Translate

maandag 31 mei 2021

SUPER-BLOED-BLOEM-MAAN (DEEL IV)

Wat voorafging: op weg naar Whitesands voor een wondermooie volle maan ontmoetten we eerst nog een ratelslang.

We reden het park binnen samen met tientallen anderen die blijkbaar besloten hadden dat dit een familiefeestje zou worden. Dekens en stoeltjes werden op de gypsumhellingen gesleept en Jens en ik voelden ons een beetje onvoorbereid vergeleken met zoveel Amerikaanse planning.

We beklommen een paar heuvels en vonden een rustig plekje ver weg van alle gekakel. Hele groepen avonturiers waagden zich verder tussen de heuvels en ik kon me voorstellen dat toch op zijn minst een paar van deze slimmerds hopeloos zouden verdwalen voor een groot stuk van de nacht. 
Er was geen verlichting, er waren geen paden en eens je een paar honderd meter verder was, kon je de weg of de parking niet meer zien.





Toen kwam uiteindelijk de maan op en hoewel ze nog maar net boven de horizon zat, weerkaatsten alle duinen toch een spookachtig wit licht. Dit zou een fantastisch spektakel worden!
Een half uurtje later verdween de maan volledig achter een dicht wolkendek en het was duidelijk dat dit voor de rest van de avond zo zou blijven.
Ontgoocheld - driehonderd dagen per jaar is er geen wolkje te zien in New Mexico - reden we terug naar de campsite waar Jens zijn wekker op vier uur 's ochtends zette omdat dan de maan op zijn mooist zou zijn. Helaas was er opnieuw niets te zien.

Op onze laatste dag van de trip zetten we koers naar Cloudcroft, een skistadje in de bergen om de overblijfselen te zien van de treinbrug over een rivier.
We gleden een zeer steile helling af en braken bijna onze nek; klommen over een hek dat ons toegang verbood tot de brug en - eenmaal op de brug - vond Jens het toch allemaal een beetje gevaarlijk met al die wind. 
Ik moest zonodig weer de stoerste zijn terwijl een laatste restje adrenaline door mijn bloed stroomde na de ontmoeting met de ratelslang en ik wandelde zelfzeker naar Jens die al ietsje verder stond. Toen was het wondermiddeltje plots uitgewerkt en begonnen mijn knieën te knikken en dacht ik dat ik zou flauwvallen van de schrik.
Als een oude vent, die ik nu officieel ook ben, draaide ik me heel langzaam en heel voorzichtig om en ik schuifelde terug naar het begin van de brug.
Tegen je grenzen aanbotsen zoals dat heet en blijkbaar worden die grenzen elk jaar een beetje dichter naar je toe geschoven.









We reden verder naar Cloudcroft dat bestond uit een Far West samenraapsel van stijlen die waarschijnlijk pas dertig jaar geleden waren gebouwd. 
Er was een charmant kerkje met een winkel van schietgeweren er vlak naast maar veel meer was er niet te zien.







Via wegen die door het midden van nergens liepen, reden we uiteindelijk in vier uur terug naar Albuquerque.
Een aangename trip met aangenaam gezelschap...

zondag 30 mei 2021

SUPER-BLOED-BLOEM-MAAN (DEEL III)

 Wat voorafging: we bezochten de klif waar de Mogollon negenhonderd jaar geleden woonden en vertrokken dan naar Vette Katoenboom, beter gekend als Alamogordo.

Via een kleine omweg zouden we daar aankomen omdat ik zolang al eens in Hatch wou zijn. Niet dat daar zoveel te beleven valt maar het dorpje was het epicentrum van de chilipepers en laat New Mexico zichzelf nu net kronen tot de chilihoofdplaats van de wereld.De Hatch chilis werden geëxporteerd naar Europa en zelfs Japan dus we praten hier over een culinair wonder.

Helaas mislukte ons plan doordat de weg was afgezet voor bosbranden en zoveel risico was het ons nu ook weer niet waard.
Via een omweg over Demming bereikten we na vier uur Whitesands waar we een eerste verkennend rondje reden, kwestie van de plaats ook overdag eens te zien.

Daarna bezochten we de lokale Walmart, vonden we onze campsite die prachtig gelegen was vlak naast een imposante bergenrij en zetten onze tenten op en gooiden wat worstjes op de BBQ.







Om een uur om zeven zouden we weer naar Whitesands National Park rijden om het hele super-bloed-bloem-spektakel te aanschouwen omdat het park op een dag zoals deze openbleef tot elf uur.

