Translate

maandag 29 december 2008

VERKEERSVEILIGHEID OF DE HEER'S VOORZIENIGHEID?

Toen ik deze ochtend - na een welgekomen lang weekend - mijn lijf en leven in de strijd van het dagelijks verkeer gooide, merkte ik algauw weer wat berusting en aanvaarding van het lot betekent.
Hoewel deze omschrijving niet helemaal klopt.
Je kunt je lot wel aanvaarden maar dat hoeft daarom nog niet te betekenen dat je het gevaar moet gaan opzoeken.
Op de weg stond een jeep met moterpech, de chauffeur had het inzicht gehad de vier knipperlichten aan te zetten en hij had ook nog eens de verkeersdriehoek bovengehaald.
Tot zover ging alles goed.
Helaas had hij het ding voor zijn auto gezet in plaats van erachter.
Het had weinig zin volgens mij om het tegemoet komend verkeer te waarschuwen terwijl je netjes op je eigen rijstrook stond.
Helemaal gek werd het toen bleek dat de chauffeur doodleuk met zijn rug tegen de motorkap van de auto geleund stond. Het betreft hier een veelgebruikte weg met zwaar transport tussen Nairobi en Arusha.
Ik hoopte maar dat de verwittigde vrienden van de onfortuinlijke kerel er waren alvorens een truck achteraan inreed op de jeep en de man onder zijn eigen voertuig verpletterd werd...

Mijn gedachten dwaalden af naar de talloze bijna-botsingen op de wegen van Noord-Tanzania.
Elke keer gebeurde hetzelfde. Door het 1 of ander ongelooflijke manoeuvre van een ondoordachte chauffeur keek je de dood in de ogen. Uiteindelijk stond mijn moto stil op een half metertje of minder van de aanstichter van het avontuur en terwijl het koude zweet me van mijn rug liep, lachte de chauffeur zijn tanden bloot.
Een oprechte, welgemeende lach, niks verontschuldigend of schaapachtig grijnzen...

Het bracht me tijdens mijn eerste maanden op afrikaanse bodem dicht bij de razernij.
Met plezier, zo hield ik mezelf voor, zou ik dat opgewekt lachend gezicht zien omslaan van vrolijkheid over onzekerheid tot pure doodsangst terwijl ik langzaam op het voertuig toestapte en me klaarmaakte voor een echte botsing, zij het deze keer niet tussen blik en metaal, maar eerder tussen Europa en Afrika.
Ik kon me elke keer inhouden en daar ben ik nu nog altijd blij om.

Eens te meer draait het allemaal om de perceptie van de feiten.
Waar wij, in de westerse wereld, de idee hebben dat we de ondoordachte handeling van onze tegenstrever nog eens extra in de verf moeten zetten middels obscene gebaren, een scheldpartij of meer van dat fraais, is de lokale benaderingswijze veel meer berustend.
"Al bij al is er toch niets gebeurd," denkt je opponent en daar hoort een brede glimlach bij.

Misschien is dat wel de juiste ingesteldheid. Iedereen maakt fouten maar als die uiteindelijk niet tot blikschade of lichamelijk letsel leiden, kunnen we daar toch enkel blij om zijn en onze breedste glimlach tonen?
Of zie ik het verkeerd?

zaterdag 27 december 2008

DE PEN IS VAN JE ZUS, DEEL II

De mooiste wensen per mobiele telefoon kwamen helaas nadat ik mijn post al op de blog gezet had.
Ik kan het Zaina van Via Via niet kwalijk nemen want zoals haar naam al duidelijk maakt, is Zaina moslima. Dat ze haar wensen op boxing day stuurt is dan ook enigzins te begrijpen.

Het is duidelijk, eens je volgende tekst gelezen hebt, dat God een soort van multinational is die overal wel iets in de pap te brokken heeft gezien de vergelijkingen die gemaakt worden.
Tanesco is de elektriciteitsmaatschappij, TTCL de telefonie-leverancier, Bakhesa is een industriele bakkerij en Celtel (nu Zain) en Vodacom zijn twee mobiele telefonie operators.

"GOD is nt Tanesco bt he lights up our ways. He's not TTCL bt he communicate 2 us evrydy. He's not Bakhesa bt he gives us our daily bread. He's neither CELTEL nor VODACOM bt his network is always available. So stay connected 2 GOD. Wish you a Mery x-mass n' Happy new yr 2009."

Ook nog even vermelden dat 1 van vorige wensen verstuurd was door de professor die me in Kenia van een zekere dood gered heeft en een andere door een jonge dame met twee universitaire diploma's...

vrijdag 26 december 2008

DE PENIS VAN JEZUS (en het potlood is van je broer)

Het blijft eigenaardig om kerstmis te vieren onder een strakblauwe hemel en een stralende zon, maar het went wel.
Zoals ik vroeger al vermeld heb, is religie heel erg belangrijk in dit deel van de wereld.
Ik word letterlijk om de oren geslagen met de beste wensen voor een leven in aanbidding voor de heilige drievuldigheid.
De devote woorden zijn zoeter dan een Turkse baklava waar de honing van afdruipt en klinken niet gemeender dan een trouwbelofte van een nymfomane...
Laat je niets wijs maken, denk ik dan, je krijgt weliswaar een vredeskus of een warme handdruk in synagoge, moskee of kerk, maar als je eventjes niet oplet, gaat er geheid iemand met je keppeltje, je paternoster of je Koran vandoor...

