Translate

woensdag 30 juni 2010

HOW HOW HOW

"Dames, is het jullie ook al opgevallen dat onze goeie collega Diwani een heel bizar lachje ontwikkeld heeft de laatste dagen," vroeg ik toen ik het kantoortje van Faustina en Maria binnenstapte.
Gelijk kwam de toch wel tamelijk imposante massa van onze twee kantoorjuffen in beweging.
Dat golfde en hikte en schuddebuikte maar door.
Toen hervond Faustina haar serieux en ze imiteerde een gemaakt vrolijke How How How van een kerstman met krampen.

"Ja, dat bedoel ik," kon ik nog uitbrengen alvorens mijn twee lieve collega's uitbarstten in een nieuw lachsalvo.

Nu is Faustina - zo hoort het in Afrika - hoofd van onze Human Resource afdeling.
Dat het bedrijf nog niet echt groot genoeg is om een eigen HR departement te hebben, is gelijk dan maar anders opgelost.
Ik heb het haar nog nooit expliciet gevraagd, maar volgens mij is die altijd standvastige Faustina ook hoofd van de boekhouding, de wekelijkse budgetering, het ICT- gebeuren en de opvolging van de inkoop van zaden.
Een getalenteerde duizendpoot zeg maar en ik moet toegeven dat ik blij ben dat ze er is.

"How How How," deed Fau opnieuw en Maria dook gillend van de dolle pret onder haar bureau.

Twee weken geleden hadden sister Fau en ik het moedige plan opgevat de contracten van alle werknemers te uniformiseren.
We hadden een blauwdruk van het bureau voor tewerkstelling weten te bemachtigen en daar was het hoofd van kantoor - want dat is ze ook al - mee aan de slag gegaan.
Daarbij moesten we ook werkomschrijvingen verzinnen voor elk radertje binnen onze geoliede machine.
En daar kwam de aap uit de mouw: die brave meneer Diwani, die op zijn eentje Engels studeerde en er ondertussen prachtige volzinnen liet uitrollen...
("we gaan weer aan het werk buiten als de atmosferische condities veranderen," zegt ie dan wanneer ie wacht tot het ophoudt met regenen)
...meneer Diwani dus is gekroond tot hoofd van de fabriek .
En daar hoort een heel belangrijk lachje bij.
Ik stelde me hem voor, thuis of onderweg, in zichzelf mompelend en allerlei lachjes uitproberend...

Helaas moesten we de allerschattigste man een paar dagen later tot de orde roepen.
Diwani, die zichzelf nu als een belangrijk bestuurder zag, had meer oog voor zijn ego en zijn titel dan voor het werk.
Meer dan eens vond ik hem buiten terwijl hij de jongens aan het uitkafferen was terwijl ie zelf geen poot meer uitstak.
Ik legde hem uit dat zijn nieuwe titel als een nieuwe jas was.
Een jas die je moet passen.
Daar hadden zijn kleermakers, Faustina en ik, al voor gezorgd.
We meenden dat hij de enige was binnen de hele organizatie die die taak aankon.
Of ie dat zelf ook zo zag?
"Nou nou nou," knikte meneertje Diwani, "en of ik dat kan..." en hij zwol gelijk nog wat meer van trots en belangrijkheid.
Ik had hem nu helemaal waar ik hem hebben wou en ik sloeg toe.
"Zo'n jas, Diwani, die draag je ook met stijl. Jij bent nu de man die het kan laten gebeuren; jij bent de man die de fabriek naar hoge hoogtes kan tillen."
Mijn goeie vriend had het niet meer, hij barstte ongeveer uit zijn vel van trots.

Ik hem hem nog nooit zo hard zien werken als nu.
Maar de kerstman zit er onderhuids nog altijd in...
How How How

dinsdag 29 juni 2010

MET DE BESTE BEDOELINGEN? (DEEL II)

Op zaterdag zat ik middenin the pleasure clinic, op zondag roetsjte ik alweer op een veel te grillige achtbaan.
Een vriendin sinds jaren - door wat volgt, noem ik haar naam niet - had haar job opgezegd en zou eigenlijk binnenkort het land moeten verlaten.
Aangezien ze in Tanzania wou blijven, had ze wat ideetjes uitgewerkt.
Om een ondoorgrondelijke reden zouden die getoetst worden aan mijn visie van wat het land en zijn bewoners nodig had.
Het verbaasde me zeer aangezien ik mezelf helemaal niet als een autoriteit zie en nog veel meer omdat de jongedame in kwestie donders goed weet hoe cynisch ik wel uit de hoek kan komen.

