maar hij was wel schuldig aan verzuim omdat deze eerder omvangrijke diefstal had kunnen gebeuren.
In zulke gevallen wordt een officiele "hearing" gedaan, volledig volgens de wetten van de werkgelegenheid en dat is geen kattepis.
Formulieren, commissies, te respecteren intervallen, de juiste papieren op het juiste moment...
Aangezien ik de line manager ben van de bewakingsploeg, werd ik geacht de aanklacht uit te spreken. Ik vertelde wat er gebeurd was en toen moest de voorzitter van de commissie zijn oordeel vellen.
Alvorens hij dat deed, kreeg Riwa de kans om zich te verdedigen.
Hij gaf een uitgebreid expose in het Kimaasai en Edward, de grappige kerel uit een paar vorige posts, vertaalde.
De laatste woorden van Riwa waren fantastisch: hij beweerde dat - als hij zou ontslagen worden - hij mijn veiligheid niet kon garanderen.
Morgen opnieuw naar de politie.
Aan werken kom ik de laatste tijds niet mee toe, maar spanning in mijn leven is er wel....
vrijdag 13 maart 2009
CHANGING OF THE GUARDS (HET LAATSTE "OOR"DEEL)
Eergisteren hebben de speurneuzen van de Arusha politie Zakayo opgepakt.
Er was overeengekomen dat het geld dat de jongen nog van me wou, achtergelaten zou worden bij zijn zus. De politie heeft weinig medelijden met bandieten en hun verwanten.
Onder zachte dwang werd zusje verplicht om Zakayo te verwittigen dat de buit aangekomen was en kon opgehaald worden.
Nietsvermoedend stapte hij het huis binnen waar hij onmiddellijk een stel potige kerels in zijn nek kreeg.
Vanochtend werd ik opgeroepen om Zakayo te gaan identificeren.
Het was een meelijwekkend zicht.
In een overvolle ruimte zat een zielig hoopje beschuldigden opeengepakt.
Ergens achterin zag ik Zakayo zitten, geknield, duidelijk onder de indruk van twee slapeloze nachten en de hardhandige aanpak van de bewakers.
Hij droeg een veel te grote broek en zijn hemd was smerig en gescheurd.
Schoenen en riem had ie al moeten afgeven.
Ik voelde medelijden...
Samson, de brede politie-agent begon Zakayo te sarren.
Op enige blijk van respect moest hier duidelijk niet gerekend worden.
Zakayo kroop tussen en over zijn onfortuinelijke collega's in mijn richting. Hij had geen enkele waardigheid meer toen ie - voor een man of vijftig - om vergiffenis smeekte.
Samson keek hem hardvochtig aan, nam mijn telefoon en vroeg Zakayo of hij die doodsbedreigingen geschreven had.
Zakayo piepte van ja en de agent mompelde dat de bevende jongen terug op zijn plaats kon gaan zitten.
Mijn ex-nachtwaker waagde evenwel nog eens zijn kans bij mij en dat was niet naar de zin van Sam.
Met een dreun vloog Zakayo achteruit.
Hij landde tussen het povere groepje en kreeg daar nog een paar klappen van zijn gebruskeerde mede-gevangenen.
Het deed me oprecht pijn te zien hoe de jongen aangepakt werd.
Gelukkig reageerde Samson sneller dan mijn medeleven.
"Jij gaat de bak in en daar kom je de eerste vijf jaar niet meer uit," sneerde hij.
Ik mocht het lokaaltje verlaten en de politieman vergezelde me naar buiten.
Onder ruime belangstelling van zijn collega's troggelde hij me nog eens vijfentwintig dollar af voor zijn hulp en toen mocht ik beschikken.
Met een wrang gevoel maakte ik me uit de voeten en ik benijdde arme Zakayo niet voor wat de toekomst brengen zou...
Er was overeengekomen dat het geld dat de jongen nog van me wou, achtergelaten zou worden bij zijn zus. De politie heeft weinig medelijden met bandieten en hun verwanten.
Onder zachte dwang werd zusje verplicht om Zakayo te verwittigen dat de buit aangekomen was en kon opgehaald worden.
Nietsvermoedend stapte hij het huis binnen waar hij onmiddellijk een stel potige kerels in zijn nek kreeg.
Vanochtend werd ik opgeroepen om Zakayo te gaan identificeren.
Het was een meelijwekkend zicht.
In een overvolle ruimte zat een zielig hoopje beschuldigden opeengepakt.
Ergens achterin zag ik Zakayo zitten, geknield, duidelijk onder de indruk van twee slapeloze nachten en de hardhandige aanpak van de bewakers.
Hij droeg een veel te grote broek en zijn hemd was smerig en gescheurd.
Schoenen en riem had ie al moeten afgeven.
Ik voelde medelijden...
Samson, de brede politie-agent begon Zakayo te sarren.
Op enige blijk van respect moest hier duidelijk niet gerekend worden.
Zakayo kroop tussen en over zijn onfortuinelijke collega's in mijn richting. Hij had geen enkele waardigheid meer toen ie - voor een man of vijftig - om vergiffenis smeekte.
Samson keek hem hardvochtig aan, nam mijn telefoon en vroeg Zakayo of hij die doodsbedreigingen geschreven had.
Zakayo piepte van ja en de agent mompelde dat de bevende jongen terug op zijn plaats kon gaan zitten.
Mijn ex-nachtwaker waagde evenwel nog eens zijn kans bij mij en dat was niet naar de zin van Sam.
Met een dreun vloog Zakayo achteruit.
Hij landde tussen het povere groepje en kreeg daar nog een paar klappen van zijn gebruskeerde mede-gevangenen.
Het deed me oprecht pijn te zien hoe de jongen aangepakt werd.
Gelukkig reageerde Samson sneller dan mijn medeleven.
"Jij gaat de bak in en daar kom je de eerste vijf jaar niet meer uit," sneerde hij.
Ik mocht het lokaaltje verlaten en de politieman vergezelde me naar buiten.
Onder ruime belangstelling van zijn collega's troggelde hij me nog eens vijfentwintig dollar af voor zijn hulp en toen mocht ik beschikken.
Met een wrang gevoel maakte ik me uit de voeten en ik benijdde arme Zakayo niet voor wat de toekomst brengen zou...
donderdag 12 maart 2009
VLIEG MET ME MEE NAAR NAIROBI
Het is me wat.
Ben je in de bloei van je leven, een ontluikende knop aan een jong boompje en meent een onbeduidend insect plotseling en ongevraagd dat het zomaar roet in het eten kan komen strooien.
Nairobi fly is helemaal geen vlieg en het beestje is ook niet agressief.
De kever van het geslacht Paederus leeft zijn leven en is de mening toegedaan dat iedereen elkaar maar het beste met rust laat.
Doe je dat niet met het rood-zwart gestreepte kevertje, dan zal je het ook geweten hebben.
In de voorbije maanden kwam ik drie keer in aanraking met het kereltje met zijn zure smoel.
De laatste keer, een flinke week geleden, was het goed raak.
De Nairobi fly maakte blijkbaar een wandeling op mijn kin tijdens een avondlijke BBQ. Ik heb de kriebelende pootjes waarschijnlijk willen wegvegen en daarmee heb ik het arme kevertje verpletterd.
Het diertje is gewoon een bom van agressieve zuren.
Een seconde erna begon mijn huid irritant te tintelen.
Onmiddellijk raak je instinctief de getroffen plek aan waardoor je het zuur zelfs nog openwrijft en verspreidt.
Op mijn kin heb ik nu een traag opdrogende wonde van meer dan twee vierkante centimeter. Ik heb het zuur blijkbaar ook overgebracht naar hogere regionen want boven mijn linkerwenkbrauw bladdert mijn huid traag af en komt een mooie rozerode wond tevoorschijn.
Na meer dan een week is het zuur helaas nog altijd niet uitgewerkt want vannacht heb ik onbewust in mijn oog gewreven nadat ik de wondjes aangeraakt had.
Nairobi fly is nu geevolueerd tot Nairobi eye....
Op internet vond ik wat informatie en het is duidelijk dat de Paederus kever zelf al duidelijk maakt dat je het beste niet in zijn buurt komt. Het rood en zwart lijfje is 1 grote waarschuwingszone van agressive kleuren.
