De zon ging traag onder in ons stoffige dorpje en Morani, mijn trouwe Ridge Back, en ikzelf besloten het straatleven te gaan bekijken.
We stonden voor de poort en aanschouwden als twee kasteelheren de bonte stoet voorbijgangers.
Er waren kleurrijke Maasai vrouwen met een emmer water op hun hoofd, kinderen die brandhout naar huis sleepten en kuddes geiten en schapen die in een ongeordende optocht naar hun onderkomen voor de nacht sjokten.
Uit het niets dook plots de straathond op.
Hij ging een metertje of wat bij ons vandaan zitten maar hij keurde ons geen blik waardig.
Het beest geeuwde uitgebreid.
Een pakje zware Gauloises per dag, constateerde ik toen ik de vuilgele tanden zag. Een paar glazen had ie ook al op, gezien zijn lodderige toestand.
Het was de Serge Gainsbourg onder de honden, zeg maar...
Innemend als hij wou, maar onderhuids woedde een allesverterend vuur dat enkel aan destructie dacht.
Fikkie keek ons beiden aan.
Morani bloosde en ik hield mijn ogen afgewend.
"Ik moet jullie soort niet," bromde de vlooienbak. "Kostschooljongetjes."
Hij spuwde het woord uit...
Onverschillig stond hij op en kwam een stapje dichterbij.
"Of jullie me niet gehoord hebben?" Zijn stem klonk schor en dreigend.
Morani schuifelde onhandig ter plaatse en ik bestudeerde mijn nagels.
Niemand is er tot nu toe achter hoe hondentaal in elkaar zit, maar Morani wist in een fractie van een seconde dat de aanval eraan kwam.
Het vuilbakkenras spande zijn pezige, uitgewoonde lijf en haalde uit.
Arme Morani, onervaren en niet bestand tegen zoveel bruut geweld, pareerde onhandig.
Uit een grote stofwolk klonk gegrom en gegrauw.
Het duurde nauwelijks twintig seconden.
Morani ging verslagen op zijn rug liggen en bood zijn onbeschermde keel aan ten teken van overgave.
De overwinnaar draaide zich om en hinkte traag weg.
"Van een gevecht, lang geleden, dat manken," hoorde ik hem mompelen. "Heb er altijd last van als er regen op komst is."
Hij wist zich de keizer van de straat en gunde zijn slachtoffer geen blik meer.
Morani zocht beschutting achter mijn benen en jammerde zachtjes.
We gingen terug naar binnen. Ik sloot de poort, knielde naast de verslagene en knuffelde hem zowat plat.
Morani liet me begaan met een gelukzalige glimlach op zijn snuit.
God, wat houd ik van die hond.
En dat ie een watje is, hoeven ze op straat niet te weten...
4 opmerkingen:
Mooi ! Mooier !! Mooist !!!
Mama.
kan gerust een kindersprookje zijn, met Morani in de rol van underdog.
En fikkie de boze heerser van de straat.
Prachtig.
Kus, Mieke
Wordt tijd voor een assertiviteitstraining voor Morani...
Leuk om je even gesproken te hebben over de telefoon.
Geef Morani een knuffel ( en jezelf ook ) en tot mails, bels.
Liefs, Audrey & Bart
Fikkie meets Morani
schoon !
Annemarie
Een reactie posten