En alweer gold: als het zo triest niet zou zijn, zou je er moeten om lachen.

De nieuwe wereldorde die zou geschapen worden, school in de volgende ingenieuze plannen:
Mijn tafelgenoot was erachter gekomen dat Chlamydia, een sexueel overdraagbare ziekte, niet kon behandeld worden in Tanzania.
Volgens haar redenering was het de meest voorkomende SOA van Afrika maar was de behandeling zeer duur.
Vandaar.
De logica verwonderde me alvast zeer.
Het is een wijd verspreide ziekte; de oplossing zou duur zijn en daarom hebben gelijk maar alle dokters gezegd dat mensen met Chlamydia de gevolgen moesten dragen?
Gisteren tijdens de lunchpauze dan maar drie ziekenhuizen opgebeld en ik kon gelijk langskomen voor een goedkope test.
Punten voor marktonderzoek van mijn sociaal ingestelde discussiegenoot: nul.

Voorstel twee was een karaokebar voor tanzaniaanse kindertjes.
Klinkt leuk.
Laat die kinderen maar een beetje pret hebben, ze leren nog wat muzikaal gevoel en daarnaast pikken ze misschien nog de juiste schrijfwijze op van de woorden die ze vanop het scherm meebrullen.
"Waar komt je inkomen dan vandaan?", vroeg ik.
Volgens mij een terechte vraag, maar het bracht de vriendin uit haar evenwicht.
Daar had ze nog niet bij stilgestaan; die koters gaan tenslotte niet allemaal bier en whisky bestellen tijdens hun reis naar de roem.
Punten voor economische haalbaarheid: voorlopig nul, maar misschien zou haar nog een geniale oplossing te binnen schieten.

Het derde plan was mooi.
Althans de bedoeling.
Regelmatig worden overvallen gepleegd in Tanzania. De bewakers van het huis, de fabriek, de winkel staan dan in de eerste vuurlijn.
Daar zijn ze tenslotte ook voor ingehuurd.
Het plan was nu een soort van psychologen in te schakelen die dan de slachtoffers van de brutaliteiten via sessies door de stress en de angsten heen loodsen.
Op mijn vraag wie dan wel de therapie zou leiden, bleek dat de dame in kwestie hier een grote rol voor zichzelf in zag.
Dat ze ten eerste een vrouw was - door afrikaanse mannen nog altijd als een noodzakelijk kwaad gezien - en dat ze daarnaast nauwelijks kiswahili sprak, volgens mij een niet te verwaarlozen tekort om abstracte zaken zoals angst en woede te definieren, leek van geen tel te zijn.
Na mijn tegenwerpingen koos ze voor een andere tactiek.
Ze zou tanzaniaanse mannen opleiden om de gesprekken te leiden.
Het leidde alweer tot kritiek van mijn kant. Geen enkele zichzelf respecterende man in dit werelddeel, en al helemaal niet een stoere bewaker, zal over zijn gevoelens willen praten en zal nog minder willen toegeven dat hij bang is geweest of nachtmerries heeft.
Onderzoek naar de haalbaarheid: nul.

Waar ik eigenlijk naartoe wil met deze overigens echt gebeurde discussie, is dat ik meer en meer vaststel dat onze goedbedoelde westerse hulp er veel meer eentje is van eigenbelang zonder dat we de eigenlijke noden zien en begrijpen.
Mijn disgenote wou het liefst in het land blijven dus moest ze daarvoor een doelgroep vinden om te bepamperen.
Dat ze dan gelijk in haar naiviteit nog meewerkte aan een wereld vol gelukkige mensen, was mooi meegenomen.
Daarnaast maakte ze ook heel erg duidelijk in de discussie over de karaoke-voor-kinderen hoe NGO's (waar ze in gepokt en gemazeld is), veelal geen rekening houden met de financiele haalbaarheid van hun project.
Het geld wordt vrijgegeven in een europees land en dat betekent dan gelijk dat het ook op mag.
Eens het budget opgesoupeerd is, blijft de afrikaan verweesd achter. Gewend aan de tijdelijke oplossing en nog meer achtergesteld dan voordien wegens gebrek aan gevoel voor initiatief.
Laatste opmerking geldt over het niet begrijpen van de plaatselijke noden en wensen. Ik begrijp nog steeds geen snars van dit land en zijn bewoners en dat zal waarschijnlijk voor altijd zo blijven.
Laat ons dan alsjeblieft niet de pretentie hebben om in 1 of andere commissie - ver van de dagdagelijkse leefwereld in Afrika - een beetje te gaan bepalen wat hier nodig is en hoe dat aanvaard zal worden.