Sinds lange tijd heeft de imam van de moskee al door dat een cassettebandje en een versterker het gedroomde middel is om iedereen om vijf uur 's morgens wakker te janken zonder dat ie zelf in zijn pantoffels moet schieten, maar nu heeft ook de mobiele telefoon zijn intrede gedaan in de verspreiding van kerstboodschappen allerhande.
De mooiste kan ik jullie toch niet onthouden (fouten zijn overgetypt zoals ze gestuurd werden)

Hierbij dus mijn beste wensen vanuit prachtig Tanzania, u mag zelf beslissen wat op u van toepassing is....

"A month of DECEMBER simply stands for.
D - ays of
E - valuation
C - elebration
E - ncouragment
M - emorising the
B - lessings
E -stablishing next year plans &
R- eviving your relationship with God.
Make use of the alphabet's meaning in ua life & pass to others whom you care as I do to you.
Merry Xmass & Happy New Year."


"INVITATION CARD:
The family of the HOLY MARY OF HEAVEN have the pleasure 2 invite u on the BIRTHDAY PARTY of her beloved son JESUS which will be held *some text missing*"


"Be aware from other duplicate of xmass Wishers.... I'm the only Authorised TBS 2008 Certified dealer in xmass Wishes. I wish you an Original Sweet Merry Xmass & happy new year 2009, God love u so much, that why he has give us his son JESUS CHRIST. all the best in celebrating his birthday."


"This for those that I adore, I care about, I pray for, I think of, I value, I treasure and I thank GOD for. wishing you a Merry Xmas."

"Christmas is a wonderful DAY
"2Pray"
"2Love"
"2Care"
"2Smile"
"2Celebrate"
and 2 thank GOD 4 EVERYTHING...
Merry Christmas & Happy New Year!"


Zo, daar moeten jullie het dan mee stellen voor het komende jaar.
Het allerbeste...

vrijdag 19 december 2008

DIE VLIEGER GAAT WEL OP

Vorige zondag kreeg ik een totaal onverwacht telefoontje van Sam.
Sam is een pure Schot, diende in de britse elite troepen als piloot, organiseert de meest maffe tochten doorheen woestijn, jungle of een ander desolaat gebied en verliest daar nooit zijn allercharmantste glimlach bij.
De eerste keer dat ik Sam ontmoette, daalde hij aan een touw af van de hoogste bol van het Atomium om ons te begroeten. Hij was ingehuurd door de dienst monumentenzorg om het hele bolwerk een grondige poetsbeurt te geven en het was mooi om hem en zijn team bezig te zien als nietige insectjes op het imposante gebouw.
In maart kruisten onze wegen opnieuw. Ditmaal diep in de machtige woestijnen van Libie. Sam begeleidde de rally-deelnemers doorheen hun eerste kennismaking met het zand.
Hij nodigde me uit voor een lesje duinen op- en afrijden. Rustig legde hij uit wat er moest gebeuren ten einde niet over kop te gaan op een helling van 45 graden.
Ik heb er nu nog de bibber van als ik eraan terugdenk maar het was een heerlijke ervaring...

Sam belde me vanuit Kenia; daar was ie net geland met een vliegtuigje dat de grootte had van een conservenblik.
Samen met zijn vrouw en een vriend was ie onderweg van Belgie naar Zuid-Afrika. Een jongensdroom.
Ik nodigde ze uit om bij mij te overnachten maar eerst gingen we lekker eten bij Khan's BBQ. De tent verkoopt overdag auto-onderdelen en wordt 's avonds een openlucht braai.
Een originele combinatie die nog schijnt te werken ook.

De verhalen kwamen natuurlijk al gauw en daar doe ik het ook voor.
Sam en Bea uit Kortijk hadden elkaar ontmoet in Myanmar, niet direct in de botsauto's of in het steegje achter de kerk, lijkt me dat.
Ze hadden beiden een passie voor vliegen, en dan bedoel ik niet de insecten.
Het vliegtuigje was gekocht in Florida en toen waren ze maar gelijk met de hele familie een uitstapje wezen maken, papa, mama en twee koters van drie en zes.
Ze vlogen met zijn allen naar de Bahama's voor een heerlijke vakantie.
Daarna moest de kist in Belgie raken en dat was geen sinecure.
Gezien de beperkte actieradius, ging de tocht in etappes door Noord-Amerika, Canada en dan via Groenland naar Ijsland en ten slotte Noorwegen.

Nu waren de avonturiers voorbij halfweg op hun tocht naar het zuiden.
In Zuid-Afrika zou de hele familie weer herenigd worden en daarna kwam Sam terug naar Tanzania.
In januari begeleidt ie een filmploeg die vanop Zanzibar naar Botswana vliegt in een hete luchtballon.
Het was fantastisch om de drie opgewekte mensen over de vloer te hebben. Mathieu, niet gewoon aan de afrikaanse keuken, sneuvelde het eerst. Geveld door buikpijn ging ie onder zeil. Bea gaf haar gevecht met de witte wijn na een poosje op en haakte ook af.
Ik bleef nog lang napraten met Sam, de fles whisky werd alsmaar leger maar de verhalen bleven komen.
Uiteindelijk viel ik in slaap, in het besef dat ik het getroffen had niet in nine-to-five leven verzeild te zijn geraakt...

