Het nadeel van vroeg beginnen rijden, is dat je het gevoel hebt dat je al een hele dag achter de rug hebt terwijl het eigenlijk pas tien uur 's ochtends is.
De uitbater van een Outpost bekeek me dan ook meewarig toen ik een whisky bestelde bij mijn koffie.
"Met mensen die om tien uur al aan de zuip zitten, heb je niks dan last", zag ik hem denken.
Ik gedroeg me en werkte spek en ei met toast naar binnen en reed daarna verder de bergen in naar Glacier National Park.
Van kilometers ver werd in heuglijke neonletters aangekondigd dat de road-that-goes-to-the-sun open was en hoewel ik niet wist wat dat betekende, werd ik er toch heel blij van.
Ik stopte aan het bezoekerscentrum en hoorde dat alle kampeerplaatsen al volgeboekt waren behalve Lake Kintla, helemaal in het noorden en gelegen op het eind van een slechte offroad.
Er waren weinig alternatieven dus ik vrat een uur stof en reed door putten terwijl ik de hele tijd dacht dat ik op het verste punt verwijderd van Albuquerque was en dat dit niet het moment was om stukken aan de auto te krijgen.
Ik kwam aan een alleraardigst meertje waar enkel twaalf plaatsjes waren en waar de honneurs waargenomen werden door een ranger van 97 jaar oud.
Hij was zijn hele leven lasser geweest en toen hij 75 werd en op pensioen moest, was hij naar dit eind van de wereld verkast en schreef ie numerplaten van aankomende auto's op een beduimeld stukje papier.
Ik werd gewaarschuwd om niet te ver langs het meer te wandelen (mama beer met twee jongen); niet uit de auto te komen aan "the round prairie" bij het terugrijden (het domicilie van een Grizzly en waarom werd je dat niet verteld bij het binnenrijden?) en dat er ook heel wat wolven in de buurt waren.
Ik ontmoette een heel sympatieke man die zo een beetje dezelfde route als ik volgde en we bespraken de desastreuze neergang van de States onder de leiding van de huidige president.
Verder gebeurde er niks noemenswaardig en toen ik 's ochtends als eerste vertrok, had ik niet de indruk dat iemand die nacht opgevreten was in zijn tent.
Toen was het tijd voor The Road-that-goes-the-sun.
Ik vrees dat ik flink verwend was door de nationale parken in Oost Afrika want hier schijnt het de gewoonte zijn dan niet meer dan een paar wegen het park doorsnijden. Heb je die gereden, dan is het avontuur ook voorbij.
Voordeel is dan wel dat de grootste delen van een park volledig onbezoedeld zijn door de horden en horden toeristen.
The road-that-goes-through-the sun bleef maar klimmen en na elke bocht waren er opnieuw imposante vergezichten.
Na twee uur zat ook mijn verblijf in Glacier National Park erop en ik reed het park uit door het reservaat van de Zwartvoetindianen.
Ergens zeurde een stemmetje in mijn hoofd dat die goeie ouwe Jommeke hier ook ooit was geweest maar toen ik het opzocht, bleek dat ie een meer hygienische stam had bezocht.
Jommeke bij de Propere Voeten |
Ik besloot naar Helena, de hoofdstad van Montana te rijden maar daar was niet veel te beleven dus ging het verder om zo dicht mogelijk bij het Yellowstone National Park te overnachten.
Lunch in de prairies van Montana |
2 opmerkingen:
Wat een mooie natuur. Ik wist het wel maar dit ziet er echt goed uit.
Kan ik ook nummerplaten komen noteren?
Een reactie posten