Wat meer bescheidenheid zou ons sieren...

maandag 28 juni 2010

MET DE BESTE BEDOELINGEN?

De ouwe begint weer.
Het is sterker dan mezelf.
Misschien erger ik me te snel, maar gekker moet het toch allemaal niet worden.

Per toeval stootte ik op een clitoris.
In de krant dan nog...

Zoals eens te meer nam ik zaterdag The Citizen door onder het genot van een vloeibare versnapering in Damascus en bij de lezersbrieven meende iemand aandacht te moeten vragen voor het onfortuinlijke lot van FGM ofte vrouwelijke genitale verminking.
Het artikel had direct mijn aandacht omdat ik meen dat we sinds enige tijd de 21ste eeuw bereikt hebben.
Helaas blijkt die mededeling nog altijd niet doorgedrongen te zijn in vele achtergestelde gebieden van Afrika waar jonge meisjes als overgangsritueel beroofd worden van hun clitoris middels het gebruik van een roestig mes.
Alles natuurlijk vanuit respect voor eeuwenoude tradities die niets meer en minder zijn dan wat veel kortzichtige manspersonen eigenlijk denken: houd de vrouw binnenshuis en je zal er minder last mee hebben.

Dat het hier volstrekt verwerpelijke praktijken betreft, staat buiten kijf. Niemand met enigszins gezond verstand kan erbij dat dit anno 2010 nog altijd kan.

Helaas was de briefschrijfster alweer een beetje vergeten dat westerse ideeen overbrengen naar landen met een totaal andere cultuur niet altijd werkt.
Teneinde genitale verminking bij vrouwen tegen te gaan, was een NGO opgericht.
Clitoraid...

Clitoraid begot.
Als 1 van u nu denkt dat het een mooi project is, ga dan maar eens een storting maken.
Je wil het niet geweten hebben: op je overschrijvingen, bij je belastingen als je denkt je gift fiscaal aftrekbaar te maken; enfin, binnen de week weet je hele dorp dat je in de clitorisbusiness gestapt bent.

Veel erger wordt het nog hier in traditioneel Afrika.
De correspondente vindt dat die meisjes zich maar eens een beetje moeten gaan verzetten.
Haar op je tanden, van je afbijten; je kent het wel.
Ik vraag me af hoe dat allemaal moet?
Je bent elf of twaalf, sinds jaar en dag is dit traditie en daar komen de vijf buurvrouwen al. Je wordt tegen de grond gewerkt en dan verwacht onze naieve schrijfster dat dat brave kind zal zeggen: "zouden we dat wel doen?"
Het enige wat hierbij bereikt wordt, is volgens mij dat die meisjes nog een schuldgevoel bij aan gepraat worden omdat ze niet tegen het hele dorp ingegaan zijn.

Goed, zegt Clitoraid (ik krijg kippenvel van het typen van de naam alleen al), het kwaad is dus hier en daar geschied; laten we de hele toestand in de kliniek herstellen.
Dus worden overal hospitalen opgericht, enkel en alleen om dat kleine knopje er weer aan te zetten.
Het zou natuurlijk Clitoraid niet zijn als ze niet met een originele naam op de proppen zouden komen...

Het is the pleasure clinic geworden.
Je zou er hard om moeten lachen als het zo zielig niet was.
"Mam, pap, ik ben niet akkoord met wat jullie me aangedaan hebben, ik ga dat even laten ongedaan maken in the pleasure clinic."

Qua botsingen van culturen kan het tellen.
Toch maar eens naar de website van onze vrienden wezen kijken.
Het eerste wat in het oog spring is "Adopt A Clitoris" in de linkerbalk. Ik ben er niet op ingegaan maar vreemd vind ik het anders wel...