donderdag 18 december 2008

DOELGERICHT DOORGELICHT

Op het wekelijkse FMS dinner ontmoette ik de vijf dokters uit Nederland en Belgie die jaarlijks hun vakantie opofferen om hier tien dagen chirurgische ingrepen te doen die zonder hun hulp nooit zouden gebeuren, hetzij door de beperkte financiele middelen van de patient, hetzij door gebrek aan kennis van de plaatselijke dokters.
Ze betaalden hun ticket zelf, sliepen in een oud huis van katholieke paters en deden in alle bescheidenheid hun werk.
Ik had groot respect voor de mannen.
Vorig jaar had ik ze voor het eerst ontmoet toen ik net ontslagen was uit het hospitaal in Nairobi.
De gesprekken begonnen toen voorzichtig. De dokters waren misschien wat onwennig omdat ze een evenwicht dienden te vinden tussen wat ik kwijt wou en hun gezonde interesse op medisch vlak.
Ik voelde me een beetje het object van vijf geleerden.
De dooi kwam abrupt.
Filip, de enige Vlaming in het gezelschap - met wortels in Diksmuide en Wijtschate - was zo geboeid door de hele situatie dat hij vergat van zijn biertje te nippen.
Frank, naast hem, die me de hele tijd ernstige, gerichte vragen had gesteld waardoor ik het gevoel had me voor een examencommissie te bevinden, stootte zijn buurman aan en sprak de gevleugelde woorden: "Komaan, zuipen, kreng."
Ik rolde zowat onder tafel en het ijs was meteen gebroken.

Zondag werd ik meteen aan een onderzoek onderworpen. De aanslepende infectie kwam ter sprake en ik zou een contrast-CT-scan ondergaan.
Via Sarah, een vrolijke Australische, had ik de dag erop al een aanvraag te pakken en gisteren vertrok ik naar het enige hospitaal in de stad waar dergelijke apparatuur voorhanden was.
Ik haalde mijn kaart van de verzekering boven en de secretaresse pleegde een telefoontje naar de bevoegde diensten om toestemming te vragen.
De persoon aan de andere kant van de lijn achtte een Xray een betere oplossing. Waarschijnlijk dacht ie meer aan zijn budget dat aan mijn gezondheid.
De secretaresse praatte eindeloos lang op hem in. Dat mijn aanvraag ondertekend was door een dokter die wel wist wat best was voor zijn patient, deed blijkbaar niets ter zake.
Het speeksel van de secretaresse was op en nummer twee in rang nam over zonder resultaat.
Ik volgde de gesprekken met grote interesse. Het werd me heel snel duidelijk dat er enkel gesmeekt werd zonder enige argumentatie.
Toen kwamen achtereenvolgens een dokter - een grote bol voor het hoofd, een nog grotere bol voor het lichaam, een zwarte sneeuwman eigenlijk - en een ongeinteresseerde radioloog een praatje maken in de hoorn.
Ten einde raad werd de patient ingeschakeld.
Eens te meer werd het belang van educatie zichtbaar.
Op school leren we van kleinsaf aan hoofdzaak van detail te onderscheiden, te argumenteren en een gesprek op te bouwen middels spreekbeurten en groepsgesprekken.
Ik haalde alle truken van de foor boven en had binnen de minuut toestemming.
Mijn toehoorders hadden groot respect voor me.
Ik mocht weer gaan zitten want een loopjongen zou met een geschreven toestemming van de verzekeringsmaatschappij komen. Van fax en internet had hier nog niemand gehoord.
Ik waande me in de middeleeuwen.
We waren nu een uur verder en toen bleek dat de radioloog er geen zin meer in had.
"Je kan het best morgen terugkomen," vond ie, "want je moet nuchter zijn. Die contrastvloeistof kan je doen braken."
Hij was zichtbaar ontgoocheld toen bleek dat ik de hele dag nog niets gegeten had.
Zijn volgende poging betrof het toestel en daar had ie me helemaal klem mee.
De printer was stuk en de zo noodzakelijke foto's konden dus niet gemaakt worden.
Sprakeloos griste ik de papieren uit zijn handen en verdoofd stapte ik op de moto.
Daarvoor had ik anderhalf uur op een stoeltje gezeten.
Niemand dacht eraan me in te lichten vooraleer we eindeloze procedures doorliepen.
Gestrand met de eindmeet in zicht...

WIE ZIJN VOETEN SCHENDT, MOET OP DE BLAREN LOPEN, DEEL V

Vanochtend, acht dagen na de tocht van Lake Natron richting Arusha, viel de derde teennagel eraf.
De blauwe exemplaren zijn nu allemaal verdwenen en ook de blaren die ongeveer de hele onderkant van mijn voeten bedekten, zijn weg.
Gisteren ben ik met een meetlatje in de weer geweest op de kaart van Serengeti en omstreken; we hebben op twee en een halve dag een kleine 100 km afgelegd, grotendeels onder een brandende zon, over een ruw pad, door kloven en over flinke heuvels.
Al bij al niet slecht vind ik.
Misschien begin ik wel een jaarlijkse Natron-dodentocht.
Inschrijvingen zijn vanaf nu welkom...

woensdag 17 december 2008

ARNAUD SEBASTIEN VAN ROSSUM

Als trotse papa meld ik u de geboorte van Arnaud.
Dat hem een grootse toekomst te wachten staat, is nu al zeker aangezien het kereltje verkoos op keizerlijke wijze ter wereld te komen.
51 cm en 3.740kg lijkt me ook een eerder gezonde baby en de gelukkige opa belde me al om te zeggen dat Arnaud een brave jongen was omdat ie nog niet veel gehuild had.
Ook mama maakt het goed maar was gisteravond nog niet bereikbaar voor commentaar wegens te groggy van de verdoving.
Arnaud kan zich geen beter nest verwachten dan bij zijn mama in Alsemberg maar stilletjes, heel stilletjes hoop ik natuurlijk ook dat hij een halve Afrikaan is.
Hem later van de twee werelden laten proeven zou mijn geluk alleen maar groter maken...

dinsdag 16 december 2008

DE BEWOONDE WERELD, DEEL IV

Na een prachtige rit waarbij we langzaam de actieve vulkaan Oldonyo Lengai achter ons lieten, kwamen we aan in Enga'ruka, het laatste Maasai dorpje voor Mto wa mbu en het lake Manyara National Park en werd ik uit de auto gegooid.
Er stond een bord dat in duidelijke bewoordingen stelde dat al wie hierbinnen reed vijf dollar diende te betalen voor het onderhoud van de weg.
Ten eerste kwam ik te voet aan en ten tweede kwam ik van de andere kant aangewandeld.
Ik vond dus bijgevolg niet dat ik de geheven taks hoefde te betalen maar tot mijn grote frustratie vonden mijn belagers van het inningskantoortje dat iedereen zijn bijdrage moest leveren; ook voetgangers die van de andere kant kwamen aangehinkt.
De discussie bleef eindeloos duren en plots was ik het zat.
In mijn woede vergat ik water te kopen en ik dacht tijdens de nacht de afstand naar Mto wa mbu te kunnen lopen. Een van de Maasai kreeg medelijden met me en liep een eindje met me op.
"Het stikte er van de leeuwen en de afstand was ruim zestig kilometer".
Ik was al zo ver over mijn kookpunt dat de argumenten niet meer hielpen.
Stug wandelde ik door, het natuurgebied en de nacht tegemoet.
Na drie uur stappen, kwam de eerste auto langs.
De sympatieke chauffeur stelde zichzelf voor als Kosovo en hij maakte me heel duidelijk dat hij me niet alleen zou achterlaten in roofdierengebied.
Ik hechtte er weinig belang aan maar maakte toch dankbaar gebruik van de lift.
Amper een kilometer verder zagen we twee jakhalzen op hun typische gehaaste manier langs de kant van de weg lopen. Het is geweten dat deze kleine vosachtigen altijd in het spoor blijven van hyena's en leeuwen als vuilnisophalers van het tweede niveau.
De chauffeur keek me veelbetekenend aan en ik slikte mijn angst weg.
Een paar kilometer verder stopte de pick up bij een andere jeep.
Dennis stond hier iets meer dan 24 uur vast met een gebroken achterbrug en Kosovo kwam hem bevoorraden met wat frisdrank en een paar chapati's, de typische Indische pannenkoeken.
Ik kon bij Dennis in de auto blijven slapen tot het eerste licht maar net toen we aan de inrichting voor onze overnachtingsplaats begonnen, kwam het reddingsteam eraan. Op een of andere manier - netwerk voor de telefoon was er niet - waren zijn collega's in Loliondo op meer dan driehonderd kilometer afstand op de hoogte geraakt van het onfortuinlijke lot van Dennis.
In de laadbak van de net aangekomen jeep lag een tweedehands achterbrug en de mecaniciens lieten er geen gras over groeien. In geen tijd was de jeep opgekrikt met twee jacks, een hoop stenen en een paar reservewielen. De hele achteras werd eronder uit gesloopt terwijl de heren met zijn vieren onder de jeep flauwe grappen lagen te vertellen en Dennis heen en weer liep met zijn zaklampje om iedereen bij te lichten.
Twee uur later was de klus geklaard en reden we met de twee auto's in de richting van de bewoonde wereld.
In een hevige plensbui - ik benijdde Ezra niet voor zijn volharding - vonden we een restaurantje. Ik betaalde uit dankbaarheid de hele rekening. Dertien euro voor zeven personen, frisdrank en thee inbegrepen en mijn nieuwe vrienden brachten me naar een onderkomen voor de nacht. De kamer met dubbel bed hapte nog twee en een halve euro weg uit mijn budget en de dag erop reden we om zes uur 's ochtends terug naar Arusha.
Ik mankte de stad in, haalde mijn moto op bij FMS en bracht verslag uit bij Rebecca, de vrouw van Ezra.
Ze maakte er geen punt van dat ik hem ergens kwijt gespeeld was; dit was duidelijk niet de eerste keer dat zoiets voorviel.
Ik reed naar huis, nam een heerlijk warme douche en versliep de volledige laatste dag van mijn korte vakantie.
De trip was het meer dan waard geweest...