Een no-go area.
Wie het wel probeert, is er geweest.
Als een zielige impressie van een rozig luipaard ga ik de volgende weken door het leven.
De meelijwekkende gezichten van vrienden en collega's dragen niet bij tot een gevoel van aantrekkelijkheid.
Het is een hard leven, hier te midden van al deze dieren...
Ben je in de bloei van je leven, een ontluikende knop aan een jong boompje en meent een onbeduidend insect plotseling en ongevraagd dat het zomaar roet in het eten kan komen strooien.
Nairobi fly is helemaal geen vlieg en het beestje is ook niet agressief.
De kever van het geslacht Paederus leeft zijn leven en is de mening toegedaan dat iedereen elkaar maar het beste met rust laat.
Doe je dat niet met het rood-zwart gestreepte kevertje, dan zal je het ook geweten hebben.
In de voorbije maanden kwam ik drie keer in aanraking met het kereltje met zijn zure smoel.
De laatste keer, een flinke week geleden, was het goed raak.
De Nairobi fly maakte blijkbaar een wandeling op mijn kin tijdens een avondlijke BBQ. Ik heb de kriebelende pootjes waarschijnlijk willen wegvegen en daarmee heb ik het arme kevertje verpletterd.
Het diertje is gewoon een bom van agressieve zuren.
Een seconde erna begon mijn huid irritant te tintelen.
Onmiddellijk raak je instinctief de getroffen plek aan waardoor je het zuur zelfs nog openwrijft en verspreidt.
Op mijn kin heb ik nu een traag opdrogende wonde van meer dan twee vierkante centimeter. Ik heb het zuur blijkbaar ook overgebracht naar hogere regionen want boven mijn linkerwenkbrauw bladdert mijn huid traag af en komt een mooie rozerode wond tevoorschijn.
Na meer dan een week is het zuur helaas nog altijd niet uitgewerkt want vannacht heb ik onbewust in mijn oog gewreven nadat ik de wondjes aangeraakt had.
Nairobi fly is nu geevolueerd tot Nairobi eye....
Op internet vond ik wat informatie en het is duidelijk dat de Paederus kever zelf al duidelijk maakt dat je het beste niet in zijn buurt komt. Het rood en zwart lijfje is 1 grote waarschuwingszone van agressive kleuren.
Een no-go area.
Wie het wel probeert, is er geweest.
Als een zielige impressie van een rozig luipaard ga ik de volgende weken door het leven.
De meelijwekkende gezichten van vrienden en collega's dragen niet bij tot een gevoel van aantrekkelijkheid.
Het is een hard leven, hier te midden van al deze dieren...
vrijdag 6 maart 2009
WAAROM EN HOE AIDS BESTREDEN DIENT TE WORDEN
Nog altijd ga ik na een hectische dag op regelmatige basis naar Via Via voor mijn krant en een vloeibare versnapering.
Van whisky ben ik overgestapt op gin tonic om mijn kans op malaria te verkleinen.
Voor het krantengedeelte vertrouw ik echter nog steeds op het kruim van de oostafrikaanse persmeute.
In The Guardian stonden wederom twee razend interessante artikels over AIDS.
Het eerste oeuvre ging over theeplukkers in Kenia. Aangezien de lonen er zodanig laag waren, de arbeiders dikwijls weken van huis waren en een mens toch wel een verzetje nodig heeft na een dag van hard labeur, bleek dat de mannelijke en vrouwelijke arbeiders elkaar wel meer dan eens ontmoetten in een verborgen hoekje.
Voor de mannen was het drift, voor de vrouwen een kleine aanvulling op hun karig loon.
De bedrijven nu die thee verbouwden, hadden zich gegroepeerd om een programma op te starten dat HIV besmetting moest tegengaan.
Een mooi initiatief.
Elk mensenleven telt tenslotte.
Helaas bleek hier dat het niet om de gezondheid van de werkgever maar eerder om de productiviteit ging.
De voorzitster legde onbewogen uit dat zieke mensen minder thee plukten, dat daardoor de hele productie in het gedrang kwam, dat het bedrijf bijgevolg meer werkkrachten moest aannemen en dat hierdoor de productiekost de hoogte inging.
En dat wilde de directie tenslotte vermijden. Niks geen opmerking over het algemeen welzijn van de uitgebuite arbeiders; het kostenplaatje maakte het verschil...
Een paar bladzijden verder was het weer raak. Sexuele opvoeding van jongeren.
Ik vroeg me af hoever puriteins Oost Afrika al stond.
Tienerzwangerschappen en losse zeden stonden haaks op het openlijk praten over sex.
Het artikel reikte de enige oplossing aan om AIDS bij de jeugd aan banden te leggen.
Totale onthouding.
Bijgevolg was ook voorlichting niet nodig want er gebeurde toch niets.
We leven in een samenleving waarbij iedereen toegang heeft tot de goorste porno op internet, waar mijn mederwerkers elkaar filmpjes tonen op hun GSM en waar je DVD's gewoon op straat kan kopen.
Volgens de letter van de wet strafbaar, maar niemand stoort er zich aan.
En zoals we allemaal wel weten, smaken de verboden vruchten het lekkerst.
Het is dan ook pure misdaad om de jeugd zonder enige informatie en voorlichting zelf te laten uitvogelen hoe het niet moet.
Jammer genoeg is het dan dikwijls al te laat.
Zwangerschap of besmetting.
Oost Afrika heeft nog een lange weg te gaan....
Van whisky ben ik overgestapt op gin tonic om mijn kans op malaria te verkleinen.
Voor het krantengedeelte vertrouw ik echter nog steeds op het kruim van de oostafrikaanse persmeute.
In The Guardian stonden wederom twee razend interessante artikels over AIDS.
Het eerste oeuvre ging over theeplukkers in Kenia. Aangezien de lonen er zodanig laag waren, de arbeiders dikwijls weken van huis waren en een mens toch wel een verzetje nodig heeft na een dag van hard labeur, bleek dat de mannelijke en vrouwelijke arbeiders elkaar wel meer dan eens ontmoetten in een verborgen hoekje.
Voor de mannen was het drift, voor de vrouwen een kleine aanvulling op hun karig loon.
De bedrijven nu die thee verbouwden, hadden zich gegroepeerd om een programma op te starten dat HIV besmetting moest tegengaan.
Een mooi initiatief.
Elk mensenleven telt tenslotte.
Helaas bleek hier dat het niet om de gezondheid van de werkgever maar eerder om de productiviteit ging.
De voorzitster legde onbewogen uit dat zieke mensen minder thee plukten, dat daardoor de hele productie in het gedrang kwam, dat het bedrijf bijgevolg meer werkkrachten moest aannemen en dat hierdoor de productiekost de hoogte inging.
En dat wilde de directie tenslotte vermijden. Niks geen opmerking over het algemeen welzijn van de uitgebuite arbeiders; het kostenplaatje maakte het verschil...
Een paar bladzijden verder was het weer raak. Sexuele opvoeding van jongeren.
Ik vroeg me af hoever puriteins Oost Afrika al stond.
Tienerzwangerschappen en losse zeden stonden haaks op het openlijk praten over sex.
Het artikel reikte de enige oplossing aan om AIDS bij de jeugd aan banden te leggen.
Totale onthouding.
Bijgevolg was ook voorlichting niet nodig want er gebeurde toch niets.
We leven in een samenleving waarbij iedereen toegang heeft tot de goorste porno op internet, waar mijn mederwerkers elkaar filmpjes tonen op hun GSM en waar je DVD's gewoon op straat kan kopen.
Volgens de letter van de wet strafbaar, maar niemand stoort er zich aan.
En zoals we allemaal wel weten, smaken de verboden vruchten het lekkerst.
Het is dan ook pure misdaad om de jeugd zonder enige informatie en voorlichting zelf te laten uitvogelen hoe het niet moet.
Jammer genoeg is het dan dikwijls al te laat.
Zwangerschap of besmetting.
Oost Afrika heeft nog een lange weg te gaan....
woensdag 4 maart 2009
CHANGING OF THE GUARDS (DEEL TEVEEL)
Inderdaad, hoe ging het nu verder met Zakayo?
