Veel van mijn avonden tijdens mijn jeugd in de westvlaamse klei werden gekenmerkt door nederlandse televisie.
Het was nu eenmaal objectief vast te stellen dat Nederland veel verder stond in het gebruiken van TV als een ontspannings- en ontsnappingsmiddel terwijl de brave Vlamingen nog steeds de idee aanhingen dat we het allemaal eerder informatief en belerend moesten houden.
We zijn tenslotte altijd droogkloten geweest.
Ik herinner me dan ook van die tijd - en misschien is dat nog altijd zo - dat onze noorderburen een beetje neerkeken op ons. Met een welwillend glimlachje weliswaar maar we waren toch duidelijk de mindere in de vergelijking.
Wij vonden die kaaskoppen dan weer arrogant, luidruchtig en te zelfzeker.
Ik veronderstel niet dat ik er een trauma aan over gehouden heb, maar laten nu net de Nederlanders de grootste buitenlandse bevolkingsgroep in Arusha zijn. Na de Afrikanen van andere landen en de Indiers wel te verstaan.
Het ontbreekt ze niet aan moed, onze buren. Ze zetten safaribedrijven op, bloemenkwekerijen, zaadveredelings-serres en noem maar op.
Misschien reageren ze zich wel af voor hun bizarre namen vanuit de tijd toen ze dachten dat ze Napoleon een hak konden zetten. Ik heb mijnheer Boter ooit ontmoet tijdens een safari. Fantastische man maar Boter in godsnaam?
Of Sjoukje.
Woont hier ook. Twee meter lang, een flink stuk boven de honderd kilo maar wel als Sjoukje door het leven gaan.
Mensje dan. Alsof het kind zo lelijk was bij de geboorte dat de ouders het voor alle duidelijkheid maar mensje doopten.
En tenslotte heb je nog Bakske Haringsla, de Fries die ooit de elfstedentocht won. Het was althans iets in die zin.
Alle Tanzanianen kennen dan ook de Nederlanders. Iedereen heeft wel ergens ooit een link gehad met een hollandse werkgever. Want werkverschaffers, dat zijn ze, dat moet je ze nageven.
Mijn collega's hebben het door dat ik uit een ander land kom, maar ze begrijpen niet goed hoe wij dan met elkaar communiceren. Ik probeer nog altijd - om gewichtig over te komen - duidelijk te maken dat ik Vlaams spreek waardoor ik, via mijn kennis van het Nederlands, zomaar een andere taal aan mijn CV kan toevoegen.
Mijn team begreep het niet helemaal tot ik iets beter de verhouding tussen Kenia en Tanzania begon in te schatten.
De vergelijking gaat volledig op en iedereen hier begrijpt nu de nuances tussen twee bevolkingsgroepen die zo gelijk en tegelijk zo verschillend zijn.
Vooreerst de taal. Kenia spreekt, net als Tanzania, Kiswahili maar bij onze noorderburen is veel meer de nadruk gelegd op het Engels waardoor hun Kiswahili niet zo zuiver is. Ze besteden er gewoon minder aandacht aan.
Eerst gelijkenis met de Nederlanders. Ik erger me kapot aan de schrijffouten en de slordige uitspraak van een groot deel van onze buren.
Verder leg ik mijn publiek uit dat we grammaticaal verwant zijn, maar soms verschillende woorden gebruiken.
Net als hier.
Wij hebben als publiek transport een dala dala, onze noorderburen een matatu. Het gaat om dezelfde roestbak maar het krijgt wel een andere naam.
Verder zijn de Kenianen ook veel direkter. Een nieuw raakpunt. In een bar bestel je een biertje met "nipe", (geef me). Je betaalt er tenslotte voor, is hun zienswijze.
In Tanzania wordt "naomba" gebruikt (mag ik u bidden mij te geven). Een Tanzaniaan krijgt dan ook geen biertje vast in Kenia (geen sprake van, ik geef het je niet voor niets) en een Keniaan wordt als onbeleefd ervaren bij ons.
Kenianen gaan ook, door hun betere scholen, lopen met de hogere jobs in Tanzania terwijl de Tanzanianen genoegen nemen met een trapje lager en zich daar gewillig in schikken. De brutaaltjes van de klas versus de grote volgzame meute.
Tanzanianen lachen gemakkelijker, blazen niet hoog van de toren, zijn eerder introvert terwijl de Kenianen zich terdege van hun meerwaarde bewust zijn.
Helemaal de verhouding tussen Belgie en Nederland vind ik dat.
Ik heb wat nederlandse lezers in mijn publiek, eens zien of Bart en Audrey, Astrid en Tante Kristien in de val trappen en mijn commentaarpagina volkrabbelen...
5 opmerkingen:
Hallo Jan,daar ik beide landen redelijk ken,zo wel in afrika als in europa.Kan ik je bijna geen ongelijk geven.
Groeten Bart
Tja Jan, ik hoop dat je, ondanks onze slechte taalkennis, nog steeds verheugd ( of is het verheugt...?!)bent dat we iedere keer met veel plezier je blogs lezen !
En trouwens, wij worden als Limburgers ook wel "reserve Belgen" genoemd door onze mede-Nederlanders van boven de rivieren.
Dus zijn we toch een beetje landgenoten !
Veel liefs, Audrey
Paultje met de beren poten was nochtans niet om over naar huis te schrijven. Als hij zijn weg maar gevonden heeft op de luchthaven van Adisabbebba
kom ik hier op een vroege dinsdagmorgen op kantoor, bezorgt Matthias me een lachstuip die kan tellen. Ik had blijkbaar Paultje met de berepoten verdrongen uit mijn gedachten.
Hele lieve jongen met klauwen waar je bang van werd.
Slaagde erin vanuit Arusha een collega op te bellen in Nederland om het Engelstalig menu in een restaurant te laten vertalen...
Paultje met de berepoten, deel II (die venstertjes om een reactie te plaatsen zijn verdomd klein).
Paultje met de berepoten belde daarna dezelfde man in Nederland om te vragen wat 9.00PM wel betekende.Dat stond bij vertrek uur op zijn vliegticket. Laat ons inderdaad hopen dat Paultje het gehaald heeft naar zijn thuisland...
(heerlijk, Matthias, you made my day...)
Een reactie posten