Bij het buitenrijden zag ik voor de eerste keer in mijn leven een ratelslang. Het dier lag op het asfalt te genieten van de laatste warmte van de dag en ik trapte hard op de rem en stoof de auto uit.
Jens vond het wijzer in de auto te blijven zitten; rolde zijn raam naar boven, deed zijn deur op slot en checkte of zijn veiligheidsgordel wel goed zat. 
Ook wel een plan maar niets voor mij, vond ik.

De ratelslang hoorde me komen en begon traag van de weg af te glijden en was nu op haar volle lengte.

The western Black Tailed Rattlesnake


Anatomisch gezien zat haar staart nu op het verste punt van die vermaledijde giftanden dus ik achtte het wijs om het ratelknopje te vinden.
Met mijn voet raakte ik de staart van de slang voorzichtig aan maar de slappe bezemsteel had er weinig zin en bleef lethargisch liggen.
Ik dacht dat de batterijen van het beest leeg moesten zijn en boog me voorover. Dat was het moment dat mijn nieuwe vriend uitkoos om een waarschuwend geratel te laten horen. Ik kreeg er kippenvel van en zette een stapje achteruit want de slang keek me nu echt wel giftig aan.
Onder luid geratel - en dan bedoel ik echt 'luid' - gleed ie verder onder een struikje en bleef daar nog even boos liggen lawaai maken.


De ratel


Alweer een beestje afgevinkt op mijn lijst, besloot ik tevreden terwijl ik terug naar de auto wandelde waar ik Jens vanonder het dashboard peuterde.
Nu nog een tarantula en een mountain lion en mijn dag was goed....





zaterdag 29 mei 2021

SUPER-BLOED-BLOEM-MAAN (DEEL II)

 Wat voorafging: we kwamen aan in Silver City waar de enige aanvaardbare activiteit blijkbaar het drinken van verschillende alcoholische versnaperingen was.

Waar ze heen gingen en vanwaar ze kwamen, daar zijn we nog altijd niet achter maar in dit dorpje van 20,000 inwoners was er de hele nacht het zware gebrom van trucks met dieselmotoren.
Na een veel te korte nacht stonden we om 7.30 klaar - ontbijt achter de kiezen en tenten opgeplooid - om diep in de wildernis van het Gila Forest op zoek te gaan naar de vroegere klif-huizen van de Mogollons.

Via een onmogelijk bochtig en smal weggetje kwamen we na anderhalf uur aan bij twee park rangers die voor weken aan een stuk gestationeerd werden aan dit eind van de beschaving.
We kregen de hele rimram voorgeschoteld: geen kauwgum, geen tabak, niets meenemen maar ook niets achterlaten, liefs geen schunnige liedjes in het Vlaams zingen en al helemaal niet in het Engels.
Braaf bevestigden we ons goed gedrag en via een brug kwamen we aan de andere kant van de Gila rivier in het gebied van de Mogollons.

Achtentwintig miljoen jaren geleden was hier een vulkaan in elkaar geklapt die een zogenaamde caldera achterliet. Toen later de gassen van de lava verdwenen, lieten die grote gaten in de rotsen achter.
Daar was het dat onze prehistorische vrienden voor duizenden jaren beschutting zochten.

Rond 1200 dan werd deze omgeving bezocht door de Mogollon. Zij bouwden er muren en versterkten die zelfs met houten stammen. Binnenin hun rotswoningen waren er opslagruimtes, slaapkwartieren en een keuken.
Waarom is nog altijd niet duidelijk maar rond het begin van de veertiende eeuw trokken de Mogollon weer verder. Zij zouden ook de voorvaderen van de lokale pueblo's in New Mexico zijn.

Ik trapte op mijn adem want de rivierbedding had gedurende al die jaren een bed uitgesleten dat vele, vele meters lager lag dan de Mogollon huizen maar het was het allemaal meer dan waard. 


En daar moesten we nog helemaal naartoe...



Jens denkt eraan zijn domicilie hier te zetten.
















Op de terugweg botsten we nog op een stel White Tail deer en uiteindelijk stapten we terug in de auto om het hele stuk naar Vette Katoenboom te rijden.




vrijdag 28 mei 2021

SUPER-BLOED-BLOEM-MAAN (DEEL I)

 Het is me wat met de jongens en meisjes van dit land.


Niet alleen wordt elk gerechje  in een restaurant gedoopt met een ellenlange naam om het spectaculairder te doen lijken (iemand zin in lemon and garlic butter marinated flat iron steak?) of kan je een koffie zo specifiëren dat je er duizelig van wordt (Summer Berry Panna Cotta Frappuccino!), het gedoe is nu ook overgeslagen op natuurfenomenen.

Daarom werden we via allerhande mediakanalen lekker gemaakt voor een komende Super Blood Flower Moon op 26 mei die niet mocht gemist worden.
De super maan is een maan die enerzijds vol moest zijn en zich daarnaast ook op het dichtste punt bij de aarde moest bevinden. Zo zag ie er een beetje groter uit. Super toch?
Het hele bloederige gedoe had dan weer te maken met een rode gloed over de maan omdat een zonne-eclips zich voordoet op hetzelfde moment als de super maan.
De flower moon uiteindelijk was een volle maan in mei en daar vond ik geen zak aan. Er is een volle maan in elke maand en soms heb je er zelfs twee per maand dus waarom die dan een speciale naam moest krijgen, ontging me volledig. 
De volle maan in oktober is de Hunter's Moon en die in augustus is de Green Corn Moon. Zo kan ik er ook wel nog een paar verzinnen.

Maar goed, te lang stil gezeten omwille van de Covid dus laadde ik twee tenten, een onderbroek en een koelbox in de auto, ging Jens, de PhD student uit Uustakker oppikken en samen reden we naar onze eerste stop voor de nacht.
Silver City was een stadje dat me al lang bezighield en nu wilde ik het wel eens zien.

Het lag op 1800 meter hoogte aan de voet van het Piños Altos stuk van de Mogollon Mountains en dat klonk allemaal heel aanlokkelijk vond ik.
We reden naar het zuiden op de I25 autostrada en sloegen af richting Hillsboro (154 inwoners) en Kingston (21 inwoners) en via een duizelig makend smal weggetje bereikten we uiteindelijk de zilveren stad.
Heel verschillend met de rest van dit land was het allemaal niet met een Walmart naast een Home Depot naast een gigantische autogarage dus we zochten wat authenticiteit in een lokaal Spaans restaurantje en hadden een vullend maal met een paar biertjes.
Terug aan de campsite bleek dat er eigenlijk niet zoveel te doen was in Silver City zelf en we besloten het dorpje  Piños Altos met een bezoek te vereren.
Bleek dat het enige etablissement, The Buckhorn Saloon net die dag weer open was gegaan na tien maand Coronasluiting en zoals het echte cowboys betaamt, gingen we aan de bar zitten en bestelden we een shot whiskey.
Dat de zaak zelf er wel heel erg chique uitzag en bevolkt was door rijke stinkers die een buitenverblijf in de bergen rond Silver City bevolkten, negeerden we volledig. 

De groezelige buitenkant verborg een klassevolle zaak...



Piños Altos had ooit zowaar een opera





De oude kassa van de Buckhorn Saloon



Elke avond zouden we als echte mannen de BBQ en de rest van de omgeving in de hens steken maar dankzij de biertjes en de sterke drank, besloten we dat uit eten ook wel kon en we reden naar het historische centrum van Silver City (twee prullaria-winkels en een restaurant-met-terras) en probeerden de lokale margarita en nog wat wijn bij het eten.
Terug aan de tent kwamen we tot de ontnuchterende conclusie we dat we niet helemaal hierheen gereden waren om ons te bedrinken en, overmoedig door al dat gehijs, propten we dag twee vol met activiteiten....





zondag 23 mei 2021

EEN SLAG VAN DE MOLEN

 Toen ik nog op de Westside van Albuquerque woonde, bezocht ik wel eens Marble taproom, een lokale afspanning.
Daar was het dat ik Steve ontmoette. Altijd op zijn zelfde plekje en altijd met een biertje voor zijn neus. Leuke, intelligente vent en ik praatte er graag mee.

Twee jaar geleden verhuisden we naar de North East en kwam ik helaas niet meer in Marble. Een kilometer of 15 rijden voor wat bier was niet echt de moeite.

Een week of drie geleden dacht ik aan Steve en ik stuurde hem een SMSje. Bleek dat de brave man een ongevalletje had gehad en een week of acht in de kliniek had gelegen. Hij stuurde twee foto's, eentje van zijn gezicht en eentje van zijn rechterarm en mijn maag keerde...