We riepen alle heiligen aan, verwittigden alle mogelijke diensten maar niets weerhield Zakayo ervan me te stalken als was ik zijn grote idool.
Met de regelmaat van de klok vielen de berichtjes in mijn inbox. Extra bewijslast voor de politie die het evenwel niet nodig vond dit te noteren.
Zakayo bereikte zijn innoverende orgasme toen hij erin slaagde een SMS door te sturen met daarop een afbeelding van een revolver met de gevleugelde woorden "bye bye" eronder.
Toen ik bijna anderhalf jaar geleden neergeschoten werd, zat Zakayo op de eerste rij tijdens de voorstelling en ondanks het feit dat ik wel begrijp dat ik op niet veel medeleven van de knul moet rekenen, werd het me toen eventjes echt teveel.
Smakeloos, kwetsend en bedreigend...
Op zondag stuurde hij een SMS naar Rebecca, mijn overbuurvrouw.
Zakayo heeft een breed publiek.
Daar kondigde hij aan op zondagavond eerst naar Meru te trekken alwaar de executie zou plaatsvinden van het meisje dat hem afgewezen had en ook van haar moeder.
Daarna zou de grote vergeldingsmachine naar Kwa Idd afzakken waar mijn doodsklok zou luiden.
Het hele gedoe werd me een beetje te serieus en ik belde mijn contact bij de politie.
"Het is zondag vandaag", zei de Einstein van de recherche, "kom morgen maar langs op het bureau".
In een lijkzak, dan wel, was mijn laatste opmerking voor ik de telefoon dichtgooide.
Op die verlichte geesten hoefde ik alvast ook niet te rekenen...
Gisteravond kreeg ik nog een berichtje dat het tuig van de richel op mijn thuiskomst wachtte aan mijn poort en vannacht kreeg ik een SMS dat de afrekening deze ochtend zou plaatsvinden.
Zakayo is blijkbaar niet zo'n goeie organisator maar prettig is het toch allemaal niet...
Wat mij sterkt, is het feit dat hoe meer energie en woede hij in zijn tekstjes legt, hoe minder hij er over heeft om me ook daadwerkelijk iets aan te doen.
Ik wou alvast dat het allemaal voorbij was.
En dan liefst zonder gevaarlijke afloop.
Zo kogelbestendig ben ik nu ook weer niet...
We riepen alle heiligen aan, verwittigden alle mogelijke diensten maar niets weerhield Zakayo ervan me te stalken als was ik zijn grote idool.
Met de regelmaat van de klok vielen de berichtjes in mijn inbox. Extra bewijslast voor de politie die het evenwel niet nodig vond dit te noteren.
Zakayo bereikte zijn innoverende orgasme toen hij erin slaagde een SMS door te sturen met daarop een afbeelding van een revolver met de gevleugelde woorden "bye bye" eronder.
Toen ik bijna anderhalf jaar geleden neergeschoten werd, zat Zakayo op de eerste rij tijdens de voorstelling en ondanks het feit dat ik wel begrijp dat ik op niet veel medeleven van de knul moet rekenen, werd het me toen eventjes echt teveel.
Smakeloos, kwetsend en bedreigend...
Op zondag stuurde hij een SMS naar Rebecca, mijn overbuurvrouw.
Zakayo heeft een breed publiek.
Daar kondigde hij aan op zondagavond eerst naar Meru te trekken alwaar de executie zou plaatsvinden van het meisje dat hem afgewezen had en ook van haar moeder.
Daarna zou de grote vergeldingsmachine naar Kwa Idd afzakken waar mijn doodsklok zou luiden.
Het hele gedoe werd me een beetje te serieus en ik belde mijn contact bij de politie.
"Het is zondag vandaag", zei de Einstein van de recherche, "kom morgen maar langs op het bureau".
In een lijkzak, dan wel, was mijn laatste opmerking voor ik de telefoon dichtgooide.
Op die verlichte geesten hoefde ik alvast ook niet te rekenen...
Gisteravond kreeg ik nog een berichtje dat het tuig van de richel op mijn thuiskomst wachtte aan mijn poort en vannacht kreeg ik een SMS dat de afrekening deze ochtend zou plaatsvinden.
Zakayo is blijkbaar niet zo'n goeie organisator maar prettig is het toch allemaal niet...
Wat mij sterkt, is het feit dat hoe meer energie en woede hij in zijn tekstjes legt, hoe minder hij er over heeft om me ook daadwerkelijk iets aan te doen.
Ik wou alvast dat het allemaal voorbij was.
En dan liefst zonder gevaarlijke afloop.
Zo kogelbestendig ben ik nu ook weer niet...
dinsdag 3 maart 2009
MET EEN BIJNA AAN ONZEKERHEID GRENZENDE ONWAARSCHIJNLIJKHEID
Aangezien het niemand in Europa ook maar iets kan schelen of ik nu wel dan niet door mijn losgeslagen nachwaker naar de andere zijde gestuurd werd in de laatste dagen, kom ik uit eigen initiatief maar met hangende pootjes terug naar mijn blog.
Niets is zeker en zelfs dat niet.
Vanuit deze denkwijze dacht ik vorige vrijdag dat het raadzaam zou zijn een brandverzekering af te sluiten aangezien Zakayo waarschijnlijk nog net voldoende bij zinnen was om een lucifer aan te strijken en mijn hele huis in de as te leggen.
Niets is zeker en zelfs dat niet.
Dat werd onmiddellijk daarna nog maar eens bewezen toen ik het verzekeringskantoor binnenstapte. De vriendelijke bediende gaf me prijzen, percentages en kwota's die ik ijverig noteerde.
Ik moest ook een lijst opmaken van de te verzekeren inboedel. Tanzanianen zijn een gemakkelijk volkje. Ik kreeg de opdracht alle waardevolle zaken te noteren met een geschatte waarde ernaast.
Moeilijk was anders...
Op zaterdag maakte ik opnieuw mijn opwachting bij mijn nieuwe vriend.
Aangezien ik de dag ervoor alle infomatie al had gehad, mocht ik nu wel eens met geld over de brug komen, vond de pennenlikker.
Ik had alles netjes voorgerekend op een papiertje maar toen ik mijn cijfers naast die van de man legde, bleek dat ie maar liefst drie keer een flinke rekenfout gemaakt had.
In het voordeel van het bedrijf natuurlijk.
Ten einde raad vroeg ie me of hij mijn berekeningen mocht hebben om die vervolgens netjes over te schrijven.
Het puntje van zijn tong stak uit zijn mond en zweet parelde op zijn voorhoofd.
Toen ik uiteindelijk halverwege een eindeloze reeks irrelevante vragen was, kwam er een nieuwe mokerslag.
De opgegeven percentages waren niet correct en de rekening werd plots dubbel zo hoog.
Waar deze nieuwe feiten vandaan kwamen en waarom dit nu plots aan het licht kwam, was me een raadsel maar ik gaf de papieren terug aan de man en droop verslagen af.
Twee uur later kreeg ik een telefoontje van de grote baas.
Grote misverstanden, mensen met aanval van tropenkolder en de algehele malaise in de bankwereld hadden ervoor gezorgd dat ik niet de correcte informatie gekregen had.
Uitgebreide verontschuldigingen en of ik alsjeblieft maandag wilde terugkomen?
Kijk, dan voel je belangrijk en dan ga je natuurlijk ook terug.
De held van de vorige week was waarschijnlijk aan het herstellen van de afstraffing die de manager hem toegebracht had en ik kreeg een ander sujet toegewezen.
Het bleek ook al niet het felste lichtje in de kerstboom te zijn.
Nu kreeg ik prijzen die een behoorlijk stuk onder de vorige lagen.
Ik kreeg ook een "voorstel tot verzekering" waarbij de man me garandeerde dat dit gold als een contract.
In grote letters stond bovenop het document dat dit terug gestuurd diende te worden naar de bevoegde diensten en dat daarna de eventuele goedkeuring zou volgen.
Mijn agent vond dat dit echter geen probleem. Hij garandeerde me dat mijn huis vijf minuten na het overhandigen van de fondsen mocht platgebrand worden door Zakayo. Hijzelf stond garant voor een correcte uitbetaling.