maandag 15 december 2008

WIE DE AFSPRAAK SCHENDT, BLIJFT ACHTER, DEEL III

We daalden verder en verder de canyon in en de wanden rezen meters hoog op terwijl donkere wolken zich samenpakten boven ons.
Als hier een tropisch regenbuitje losbarstte zaten we als ratten in de val. Net waar onze uitweg naar de bewoonde wereld het smalst was, stond een poel stinkend vuilbruin water.
De plas was te groot en te diep en noodgedwongen keerden we op onze stappen terug.
Na een helse klimpartij tegen de steile wanden vonden we een wandelpad en kwamen we eindelijk aan bij de watervallen die naar Engare Sero aan het zoutwatermeer leidden.
We ontkleedden ons en zwommen in de poelen aan de waterval. We hadden het volledige paradijsje voor ons alleen en dit was een heerlijke verwennerij na de vermoeiende tocht.
We trokken verder naar het dorpje en de volgende ochtend vertrokken we om vijf uur om toch wat kilometers te kunnen maken alvorens de zon te hard brandde...
Om acht uur was het al snikheet. We liepen door een pan, omringd door hoge wanden. De warmte had geen kans te ontsnappen en tegen negenen was het al meer dan dertig graden.
We wandelden flink door en tegen een uur of elf zochten we beschutting onder een iel boompje en vertelden we elkaar opbeurende verhalen over fris bier, ijsjes en koude douches.
Al die tijd hadden we nog geen levende ziel ontmoet met uitzondering van een vrolijke Maasai met een paraplu. De morani was om drie uur 's nachts uit zijn dorpje vertrokken voor een bezoekje aan Lake Natron. Hij had voedsel noch water bij zich en hij leek verbazend fit.

Toen de zon weer wat lager stond, hervatten we onze tocht.
Het was loodzwaar.
We hielden er een stevig tempo op na maar het was duidelijk dat onze watervoorraad ontoereikend zou zijn. Op drie vierde van de dag had ik tien liter water op.

De Zuidafrikanen stopten met hun imposante jeeps naast ons net toen we het zwakst stonden.
We waren bijna op de top van een steile klim, de wind en de zon in ons gezicht.
De kerels boden ons een lift aan en we hadden al uitgemaakt dat we ons einddoel niet zouden halen.
Gretig ging ik op het aanbod in, ik klauterde in de open laadbak maar Ezra had het zo niet begrepen.
"Ik wandel nog een stukje," liet hij me doodleuk weten...
Zuidafrikanen zijn niet de meest tactvolle mensen, dat is algemeen geweten.
De chauffeur stelde zich geen vragen dat hij slechts de helft van het zwijmelende stelletje mee had.
Hij gaf gas en ik zag Ezra kleiner en kleiner worden.
Na een kleine kilometer had ik er al flinke spijt van dat ik niet wat meer volhardend was geweest. We doorkruisten een enorme grasvlakte waar duizenden en duizenden zebra's en gnoes graasden.
Het zou een unieke gevoel geweest zijn daar doorheen te wandelen maar dat voorrecht zou enkel voorbehouden zijn aan mijn iets moediger ex-reisgezel....

vrijdag 12 december 2008

WIE ZIJN NEUS SCHENDT, SCHENDT ZIJN AANGEZICHT, DEEL II

We wandelden weg van het dorpje in een eigenaardige optocht. Ezra hield er samen met Kadogo stevig de pas in en ik zwijmelde er een tiental meter achter samen met een schurftige hond, nog altijd misselijk van de vlucht in de minieme kist. De voorlaatste keer in het ding, was niet feestelijker geweest. Toen hadden de piloten er de zetels uitgehaald om er een draagberrie in te schuiven...

We liepen in de richting van het klif van de Rift Valley.
De Rift Valley is een scheur doorheen bijna het hele afrikaanse continent. De tectonische platen zijn er van elkaar weggeschoven en je kan makkelijk op een kaart zien dat alle grote meren eigenlijk gewoon gaten zijn op dezelfde lijn.
We kwamen aan de rand en het was alsof de wereld stopte. Loodrecht ging het naar beneden, ruim 400 meter. Ezra kreeg nog even het onzalige idee om naar beneden te klimmen maar gelukkig wist de Maasai hem te overtuigen het ezelspad te gebruiken.
Water was er niet hierboven en daarom stuurden de bewoners op regelmatige basis de ezels naar beneden. Vrouwen en kinderen gingen mee en kwamen dezelfde dag terug naar boven; de ezels met het water, de mensen met zakken meel of mais, met brandhout of andere nuttige zaken.
Het was dan ook duidelijk dat dit een makkie zou worden...

We gleden het pad af en na drie minuten was ik al twee keer languit tegen de grond gegaan.
De tegenstelling kon niet groter zijn. Op kop, twee jongens, lenig en gespierd en in de kracht van hun leven; erachter struikelde een vloekende, zwetende, te zware man. De zwaartekracht zoog me naar beneden terwijl mijn collega's dansten van steen tot steen.
We rustten uit in de schaduw aan een poel.
Honderden geiten die het pad opkwamen dronken van het water en deden er evengoed hun behoefte in.
Dat mocht geen beletsel zijn, vond Kadogo.
Hij deed zijn twee shuka's uit, droeg inderdaad geen ondergoed zoals me altijd verteld was en ging uitgebreid badderen in de stinkende poel.
En weer werd bewezen wat altijd beweerd wordt over onze zwarte broeders; ik kon nog net de neiging onderdrukken om de beschreven "four-wheel-drive" uit een vorige post aan een nader onderzoek te onderwerpen uit wetenschappelijk oogpunt en toen had de morani zijn kleren alweer aan. Hij wipte een geknoopte punt van zijn shuka over zijn linkerschouder, deed het zelfde over zijn rechterkant en we waren klaar om verder te reizen...
We zagen een half uurtje niemand en toen verscheen uit het niets een Maasai meisje. Ze begroette Ezra heel hartelijk en vroeg hem naar zijn vrouw Rebecca.
Het was duidelijk dat de vliegende dokters en hun piloten hier groot aanzien genoten.