Gisteren dan moest ik aan die kant van de stad zijn en ik ontmoette Steve op een prachtig terrasje. Helaas zag Steve er zelf zo prachtig niet uit.
Vier maand na het ongeval was zijn gezicht nog altijd gezwollen en toen ik de biertjes op tafel zette, haalde mijn vriend een rietje boven en dronk op die manier voor de rest van de namiddag.

Steve was een enthousiast ULM piloot en werkte ook graag aan de motor en de hele constructie.



Hij had een koper gevonden voor een motor waar hij vanaf wilde en die man zou ergens eind januari het ding komen kopen.
Steve, handig als hij was, had de motor van het vliegtuigje gehaald en naar zijn oprit gesleept. Voor de klant kwam, wilde hij het ding nog even warmdraaien...

"Hoe ik zo stom kon zijn, weet ik nog altijd niet," zei Steve, terwijl ik wat dichterbij ging zitten want het was moeilijk om hem te verstaan.
"Ik had de motor los op vier blokken gezet en had er nooit bij stilgestaan dat ik het misschien beter ook kon vastmaken."
De gevolgen van dat kleine denkfoutje waren desastreus. 
De motor was sterk genoeg om het hele toestel met piloot voldoende snelheid te geven op de landingsbaan voor het opstijgen en had genoeg kracht om je aan een flinke vaart vooruit te duwen eens je vloog.

Steve zat op een krukje achter de motor en verbond die met een batterij. Op het moment dat de propeller aansloeg en de motor besefte dat hij nergens aan vastzat, was het hek van de dam.
De schroef tilde het hele blok op, maakte een halve salto in de lucht en vond Steve op zijn pad.
Het hele kaakbeen van de arme man werd verbrijzeld, ongeveer al zijn tanden werden er uitgemept en de propellor hakte een stuk uit zijn bovenarm en beschadigde zelfs het bot.

"Het bloed spoot overal," zei mijn vriend, "maar ik was merkwaardig genoeg enorm kalm."
"Ik nam met mijn ene hand mijn telefoon en met mijn andere hand tilde ik mijn kaak een beetje op in de hoop dat ik toch enigszins verstaanbaar zou overkomen. Ik werd automatisch doorgestuurd naar een mevrouw die droogweg zei dat zij te ver zat en me zou doorverbinden."

"Het was de langste halve minuut van mijn leven," zei Steve en het was duidelijk dat hij opnieuw op zijn oprit lag. Uiteindelijk kon hij toch zijn locatie doorgeven aan de ambulancier die het dichtste bij was en hij werd naar het ziekenhuis gebracht.

Steve kreeg een tracheotomie waarbij een kunststof pijpje via zijn hals in zijn luchtpijp werd gebracht want er zou zoveel werk aan zijn mond zijn en alles zat zo opgezwollen dat de dokters vreesden dat hij op een bepaald moment zou kunnen stikken.
Ik wees trots op het litteken in mijn hals als was het een lidkaart van dezelfde club en vertelde Steve het verhaal dat me het nauwst aan mijn hart lag omdat het zowel schrikwekkend als hilarisch was..
Steve zou het adembuisje nog een paar maand houden omdat hij in juni weer onder het mes moest maar op een bepaald moment zou het er echt wel uitmoeten en dan groeit het gat in je hals langzaam dicht.
"Als je zover bent, maat, dan gaan ze een gaasje over dat gat spannen wat jij elke dag moet verversen en dat ga je dan ook netjes doen, geloof me!"
Ik nam een slokje van mijn bier om de spanning op te bouwen.
"Onze vliesvleugelige vrienden houden van donkere, warme vochtige holletjes," zei ik terwijl ik de afkeer in de ogen van mijn tafelgenoot zag, "en je wil toch niet dat een vlieg jouw longen uitkiest als haar nieuwste babykamer."
Steve knikte gehoorzaam. 
Dat gaasje zou elke dag netjes ververst worden, daar moest ik niet aan twijfelen...

Onmiddellijk erna vuurde ik ongewild het genadeschot af.
"Zeg, Steve, had je ook soms het gevoel dat je aan het stikken was in het slijm in je luchtpijp?"
De arme man had nu doodsangst in zijn ogen en wat hij me vertelde, was exact tot in de details hoe ik me voor weken gevoeld heb in 2007 na de eerder pijnlijke ontmoeting met een gewapende overvaller in Tanzania.

"Being caught between a rock and a hard place," zei Steve en ik begreep wat hij bedoelde.
"Drie keer ging de monitor naast mijn bed flat-line," waarmee hij bedoelde dat de machine geen hartslag meer oppikte, "en drie keer hebben ze me terug gebracht."
"Daar lig je dan," ging hij verder, "je voelt alles langzaam dichtslibben en je weet dat de remedie hiertegen bijna erger is dan dit gevoel want als je op het belletje drukt, komt er - hopelijk - een verpleegster langs die een stofzuiger in dat gat in je hals ramt en je longen ongeveer binnenste buiten keert."
Ik knikte langzaam terwijl ik tranen in mijn ogen had. Onverwerkte herinneringen zou een psychiater wellicht zeggen.
"En dan weten dat het binnen een kwartier weer van dattum zal zijn," fluisterde Steve zachtjes.

We stonden op en wandelden naar de parking waar twee food trucks stonden.
Ik vroeg mijn gezel of hij iets wou eten.
"Heb je een mixer mee dan?" zei hij sarcastisch.
"Ik eet al vier maand papjes met een rietje en dat zal zo blijven tot in oktober heeft de dokter gezegd."
Ik had waarlijk met de arme man te doen...

 

zaterdag 1 mei 2021

AND I WOULD TALK FIVE HUNDRED DAYS...

 ... and I would talk five hundred more.



zowat anderhalf jaar geleden besloot ik - niet eens rond nieuwjaar - dat er wat meer structuur in mijn leven moest. Al bij al modderde ik wat aan en als ik terug keek op een voorbije dag dan ging er toch heel wat tijd verloren aan verloren tijd.

De weegschaal waarschuwde me al een tijdje dat ik bijna rijp was voor een weegbrug naast de autostrada; ik bestond uit meer vet dan spieren en ook mijn grijze massa werd niet meer voldoende getraind.
Ik zou met een nieuwe levensstijl beginnen en zou dagelijkse gewoontes opbouwen. Zoals iedereen je vertelt, zijn de eerste dertig dagen de moeilijkste maar eens je daar voorbij bent, wordt het...een...wel ja, een gewoonte dus.

Stap 1 was op tijd naar bed en op tijd op. Ik besefte al even dat ik toch maar in de zetel naar lome YouTube videootjes lag te kijken eens het een uur of negen werd.
Mijn nieuwe plan was om 8.30 naar bed en om 4.30 op en dat lukte wonderwel. Na een paar maand had ik zelfs geen wekker meer nodig. 

Stap 2 was om elke ochtend vijf kilometer te wandelen en dat sloot nauw aan bij mijn eerste voornemen. Niets aangenamer dan de hele wereld voor jezelf hebben. Wel, op gebied van mensen dan toch, want meer dan eens ontmoette ik konijnen, een paar keer een koppel coyotes en 1 keer kreeg ik zelf een hartverzakking toen een enorme uil ongeveer in mijn oor oehoede. Die had ik niet zien komen.

Stap 3 was gezonder gaan eten en dat bleek ook al niet zo moeilijk. Veel groenten en fruit, een heel klein beetje vlees, weinig koolhydraten en elke dag een grote vodka. Voor de vitamienen in het vruchtensap dat erbij hoort, die laatste...
Er zijn al veertien kilogram af maar er zijn er helaas nog acht te gaan. Die trut van een weegschaal waar ik het daarnet over had, doet er wel de kilo's af maar besluit nog altijd dat mijn vetpercentage tegelijk belachelijk en gevaarlijk hoog zit. Er moet iets mis zijn met dat ding.

Stap 4 speelt zich af in het trainen van de hersenen want die verouderen natuurlijk ook. Al jaren spelen mijn lieve mama en ik dagelijks Scrabble online en mijn plan was om hier zo goed in te worden dat ik haar elke keer opnieuw zou verslaan. Dit deel van mijn nieuwe gewoontes is tot dusver absoluut niet tot uitvoering gebracht maar ik krijg dan ook al anderhalf jaar lang iedere keer opnieuw slechte blokjes.

Dan maar aan een nieuwe taal begonnen en Spaans leek me de meest voor de hand liggende keuze aangezien waarschijnlijk iedereen in Albuquerque de familienaam Sanchez, Martinez of Chavez draagt.
En tot mijn grote vreugde ben ik er in geslaagd om mijn dagelijks halfuurtje Spaans een volle vijfhonderd dagen vol te houden zonder een dag te missen.

Ballonnen.

Taart.

Vodka!!