Het hele project blijkt opgezet te zijn door de Raelianen, de sekte die ervan overtuigd is dat wij gecreeerd zijn door wezens van een andere planeet.

Dat kwam ook duidelijk over in het krantenartikel en voor die alinea moest ik mevrouw de schrijfster gelijk geven.
"Wat is er zo speciaal aan het geloven dat we ontworpen zijn door een buitenaardse intelligente levensvorm," aldus de PR verantwoordelijke.
"Wat is er zoveel normaler aan het geloof dat we geschapen zijn door een man met een lange grijze baard op gindse wolk, die zijn zoon via een engel onbevlekt liet verwekken bij een maagd terwijl haar man - de hamer en spijkers nog in de hand - er een beetje schaapachtig stond op te kijken?"

En daar had ik niet op terug...

donderdag 24 juni 2010

MAYA DE BIJNA

Diligent Tanzania Ltd is een bedrijf dat handelt in hernieuwbare energie.
Daar hoort - zoals vroeger al vermeld - olie bij en briketten.
Een volgende stap nu is om de briketten te verkolen tot... tja... tot ecokool zullen we maar zeggen aangezien houtskool natuurlijk gemaakt is van hout.

Bedoeling is om kaalkap van de groene longen in Afrika tegen te gaan.
Hele hectares bosland verdwijnen dagelijks en de opbrengst daarvan in houtskool is bedroevend.
Minder dan veertig procent van het gebruikte hout wordt uiteindelijk omgezet in BBQ brandstof.
Ons onderzoek spitst zich momenteel toe op de Adam retort, een ontwerp van de goede heer Adam, jawel.
Het betreft een eenvoudige verkolingskamer met twee schoorstenen en een stookkamer die het principe hanteert van de eeuwenoude manier waarop hier houtskool gefabriceerd wordt maar tegelijker tijd is het hele procede iets professioneler en meer rendabel uitgewerkt.

Gisteren ging Augustino - altijd lachend en nog zwarter dan het zwartste stukje houtskool - aan de slag om zevenhonderd kilo briketten in de verkolingskamer te stapelen.
Deze ochtend werd dan de olympische vlam aangestoken middels een halve liter kerosine.
Het hout in de verbrandingskamer vatte onmiddellijk vuur net als mijn wenkbrauwen en mijn snor en Augustino vond dit alles uitermate vermakelijk.

Het lachen verging hem evenwel gauw.
Een bijenkoningin met hoogheidswaanzin had onze hoogste schoorsteen uitgekozen om haar nieuwe paleis te bouwen.
Aangezien de schoorsteen op een bepaald moment tijdens het proces moet afgesloten worden, had mijn vrolijke collega hier gisteren al op geoefend.
Hij had met een lange metalen stok een samengebonden jutezak in de opening gewurmd.
Daar waren de bijen niet blij mee.

Ik had al meermaals verhalen gehoord over de agressie van die kereltjes en toen Augustino - zich van geen kwaad bewust - een beetje met de metalen staaf op de ijzeren schoorsteen begon te timmeren om die verdomde prop er weer uit te krijgen, zetten onze gevleugelde vrienden de aanval in.
Mijn zwarte gezel stuiterde van de stookkamer af en samen kropen we op handen en knieen tussen de demonstratie-Jatrophaplanten.

Daar moesten de bijen dan weer hartelijk om lachen.

Als volleerde spittfires en F-16's doken ze op ons af in telkens herhaalde aanvalsvluchten.
Augustino begon wild om zich heen te maaien en dat bracht het adrenalinepeil van onze belagers tot ongekende hoogten.
We renden als gekken over het terrein tot ik plots de veilige haven van de auto opmerkte.
We verschansten ons in het voertuig en lachten het desperate leger buiten uit.

Toen de kust veilig was, waagden we ons weer buiten.
Ik werd met rust gelaten maar Augustino met zijn knalrode muts op werd gelijk weer aangevallen.
We zochten opnieuw de beschutting van de auto op en het hele spelletje herhaalde zich vier keer.
Aangezien proefondervindelijk onderzoek de basis vormt van alle belangrijke uitvindingen zette ik uiteindelijk de belachelijke muts van mijn vriend op.
Gelijk had ik een hele zwerm steekgrage vrienden om me heen.

Omdat we er niet uit waren of de bijen het hoofddeksel dan wel de geur van de jongen herkenden, bond Augustino een mooi wit plastiekzakje rond zijn hoofd en bespoten we hem uitvoerig met de in de auto gevonden deodorant.
De bijen lieten ons met rust...

Alweer een nieuwe en interessante studie tot een goed eind gebracht maar dat hebben we uiteindelijk niet gevierd met wat honing uit het bijennest.
Zover kreeg ik Augustino helaas niet...

dinsdag 15 juni 2010

BANANA SPLIT (DEEL II)

Meneertje Minja verdween van onze radar.
Hij was hoogstwaarschijnlijk ergens in een vat bananenbier gesukkeld in zijn algehele verstrooidheid maar toen ik hem uiteindelijk zelf contacteerde, bleek dat hij ons nog heel goed herinnerde.
Gelijk maakte hij - los uit de pols - een bestelling over van maar liefst tweeduizend kilogram briketten.
De brave man vroeg me of daar een probleem mee was aangezien hij me duidelijk hoorbaar kon horen slikken aan de telefoon.
We hadden tot nu toe, in de beginfase van het hele project, immers nog nooit meer dan driehonderd kilo per keer geleverd.
Ik hervond mijn cool, gaf opgewonden de bestelling door en deze ochtend zette ik samen met Adam koers naar Banana Investments Limited.
We reden ongeveer de dikke vrouwelijke portier van haar sokken en toen begon de zoektocht naar meneer Minja of anders meneer Msuya, de hoofdboekhouder.
De mannen leken door de aardbodem verzwolgen terwijl achter ons een drukdoende bewaakster liep te schreeuwen.
Onze truck moest namelijk op de bezoekersparking zolang we niet officieel ingeseind werden als nieuwe leveranciers.
een hoop kouwe drukte alweer.

Uiteindelijk kregen we de accountant, de stockbeheerder en de hoofdbrouwer samen en konden we aan het hele project beginnnen.
Moelijk leek het me allemaal niet...
Tweeduizend kilo verpakte briketten afgooien, bon aftekenen, geld ontvangen en hup, terug naar kantoor.

Waarom verbaasde het me niks dat alles weer zo verbazend ingewikkeld was.
Gisteren aan de telefooon werd ik geinformeerd dat ik drie zaken bij me moest hebben.
Ten eerste briketten, daarnaast een factuurtje en tenslotte een bewijs voor ontvangst van de fondsen.
Het lukte me alles samen te krijgen maar toen had meneer Zaccharia, die over goederen ging, een geschreven bewijs nodig van de geleverde waren.
Ik dacht de oplossing gevonden te hebben: ik zou een papiertje met de hand schrijven en dat zou dan vanavond omgeruild worden door een origineel en authentiek exemplaar door 1 van onze jongens die in de buurt van de bananentroep woonde.
Daar konden mijn panelgenoten niet mee akkoord gaan.

Uiteindelijk stapte ik, ietwat rood aangelopen, de truck weer in en reden we het hele eind over een erbarmelijk slechte weg met tweeduizend kilo in de laadbak terug naar kantoor.
De woorden van de hoofdboekhouder echooden als een mantra door mijn hoofd: "geen afleveringsbon betekent geen geld."

Toen we uiteindelijk, na meer dan een uur, terug waren en alles afgeladen was, alle papieren stempels en handtekeningen hadden, bleek er nog 1 klein maar onoverkomelijk probleempje te zijn.
Er was geen geld in het bureau...

TIA
This IS Africa...

donderdag 10 juni 2010

BANANA SPLIT

De bedoeling binnen ons bedrijf is olie van Jatrophazaden aan te bieden als een hernieuwbare brandstofbron.
Ongeveer een vierde van de zaden bestaat uit olie wat er bijgevolg voor zorgt dat we drie vierden perskoek overhebben waar uiteraard ook iets mee moet gebeuren.
Je kan het goedje tenslotte niet blijven opstapelen.

De oplossing is briketten.
De Jatropha perskoek wordt samengedrukt en kan dan gebruikt worden als brandstof in ovens allerhande.
Volgende hindernis is dan natuurlijk klanten te vinden die ons product het absolute einde vinden.

Met dat doel boden mijn collega Hayo en ikzelf ons gisteren aan bij de poort van Banana Investments.
De baas van het bedrijf met de originele naam was niet aanwezig en dus nam meneer Minja, een vriendelijk en verstrooid professortje ons onder zijn vleugels.
We wisselden kaartjes uit en de productie manager en hoofd-brouwer - want dat was onze nieuwe vriend - vertelde dat hij net op zoek was naar een product als het onze.
Dat kwam alvast mooi uit...

Om ons duidelijk te maken dat onze briketten niet zouden mishandeld worden in Banana Investments stond de man erop ons een rondleiding te geven.
We begonnen bij de kookketels waaronder grote vuren gestookt werden.
Hier werden bananen stuk gekookt in water zodat ze hun smaak konden afgeven.
Dikke mama's roerden met enorme wapens in de brij en ergens in mijn bovenkamer doken spookbeelden op van amazones die de vijand versloegen met houten lepels en bananenpap.
Dat ze ons ronduit onvriendelijk aankeken droeg allicht bij tot mijn visioenen.

De brij werd door grote zeven gegoten en de gefilterde substantie onderging dan verschillende processen tot we bij het eindproduct aankwamen.
Drie verschillende types van alcoholhoudende versnaperingen werden door het bedrijf op de markt gebracht.
Vooreerst was er Raha, een biertje van 33 centiliter en met 10 graden alcoholvolume.
Mijn gedachten dwaalden af naar een heerlijke maar sterke Duvel van maar 8,5.
Daarnaast was er Malkia, de koningin, een zoete wijn en Meru, naar de gelijknamige berg, die dan weer een droge wijn moest voorstellen.
Meneer Minja verzekerde ons dat hij ons product zou kopen en deed er dan nog twaalf flesjes van zijn brouwsels bovenop.
Bij het terugwandelen kwam ook nog de ingenieur mechanica ons vervoegen en we konden duidelijk vaststellen dat hersenverweking en lodderogen een duidelijk gevolg waren van het overvloedig baden in het goedje.

's Avonds dan ontmoette ik John, de bergbeklimmer en Nolwenn, een francaise die toevallig in Via Via binnenwaaide en ze ook wel flink lust en na de nodige gewone drankjes herinnerde ik me plots mijn geschenken in mijn rugzak.
We testten van elk type een flesje en het moet eerlijk gezegd worden: zo slecht heb ik het zelden geproefd...
Je kan ook moeilijk anders verwachten van een alcoholisch brouwsel dat in een lokale bar verkocht wordt voor minder dan vijfentwintig eurocent per flesje.

Sinds gisteren vraag ik me dan ook af of onze briketten wel in goeie handen zullen zijn binnen Banana Investments.
Helemaal gerust ben ik toch niet...

woensdag 9 juni 2010

DE PRIJS VAN DE RIJST RIJST

Voor al wie ooit ondergetekende in Arusha heeft bezocht en daarbij ook Meru of Kilimanjaro heeft beklommen, is de naam John Minja niet onbekend.
Altijd goedlachs helpt John zelfs de traagst en minst energieke schildpad op de top van een berg.
Ik mag het zeggen want ik kan het weten.
Gisteren ontmoette ik John opnieuw na lange tijd en ik zag aan zijn lach en in zijn ogen dat hij zich ook nog de helletocht van november herinnerde.

In mijn ogen is John een man die aan de toekomst denkt.
Het geld dat hij verdient middels safaris en beklimmingen wordt elke keer opnieuw geinvesteerd in iets wat waarde heeft.
Dit alles om zijn tienjarige dochter een betere toekomst te geven...

John was in februari afgereisd naar Magugu, een goeie tweehonderd kilometer ten westen van Arusha alwaar hij drie acres land gehuurd had.
Magugu is gekend voor zijn prima kwaliteit rijst en daar zou John aan meewerken.
Plan was om uiteindelijk honderd zakken rijst te kunnen aanbieden op de markt.
Het werden er vijftien...