Ik worstelde me een weg verder naar beneden, verbrandde mijn neus door de tropische zon en zweette een hele rivier vol.
Ezra liep ondertussen als een balletdanser door de canyon terwijl hij belachelijke liedjes zong. Het oervlaamse potje vet dat op de tafel wordt gezet, bestaat dus duidelijk ook in Amerika, zij het in iets andere bewoordingen...

donderdag 11 december 2008

WIE ZIJN VOETEN SCHENDT, MOET OP DE BLAREN LOPEN, DEEL I

Vreedzaam leven ze samen in Tanzania, de moslims en de christenen. Ik heb er alle bewondering voor, gezien de negatieve berichtgeving die wereldwijd verspreid wordt over religieuze fanatici enerzijds en de moordzuchtige neigingen die me overvallen anderzijds wanneer de muezzin om vijf uur 's ochtends door zijn versterker staat te bleiren en mijn diepchristelijke buren hun hele zondag opofferen om - middels luidkeels geblaat - Ons Here om mededogen te smeken.
Voordeel van een land met twee godsdiensten is wel dat je een pak meer feestdagen hebt.
Maandag en dinsdag was het weer van dat.
Ik had voor het eerst sinds lang vier dagen vrij en ik was vastbesloten mijn tijd zo zinvol mogelijk door te brengen.
Op het feestje van Thanksgiving had ik samen met Ezra, de avontuurlijke vrijwilliger-piloot een plannetje uitgewerkt.
We zouden gaan stappen...
Niet van eettent via bar naar discotheek maar door ongerept Maasai land.

Aangezien Ezra niet tot plannen in staat is en er ook niet om geeft, werd ik op zaterdagochtend op de luchthaven verwacht met een rugzak en tien liter water. Zo ver ging de informatiestroom.
Pat, de president-fondateur van Flying Medical Services vierde in stijl de International Air Day of iets van die strekking.
Het iele mannetje stapte in de kleine zes-zitter en haalde een paar halsbrekende stunts uit boven het kleine luchthaventje.
Alle lokale toeschouwers gingen door het dak terwijl ik me ongerust stond te maken over het veilig verloop van onze vlucht straks.
Je kent ze vast wel, de oudere ooms die maar traag op gang komen op een huwelijksfeest maar daarna niet meer te houden zijn. Terwijl de rust al lang is teruggekeerd, hossen ze nog altijd doelloos rond op de verder lege dansvloer. Traag als een diesel, maar niet meer te stoppen eens ze op kruissnelheid komen.
Ik hoopte maar dat Pat niet van dat kaliber was....

We stegen op en ik zag het zwembad van Tanzania Game Trackers op honderd meter van de landingsbaan. Daarna zorgde mijn opspelende maag ervoor dat ik de rest van de vlucht met toegeknepen ogen volmaakte.
Ezra schreeuwde boven het geluid van de motor uit dat we boven Oldonya Lengai vlogen, de actieve vulkaan van een vorige post en ik opende mijn ogen een seconde.
Net lang genoeg om in de kokende muil van het monster te kijken.
De aanblik droeg niet bij tot rust in mijn ingewanden en ik haastte me dan ook het vliegtuigje uit eens Pat een vlekkeloze landing volmaakte op een met keien bestrooide grasvlakte.

Ezra ontmoette onmiddellijk zijn Maasai-vriend Kadogo.
Uit wederzijdse sympathie hadden de twee jonge mannen de gewoonte opgebouwd om een potje te worstelen als begroeting.
Daar begon Ezra nu ietwat wantrouwig aan.
De uitleg volgde later.
Toen de piloot hier de vorige keer landde, zoals altijd om de twee weken met een dokter en medicijnen, was ie Kadogo onmiddellijk aangevlogen maar hij kreeg de gespierde Maasai niet tegen de grond.
De krijger glibberde de hele tijd uit de houdgreep van Ezra.
De uitleg was eerder onsmakelijk.
Een hyena had een geit uit de boma geroofd en Kadogo was er achteraan gegaan. Eenmaal de rover neergelegd, was de woede van de jongeman nog niet bekoeld.
Hij had zich helemaal ingesmeerd met hyena-vet teneinde de rest van de familie uit te schakelen.
Op die manier kon de morani zijn toekomstige slachtoffers beter besluipen.
Toen Ezra zijn vriend vroeg wanneer dat dan wel allemaal gebeurd was, bleek het vier dagen geleden te zijn.
Al die tijd was Kadogo ongewassen, glibberig en stinkend blijven rondlopen.
Het verhaal verhielp niets aan mijn misselijkheid...

donderdag 4 december 2008

WIE WORDT BETER VAN ONTWIKKELINGSHULP?