Het leek me maar niets.
Net voor de ondertekening overliep ik het hele voorstel nog eens.
Net boven het vak waar de man mijn diepvries, koelkast, wasmachine en meer van dat fraais had ingevuld stond in koeien van letters dat huishoudtoestellen niet verzekerd konden worden.
Ik scheurde het document in twee voor mijn verbouwereerde publiek en wandelde kalm naar buiten.
Verzekerd ben ik helaas nog altijd niet....
Niets is zeker en zelfs dat niet.
Vanuit deze denkwijze dacht ik vorige vrijdag dat het raadzaam zou zijn een brandverzekering af te sluiten aangezien Zakayo waarschijnlijk nog net voldoende bij zinnen was om een lucifer aan te strijken en mijn hele huis in de as te leggen.
Niets is zeker en zelfs dat niet.
Dat werd onmiddellijk daarna nog maar eens bewezen toen ik het verzekeringskantoor binnenstapte. De vriendelijke bediende gaf me prijzen, percentages en kwota's die ik ijverig noteerde.
Ik moest ook een lijst opmaken van de te verzekeren inboedel. Tanzanianen zijn een gemakkelijk volkje. Ik kreeg de opdracht alle waardevolle zaken te noteren met een geschatte waarde ernaast.
Moeilijk was anders...
Op zaterdag maakte ik opnieuw mijn opwachting bij mijn nieuwe vriend.
Aangezien ik de dag ervoor alle infomatie al had gehad, mocht ik nu wel eens met geld over de brug komen, vond de pennenlikker.
Ik had alles netjes voorgerekend op een papiertje maar toen ik mijn cijfers naast die van de man legde, bleek dat ie maar liefst drie keer een flinke rekenfout gemaakt had.
In het voordeel van het bedrijf natuurlijk.
Ten einde raad vroeg ie me of hij mijn berekeningen mocht hebben om die vervolgens netjes over te schrijven.
Het puntje van zijn tong stak uit zijn mond en zweet parelde op zijn voorhoofd.
Toen ik uiteindelijk halverwege een eindeloze reeks irrelevante vragen was, kwam er een nieuwe mokerslag.
De opgegeven percentages waren niet correct en de rekening werd plots dubbel zo hoog.
Waar deze nieuwe feiten vandaan kwamen en waarom dit nu plots aan het licht kwam, was me een raadsel maar ik gaf de papieren terug aan de man en droop verslagen af.
Twee uur later kreeg ik een telefoontje van de grote baas.
Grote misverstanden, mensen met aanval van tropenkolder en de algehele malaise in de bankwereld hadden ervoor gezorgd dat ik niet de correcte informatie gekregen had.
Uitgebreide verontschuldigingen en of ik alsjeblieft maandag wilde terugkomen?
Kijk, dan voel je belangrijk en dan ga je natuurlijk ook terug.
De held van de vorige week was waarschijnlijk aan het herstellen van de afstraffing die de manager hem toegebracht had en ik kreeg een ander sujet toegewezen.
Het bleek ook al niet het felste lichtje in de kerstboom te zijn.
Nu kreeg ik prijzen die een behoorlijk stuk onder de vorige lagen.
Ik kreeg ook een "voorstel tot verzekering" waarbij de man me garandeerde dat dit gold als een contract.
In grote letters stond bovenop het document dat dit terug gestuurd diende te worden naar de bevoegde diensten en dat daarna de eventuele goedkeuring zou volgen.
Mijn agent vond dat dit echter geen probleem. Hij garandeerde me dat mijn huis vijf minuten na het overhandigen van de fondsen mocht platgebrand worden door Zakayo. Hijzelf stond garant voor een correcte uitbetaling.
Het leek me maar niets.
Net voor de ondertekening overliep ik het hele voorstel nog eens.
Net boven het vak waar de man mijn diepvries, koelkast, wasmachine en meer van dat fraais had ingevuld stond in koeien van letters dat huishoudtoestellen niet verzekerd konden worden.
Ik scheurde het document in twee voor mijn verbouwereerde publiek en wandelde kalm naar buiten.
Verzekerd ben ik helaas nog altijd niet....
Abonneren op:
Posts (Atom)