Daar waar ik het levensgevaarlijke rijden met de motor tijdens het regenseizoen altijd counterde met de woorden: "het is tenminste goed voor de boeren", bleek dat in Magugu naast het Manyara meer de gesel gods ongenadig had toegeslagen.
Het hele meer was uit zijn oevers getreden en John en zijn collega's stonden soms tot aan hun middel in het water.
Het hele verhaal werd hallucinant toen John verder uitweidde over de vier maand in de bush.
Met zijn vieren, vijven of zessen sliepen ze elke nacht opnieuw in een tentje dat op een kleine hoogte opgezet was. Het water steeg en de oppervlakte van hun eigen uitgeroepen camping werd met de dag kleiner.
Gelukkig zorgde de enige maaltijd van de dag voor afwisseling. De ene dag werd er ugali met dagaa gegeten - de gekende meelpap met kleine gedroogde visjes - en de andere keer ugali met bonen.
Ook alweer vier maand aan een stuk.
Water werd rechtstreeks uit het rijstveld gedronken, daar waar het een beetje minder troebel was en wassen gebeurde er ook.
De velden werden gedeeld met bloedzuigers - altijd shorts dragen, dan kan je ze van je benen slaan alvorens ze zich vasthechten - en met slangen.
Eens de avond viel was de hele omgeving vergeven van de muggen en zat er niets anders op dan om zeven uur in het tentje te gaan liggen.
John betaalde een man of zes om hem bij te staan tijdens het planten en het wieden, betaalde twee kerels om gedurende veertig dagen vogelverschrikker te spelen, huurde een tractor en betaalde natuurlijk pachtgeld voor het land.
Eindafrekening was dat hij na vier maand hard labeur vijfhonderd euro in het rood eindigde.
Waar wij het noorden zouden kwijt zijn, bleef John glimlachen.
Een man waar je enkel respect voor kan hebben!!


John, eentopkerel

donderdag 3 juni 2010

LAKE CHALE

Tijdens de voortdurende zoektocht naar nieuwe paradijselijke locaties dook sinds enige tijd de mysterieuze naam "Het Meer Van Chale" op.
Letterlijk op de grens van Kenia en Tanzania, een stukje voorbij Moshi en aan de zelden bezochte kant van de Kilimanjaro lag een uitgedoofde en volgelopen vulkaanmond.

De absolute top van de wereldwijd erkende bedrijfsrevisoren Ernst and Young bestond tot mijn verrassing uit de heren Ernst en, jawel, Young waarbij eerstgenoemde zowaar een Tanzaniaan bleek te zijn.
De man was ondertussen natuurlijk schatrijk en had zijn oog laten vallen op zomaar eventjes achthonderd hectare land naast het meer.
Eind vorige eeuw was begonnen met de bouw van luxe lodges maar na het overlijden van een partner van de goede heer Ernst was het hele project in het slop geraakt.

Recent was dan toch weer het vuur in de pan geslagen en sinds februari was een campsite geopend.
Dat wilden we wel eventjes van dichterbij bekijken en daarom stapten we op zaterdag met zijn vijven in een overladen jeep en richtten we de steven naar de Kilimanjaro regio.
Op twee uur overbrugden we de afstand en na nog een flink stuk off road vonden we een uiterst charmante camping.
er was een goedgevulde bar met een prachtig zich op het meer; netjes gebouwde toiletten en douches (wat niet altijd vanzelfsprekend is in Afrika) en zelfs een braai en een keuken.

We wandelden een half uur naar beneden naar de oevers van het meer door een gebied dat bevolkt was door olifanten (aan de grote bollen mest te zien) maar waar ook luipaard en hyena gevonden kon worden (van horen zeggen).

Volgens het wijze en altijd correcte internet zouden er ook krokodillen in het meer huizen maar aangezien de lokale vissers ook gingen zwemmen, sloten we dat risico maar uit en we waagden ons in het lauw-warme water.

's Avonds werd er teveel vlees op de BBQ gelegd en teveel wijn in glazen geschonken en op zondag luierden we een hele dag aan de oevers van het twee kilometer diepe meer.

Alvast nog een plaats om binnenkort opnieuw te bezoeken...




...aan de zelden bezochte kant van de Kilimanjaro...

...lag een uitgedoofde en volgelopen vulkaanmond...

...dook sinds enige tijd de mysterieuze naam "Het Meer Van Chale" op...

...en we waagden ons in het lauw-warme water...

...op zondag luierden we een hele dag aan de oevers van het twee kilometer diepe meer...

IEDEREEN BEROEMD...(DEEL II)

Het bezoek van Marc Helsen in Arusha is niet onopgemerkt voorbij gegaan, althans niet in de regio's Antwerpen en Limburg...