Niets beter na een drukke werkdag op kantoor met mensen die rentabiliteit op een andere, en bij wijlen totaal onbegrijpelijke manier bekijken dan een ritje naar Via Via.
Eerst het opwindend gevoel met de motor door het mierennest tijdens de avondspits te laveren en daarna de heerlijke rust en de vriendelijke begroeting die je wacht in de tuinen van het museum.
Ik heb een jaar gewerkt in Via Via en het blijft een fantastische plek, zelfs zonder de bezielende aanwezigheid van de stichters Jef en Kathleen.
Als vast meubilair heb ik er mijn eigen tafeltje, wordt mijn krant gebracht door een lieve ober en onder het genot van een whisky of twee worstel ik me door de nieuwtjes uit Oost Afrika.
Ook dit keer stond er een pakkend artikel in de krant.
Een studie wees uit dat voor elke dollar die geinvesteerd wordt in Afrika onder de vorm van ontwikkelingshulp, er zeven dollar illegaal terugvloeit naar de westerse wereld.
Zoals altijd komen er in het zog van goedbedoelende lieden mensen mee waarbij oprechtheid minder belangrijk lijkt.
Wanneer een afrikaans land nu, na onafhankelijk te zijn geworden, na een burgeroorlog of na een milieuramp zoals langdurige droogte, in het interessegebied van NGO's en hulpprogramma's terecht komt, worden de paden geeffend voor niets ontziedende investeerders.
Door de media-aandacht is het er betrekkelijk veilig, door middel van ontwikkelingshulp worden wegen en vliegvelden aangelegd en de bevolking is veelal zo verarmd dat alles er kan aangekocht worden als er maar een bordje rijst op tafel komt voor de kinderen.
Diamanten, edelstenen, fauna en flora, beelden en kunstwerken; het heeft allemaal weinig waarde in een gedestabiliseerd land en daar maken de malafide bezoekers gretig gebruik van.
Daarnaast werd in de zeven dollar ook het bedrag verrekend dat de economie misliep door inkomsten voor het land. Veelal betrof het hier ondernemingen die meegraaien wat ze kunnen en allang weer in een ander land hun praktijken toepassen alvorens de regering kan ingrijpen.
Tenslotte - en dit is het meest confronterende deel van de mislopen inkomsten - werd rekening gehouden met al wat niet kon ontwikkeld worden door de tekorten in 's lands inkomsten.
Hierbij werden geen voorbeelden of cijfers gegeven, maar we kunnen ons allemaal voorstellen wat het verschil zou zijn in opvoeding, ziekenzorg, AIDS bestrijding en het uitroeien van malaria en andere besmettingen.
En zo hinken de afrikaanse landen opnieuw achterop, alle goedbedoelde acties ten spijt. Zolang kinderen de opvoeding niet krijgen waar ze recht op hebben, zolang mensen sterven van makkelijk te genezen aandoeningen, blijft dit continent het zwakke broertje in de alsmaar hardere strijd voor het bestaan...

woensdag 3 december 2008

THANKSGIVING, DEEL II

Het thanksgiving-feestje herbergde nog wel meer kleurrijke personen.
Bij mijn aankomst was ik het hele cirkeltje langsgegaan en had ik ook - na enige aarzeling - de hand geschud van een jonge Maasai in een rolstoel.
Toen ik eenmaal zat en de conversaties hervat werden, kon ik de morani beter bekijken. Er lag een geblokte deken over zijn middel, maar zijn beide benen waren geamputeerd.
Daarnaast - en daar voelde ik me onwennig bij toen ik hem begroette - waren de blote armen, de hals en de schouders van de jongeman roze-rood gevlekt.
De Maasai maakte duidelijk misbruik van zijn positie.
Hij was gehandicapt en had het recht om die situatie uit te buiten.
Op regelmatige tijdstippen werden we tot de orde geroepen. Hoewel hij ondertussen meer dan een jaar samenleefde met mensen die Engels en Kiswahili spraken, weigerde hij enige toegeving te doen en hij sommeerde ons dan ook in Ki-maasai om zijn rolstoel een half metertje vooruit te rijden, zijn leeg colaflesje aan te nemen en zijn deken te herschikken.
Zijn verhaal was verschrikkelijk.
Dicht bij Lake Natron, aan de oostkant van de Serengeti, ligt Oldonya Lengai, een actieve vulkaan.
Voor Maasai is het een heilige berg die de geesten van overleden voorvaderen onderdak verschaft, voor touroperators een kans om waaghalzen een extra kick te laten beleven.
En geef nu toe, in dit tijdsgewricht gaat het hoofdzakelijk om de extraatjes. Aan het gewone dagdagelijkse leven hebben we niet meer voldoende want ons instinct - het overlevingspakket en de alarmbel van toen we nog jaagden - raakt langzaam uitgedoofd en velen onder ons proberen elk op hun eigen manier dat waakvlammetje weer leven in te blazen.

Voor een beklimming van de vulkaan nemen toeristen ook dragers mee en daarvoor was deze jonge Maasai uitgekozen.
De kerel stapte echter op een krakende dunne aardkorst en verdween tot halverwege zijn dijbenen in de kokende lava.
De opspattende gensters deden de rest.
De morani werd naar een ziekenhuis gebracht, de toeristen zagen dat hij goed verzorgd werd en keerden toch enigszins gerustgesteld naar huis terug.
In Afrika is een leven helaas niet veel waard. Het personeel van het hospitaal liet na de brandwonden degelijk te verschonen, beide benen van Maasai ontstaken en via een geldzameling werd een amputatie georganiseerd.
Was er geen financiele steun geweest, dan was de jongen gewoon gecrepeerd.
Zover staan we in de 21ste eeuw met gezondheidszorg in Tanzania.

