Wat voorafging: op donderdag evenwel ging het mis....
Op donderdag ging er helemaal niets mis.
Mijn oude leermeester Anton, bestuurder van het keukencamionneke op diverse rallies, zag het correct. "Het is de bedoeling dat je thuis komt met verhalen", kon je met een beetje goeie wil verstaan.
"Het ongemak, de vermoeidheid, misschien wel die enorme woede, dat verdwijnt wel allemaal. Wat overblijft is het gevoel dat je iets unieks hebt meegemaakt, dat je een verhaal te vertellen hebt..."
Het kan ook iets totaal anders geweest zijn want wat ie zei met die verdomde pijp in zijn mondhoek wist je tenslotte maar nooit.
Op donderdag dus gingen we op weg naar Shelui bij de goede heer Shabani.
Een goeie honderd kilometer voorbij Singida na een meer dan spectaculaire afdaling bereikten we het dorpje.
Dit stukje weg was een unicum in Tanzania.
Dat niemand de meest voor de hand liggende accessoires van een auto belangrijk vindt, is een understatement. Geld hiervoor is er niet en een technische keuring evenmin.
Ook remmen vallen onder die algemeen geldende regel en op regelmatige tijdstippen donderde hier wel een truck in 1 of ander ravijn.
Om de bestuurders van de voorbijrijdende colonnes staal niet nodeloos in de broek te laten doen, werd dit streepje Afrika dan ook regelmatig schoongemaakt.
Wrakken werden weggesleept en het leek wel alsof de regering deed wat ze altijd opnieuw deed: de zaken rooskleuriger voorstellen dan ze in werkelijkheid waren...
Eenmaal in Shelui werden we voor de zoveelste keer door de politie tegengehouden.
Deze keer ging het niet om een praatje of om het rijbewijs van Adam, nee, we hadden een echte bekeuring vast.
Op de speed gun was te zien hoe onze chauffeur de maximum toegelaten snelheid met achttien kilometer overschreed.
We hadden de keuze, enerzijds konden we het land helpen middels het betalen van de officiele boete (lees: een hele hoop papier, naar het dorp rijden om de boete te betalen) of anderzijds konden we misschien de heren agenten helpen (lees: "heb je soms niet wat thee voor ons?").
We kozen voor optie twee, die was goedkoper en sneller en toen Adam de vijfduizend shilling (drie euro) had opgehoest, wilden de dienaars van de wet hem zowaar nog een kopje aanbieden ook.
Gevoel voor humor hadden ze wel, die pettemannen...
We hadden evenwel geen tijd, de lucht zag er zwart en dreigend uit en we sloegen af, de slijkerige offroadpistes op.
Het oude truckje had enkel achterwielaandrijving en gezien we nog niets geladen hadden, zat er niet echt veel kracht op de achteras.
We reden verschillende keren vast in diepe geulen of met water gevulde putten, veroorzaakt door ander zwaar verkeer; het voelde als opnieuw rallies rijden met Anton.
Keer op keer stopten voorbijfietsende dorpsbewoners en werden we uit de nood geholpen.
Nooit werd om geld gevraagd.
We besloten uiteindelijk rechtsomkeer te maken, hier was geen eer te behalen en net op de laatste meters voor we stabielere grond zouden bereiken, reden we opnieuw vast.
We vloekten maar gelukkig stopte er een jeep van het Rode Kruis.
Een ongemeen dikke man waggelde naar ons toe en stelde ons en passant aan zijn vrouw voor, een slanke gazelle met een holle rug en een kont die uitstak als een bijzettafeltje.
Ik zag het gewoon voor me hoe de dikke pad van zijn veelvuldige maaltijden op het tafeltje genoot.
We werden opnieuw vlotgetrokken en terwijl ik dacht dat we het hier voor gezien zouden houden tot een drogere periode, sloeg Adam een hopeloos achterafweggetje in.
De hele zooi was 1 modderige bende van door koeien losgetrappelde modder.
Als het hier zou regenen, was het einde zoek.
De chauffeur ploegde traag vooruit en twintig minuten later stonden we vast in de ergste regenbui ooit...
Maar dat komt dan weer in deel III...
1 opmerking:
Je houdt het wel spannend zo !
Audrey x
Een reactie posten