Wat voorafging: ik spendeerde een volle dag in het wondermooie Mesa Verde National Park.
In het midden van het park ligt een steile heuvel. In het midden van die heuvel staat een gebouw met ramen 360 graden in de rondte.
Daar woont Ann elke dag van tien uur 's morgens tot zes 's avonds.
Ervoor en erna zijn vuren niet geacht uit te breken.
Om de vijftien minuten moet Ann haar gebouwtje in om een rondje te draaien en te zien of er ergens rookpluimen te zien zijn. Afwisselend gebeurt dat met het blote oog en met een zeer geavanceerde verrekijker.
Ann was gepassioneerd door deze hoek van de Verenigde Staten zo dicht bij de 'four corners' waar de grenzen van Colorado, Utah, Arizona en New Mexico samen kwamen en had heel wat informatie te delen.
Alleen een beetje vervelend dat ze om de vijftien minuten verdween...
Zij zorgde ervoor dat ik Hovenweep aan mijn lijstje voor mijn laatste dag toevoegde.
Ik ging terug naar de campsite, at droog brood (want de worstjes waren op) met de tweede helft van mijn fles rood en ging opnieuw vroeg naar bed. De Pterodactylkuikens waren er niet meer dus slapen lukte wonderwel.
Deze keer stond ik op om halfvijf, had mijn tent afgebroken en - hopelijk - alles in de auto gegooid in het stikdonker en begon te rijden om vijf uur precies.
Om zes uur stond ik in het 'uur van het gouden licht' in Hovenweep. Elke fotograaf zou dolgelukkig zijn op dit moment maar ik had enkel een gsm bij en wist niet wat het resultaat zou zijn.
Hovenweep is een woord van de Ute stam en betekent 'verlaten vallei'.
Erg verlaten moet het niet geweest zijn in vroeger tijden want er woonden 2500 mensen op bepaalde momenten.
De torens die ik bezocht waren gebouwd tussen de jaren 500 en 1200 en dat ze er nu nog stonden, toonde het vakmanschap van onze voorouders aan.
En opnieuw moest ik verder, deze keer de grens over met Utah. In de verte zag ik Monument Valley opdoemen (geen Forrest Gump) te zien deze keer maar mijn doel hier was Moki Dugway.
Geen Forrest Gump deze keer... |
De Moki waren de lokale bewoners honderden jaren geleden en een Dugway is een weg die uit de bergen is gehakt.
Op de Wild West tours passeren we hier met de motors. Terwijl normaal gezien het verloop van de dag tot in detail wordt uitgelegd net voor het vertrek, is er geen enkele motorgids die dit aangenaam stukje vertier aanhaalt voor we gaan rijden.
De route is onverhard, heeft haarspeldbochten, heeft misschien 5% reling en is eigenlijk gewoon een niet-zo-rechte lijn naar een hartaanval.
Als je dat bij het begin van de dag gaat vertellen, valt de helft van de rijders al van zijn motor in de eerste tien minuten van de dagrit van de pure zenuwen.
Halfweg stoppen we om The Valley of The Gods te zien en daar is het dat ik altijd de meest vuile blikken toegeworpen krijg.
Als we dan 's avonds aankomen bij Bryce Canyon en ik nog eens schaapachtig vraag wat iedereen van Moki Dugway vond, zijn ze ondertussen allemaal bijgedraaid en is alles weer goed.
Met de auto nu, kon ik naar boven en dan gelijk terug naar beneden, dan had ik dat tenminste ook eens een keertje gedaan.
Moki Dugway |
Zicht op Valley of The Gods waar ik opnieuw knikkende knietjes kreeg. Dat komt nooit meer goed... |
Door Navajo Nation ging het daarna over kleine weggetjes en door verlaten streken terwijl ik met flinke schrik mijn benzinemeter in de gaten hield. Gelukkig haalde ik het tot de 550 waar mijn trip vertrok en kon ik tanken.
1 opmerking:
Nog meer!
Herinneringen aan een prachtige reis, nu alweer bijna 10 jaar geleden.
Een reactie posten