Net toen ik over mijn verbijstering heen was, zag ik dat het leven, hoe hard en gemeen het ook kan zijn, altijd opnieuw hernomen kan worden met een positieve inslag.
Ezra, de vrijwilliger-piloot van FMS, klaagde dat de patient niet voldoende deed om zijn krachten te herwinnen.
Hij besloop de rolstoel, hing met zijn volle gewicht op de achterkant van het ding en Maasai kiepte met wagentje en al achterover, bovenop Ezra.
Er onstond een gevecht in regel, de Maasai had zijn reputatie van onverschrokken krijger hoog te houden en Ezra was al lang blij dat de jongeman weer wat beweging genoot.
Het werd een worstelpartij van hoog niveau.
Ezra speelde het spelletje fair en gebruikte zijn voeten en onderbenen niet om zich af te zetten of de Maasai klem te krijgen.
Uiteindelijk lagen ze beiden uitgeteld na te hijgen in het lange gras.
Iedereen had genoten van de gebeurtenis.
De piloot had echter nog een laatste oefeningetje voor de patient.
Hij stond op en duwde de rolstoel doodleuk een paar meter verder.
Op hoge toon beklaagde het slachtoffer zich over het onrecht dat hem was aangedaan.
Hij was duidelijk niet van plan enige verdere inspanning te doen.
Ook daar vond olijke Ezra wat op. Hij maakte de twee jonge hondjes, die al de hele tijd opgewonden rondliepen door zoveel bezoek, helemaal gek en dook toen op de Maasai die nog steeds op de grond lag.
De hondjes volgen het voorbeeld van hun baasje en gaven de Maasai een wasbeurt.
Het vloekende slachtoffer kon niets anders dan zich naar zijn rolstoel slepen...
Eenmaal terug op zijn comfortabele plaatsje, stond iedereen op en kreeg de jongen een welgemeend applaus.
Hij legde zijn gevlekte hand op zijn borst en knikte naar elk van ons met een oprechte lach.
En dat was een taal die we allemaal verstonden...

maandag 1 december 2008

THANKSGIVING, DEEL I

Vorige week donderdag was thanksgiving voor de Amerikanen. Ik was ook uitgenodigd bij Flying Medical Services en wilde wel eens zien wat de hele gebeurtenis nu eigenlijk inhield.
We kennen immers wel allemaal de naam maar wat het feest nu omvat, is veelal niet geheel duidelijk.
Thanksgiving is in het leven geroepen om de Indianen te bedanken.
Dat ze ook genadeloos afgeslacht werden en in reservaten wegkwijnden, willen de Amerikanen liefst vergeten. Een goed nieuws show past tenslotte best bij het land waar alles mogelijk is.
Toen de eerste kolonisten in de jaren 1500 de oversteek waagden van de oostkust waar ze geland waren in westelijke richting, hadden ze er in hun kenmerkende optimisme niet bij stil gestaan dat dit tripje weinig van een picknick zou hebben.
De winter overviel hen en de arme blanken wisten niet hoe ze zich moesten beschermen tegen de kou en hoe ze aan voldoende voedsel konden raken.
De goedhartige Indianen hielpen hen de winter door en werden daarna tweederangsburgers van de bazen die ze ooit gered hadden.
Om het leed toch enigszins te verzachten, werd thanksgiving in het leven geroepen.
Ik vond het maar een dubbelzinnig gebeuren...
Misschien moeten wij maar een Leopold-de-tweede dag beginnen in Congo zodat zij ons, Belgen kunnen bedanken voor het beetje onderwijs dat we gebracht hebben terwijl we ondertussen alle mineralen wegroofden, een kaalslag aanrichtten om rubberplantages op te richten en en passant ook nog enkele handjes afhakten.
De obligate kalkoen kwam op tafel, rijkelijk gevuld met een topzware vulling, er was pompoenvlaai en bierbrood en ik had er geen moeite mee te begrijpen waarom Amerikanen wel eens zwaarlijvig genoemd worden.
Toen ik mijn portie eindelijk binnengewerkt had en wegdoezelde bij het kampvuur, lam geslagen door alle caloriebommen, vroeg Tom het woord.
Tom was een tanzaniaanse verpleger die toevallig op het feestje verzeild was geraakt.
Hij vertelde ons dat hij eventjes getwijfeld had bij zijn aankomst maar dat hij nu toch mocht zeggen dat deze thanksgiving voor hem heel speciaal was.
Een goed jaar geleden, ging ie verder, reed ik mee met een ambulance naar de luchthaven in het midden van de nacht...
(Mijn versufte brein ontwaakte langzaam en het haar op mijn armen ging overeind staan.)
Ik vond het een hopeloze zaak, zei hij zacht. De man op de brancard lag te schudden en te beven en hij hoestte bloed uit een groot gat in zijn hals...
(ik ging langzaam overeind zitten)
Ik gaf geen cent voor zijn leven, maar vandaag mag ik toch dank je zeggen tegen de almachtige veronderstel ik, want - en ik heb eventjes getwijfeld- die uitgetelde opgevulde kalkoen die daar bij het kampvuur hangt, is volgens mij het vroegere lijk...
(iedereen lachte).
Welkom terug bij de levenden, zei Tom, laat dit vandaag onze thanksgiving zijn.
Hij stond op en stapte weg, het donker in.
Ik heb hem niet eens kunnen bedanken...