Translate

zaterdag 10 april 2010

ON THE ROAD AGAIN (DEEL HEEL VEEL VII)

Wat voorafging: gered van de vergetelheid in een achtergesteld dorpje...


Toen ik een paar dagen voor onze onverwachte gijzeling het Vodacomkantoortje in Singida binnenstapte, ontmoette ik er tot mijn verrassing Fredy.
Waarom de man een letter in zijn naam mist, is me nog altijd niet geheel duidelijk maar het weerzien was niettemin allerhartelijkst.
De vlotte kerel - veel blingbling, een slecht amerikaans accent en een vriendinnetje aan elke vinger - had me in Arusha meer dan eens uit de nood geholpen toen ik weer eens aan de sukkel raakte met mijn internettoegang en mijn modem.
Fredy nu zou onze gids worden tijdens de laatste dagen van Bart in Singida.
We bezochten de slechtste plaatsen ooit waar de bediening stil viel uit pure schrik voor de twee blanken en op zaterdagavond bezochten we zelfs de beste nightclub van de stad.
Gelukkig vloeiden de Konyagi en het bier rijkelijk want voor de zaak zelf moesten we het niet doen.
De toiletten waren goor, de DJ bakte er niets van en van klantvriendelijkheid had niemand hier ooit gehoord.
Enigszins brak duwden we Bart de ochtend erop de bus in terug naar Arusha.
Het oude ding rammelde vervaarlijk en braakte een flinke rookpluim uit.
Met ontzetting zag Bart dat ook kippen zouden meereizen en toen ik hem twaalf uur later belde, was hij nog altijd onderweg.
Een flinke prestatie voor een rit van iets meer dan driehonderd kilometer...

Exit Bart en entry voor Martijn, zijn school- en reisgenoot.

De twee jongens waren voor de eerste keer buiten Europa en het moet gezegd, na drie weken Tanzania hadden ze zich al wonderwel aangepast.
Er werd niet gezeurd toen we nog maar eens chips mayay (friet met ei - een regelrechte aanslag op je lever) moesten eten omdat er eenvoudigweg geen alternatieven voor handen waren.
De kamertjes waar we sliepen waren ongetwijfeld van een ander niveau dan de hotels in Nederland maar geen onvertogen woord kwam over hun lippen.
Martijn genoot elke dag opnieuw van het nieuwe en het onverwachte.
We reden langs valleien en tussen hoge rotsformaties en de uitroep "kijk dan" werd zulk gemeengoed dat zelfs Adam de chauffeur onze aandacht vroeg op die manier.

Uiteindelijk zat de taak erop in de streek onder het Victoriameer.
Na een laatste nacht met Fredy en zijn stoere vriendje zetten we koers naar Arusha.
Net de stad uit werden we tegengehouden door een kerel zonder uniform die uit een politiewagen sprong.
De kerel vroeg de papieren van de auto in de hoop een foutje te kunnen vinden wat hem dan weer wat geld voor een thee zou opleveren.
Vooraleer hij aan zijn onderzoek begon, vroeg ik hem om zijn legimitatie. De man sputterde eerst wat tegen maar liet ons uiteindelijk gaan. Hij draaide zich ontgoocheld om en mummelde nog iets over het feit dat hier geen thee viel te rapen.
Adam bekeek het hele gebeuren met groete pretogen.
"Zo moet het dus," zag je hem denken...

Even verder stonden we alweer stil.
Op geregelde tijdstippen werd je door een dik touw tegengehouden en werd je geld afhandig gemaakt voor het transport van goederen.
Waar die regeling vandaan kwam, weet niemand maar we verloren elke keer verschrikkelijk veel tijd met een zinloze discussie.
Nu hadden een paar onverlaten het plan opgevat om hun eigen zaakje op te starten.
De mannen hadden een touwtje over de weg gespannen en terwijl Adam de kerels strak aankeek, reed ie tergend traag door het touw.

Nog iets verder bleek er iets ernstigers aan de hand.
Er stonden minstens vijftig truks en bussen vast bij een modderige doorgang tussen twee hellingen in.
We namen te voet polshoogte en vonden uiteindelijk een doorgang.
Toen we onze informatie wilden delen met Adam was onze energieke chauffeur alweer verdwenen.
Een halve minuut later dook onze truck op; het handig kleine ding slipte en slingerde zichzelf een weg tussen de stilstaande colonne, Adam nam een aanloop, miste een bus op een haar en ging op volle toeren doorheen een drassige weide.
Opgelucht lieten we het slagveld achter ons.
De tien ton truck met Jatropha zaad die ons vergezelde bleef noodgedwongen achter.
Hij bereikte Arusha pas drie dagen na ons.
Uiteindelijk kwamen we terug thuis net voor het donker.

Een prachtige tijd was het geweest.
En met deze week van relatieve rust in de stad zijn de batterijen alweer voldoende opgeladen voor een nieuwe tocht, deze keer naar het zuiden...

Geen opmerkingen: