Zou de gekende zinsnede "fifteen minutes of fame for everyone" in Limburg dan iets langer duren, met hun zo gekende bezadigde instelling?
Dat vraag ik me af sinds ik informatie kreeg vanuit het rustige Zonhoven dat mijn tronie in het Belang van Limburg en de Gazet van Antwerpen prijkt.
De foto's zijn te bewonderen op http://album.hbvl.be/foto-album/dwars-door-afrika-tanzania.aspx maar voor de teksten moeten we nog eventjes geduld oefenen.
Ergens ver weg in Europa is nu iemand aan het knippen en scannen geslagen en met ongeduld zitten Axel van Onsea House en ikzelf nu de tijd te verbijten...
Translate
vrijdag 28 mei 2010
DE HOMO TOERISTICUS
Afrika is de speeltuin van alle biologen ter wereld.
Overal zie je stoere jeeps rijden met het logo van 1 of andere universiteit met daaronder dan waarin de vlotte Indiana Jones van dit tijdperk geinteresseerd is.
Daarna promoveert de persoon in kwestie op een studie over het verschil in paargedrag tussen de Maasai giraf en het Rotschild type of over het belang van de verschillende verenkleden bij de kingfisher of de Hilbrandt Sterling en gaat de doctoraatsstudie de donkere kelders van de universiteit in.
Ook bij de homo toeristicus is duidelijk onderscheid te maken tussen de verschillende culturen en biotopen en aangezien niemand hier ooit onderzoek naar verricht heeft, neem ik deze bijzonder ernstige taak op mijn frele schouders ten einde u wat meer inzicht te kunnen schenken in deze uitermate boeiende materie...
De homo toeristicus wordt overal ter wereld aangetroffen, maar bij voorkeur komt dit specimen uit economisch sterkere gebieden.
Vermoed wordt dat dit samenhangt met de mogelijkheid om in deze streken belachelijke petjes en bruine sandalen met witte sokken te kopen.
Er is een duidelijk onderscheid te maken tussen de verschillende ondersoorten naargelang hun habitat.
Hieronder beschrijven we een paar van de meest markante soorten die u ongetwijfeld - nadat u zich een beetje in deze materie hebt verdiept - zelf zal kunnen spotten nu het migratieseizoen op gang aan het komen is...
Succes!
de homo toerisiticus hollandiensis
- eerder grote soort, zowel het mannetje als het vrouwtje.
- luide veeleisende roep.
- typische roep eindigt op de letter w: "mamboow", "keshooow".
- leeft dikwijls in grote groepen.
- is letterlijk overal ter wereld te vinden.
- heeft dikwijls een oranje verenkleed om soortgenoten aan te trekken en andere soorten
af te weren.
- voedt zich met alles maar nooit van harte. Houdt van prakken.
de homo toeristicus americanis
- veelal stevig uit de kluiten gewassen soort.
- yap yapt met een zeer nasaal geluid
- typische roep: "Oh my god" en "you must be so excited"
- hult zich steevast in typische safarikledij.
- heeft geen wereldbeeld en raakt dan ook verward. "Is Afrika een land?"
- voedt zich met caloriehoudende maaltijden
de homo toeristicus moskovitch
- mannetje veelal dicht zwart verenkleed op armen, rug, schouders en buikstreek.
- vrouwtje platina blonde kuif.
- heeft een patserig en fout verenkleed. Besteedt veel tijd aan opmaak maar geen finesse.
- heeft een donkere en dreigende roep.
- agressieve soort wat zich uit in donker kijken.
- gebruikt schouders en ellebogen ten einde andere soorten uit de weg te duwen.
- leeft op een dieet van vodka.
de homo toeristicus berlusconsis
- eerder kleine soort.
- kwiek en vlug.
- kwettert als mussen in een dakgoot.
- mannelijke jongen blijven hun hele leven tot hun moeder aangetrokken.
- begrijpt geen andere soorten en blijft dan ook altijd samen.
- is zeer bezig met het voorkomen.
- voedt zich bij voorkeur met producten afgeleid van bloem en tomaat.
de homo toeristicus japensis
- zeer kleine ondersoort.
- buigt zeer vaak en ziet er daardoor nog kleiner uit.
- heeft een aversie tegen stof en wordt vaak gespot met mondmaskertjes.
- is altijd omringd door zoem - en klikgeluiden van camera's en fototoestellen.
- het alfa mannetje van de japensis heeft steevast een paraplu in de hoogte.
- voedt zich met zeewier en rauwe vis.
Overal zie je stoere jeeps rijden met het logo van 1 of andere universiteit met daaronder dan waarin de vlotte Indiana Jones van dit tijdperk geinteresseerd is.
Daarna promoveert de persoon in kwestie op een studie over het verschil in paargedrag tussen de Maasai giraf en het Rotschild type of over het belang van de verschillende verenkleden bij de kingfisher of de Hilbrandt Sterling en gaat de doctoraatsstudie de donkere kelders van de universiteit in.
Ook bij de homo toeristicus is duidelijk onderscheid te maken tussen de verschillende culturen en biotopen en aangezien niemand hier ooit onderzoek naar verricht heeft, neem ik deze bijzonder ernstige taak op mijn frele schouders ten einde u wat meer inzicht te kunnen schenken in deze uitermate boeiende materie...
De homo toeristicus wordt overal ter wereld aangetroffen, maar bij voorkeur komt dit specimen uit economisch sterkere gebieden.
Vermoed wordt dat dit samenhangt met de mogelijkheid om in deze streken belachelijke petjes en bruine sandalen met witte sokken te kopen.
Er is een duidelijk onderscheid te maken tussen de verschillende ondersoorten naargelang hun habitat.
Hieronder beschrijven we een paar van de meest markante soorten die u ongetwijfeld - nadat u zich een beetje in deze materie hebt verdiept - zelf zal kunnen spotten nu het migratieseizoen op gang aan het komen is...
Succes!
de homo toerisiticus hollandiensis
- eerder grote soort, zowel het mannetje als het vrouwtje.
- luide veeleisende roep.
- typische roep eindigt op de letter w: "mamboow", "keshooow".
- leeft dikwijls in grote groepen.
- is letterlijk overal ter wereld te vinden.
- heeft dikwijls een oranje verenkleed om soortgenoten aan te trekken en andere soorten
af te weren.
- voedt zich met alles maar nooit van harte. Houdt van prakken.
de homo toeristicus americanis
- veelal stevig uit de kluiten gewassen soort.
- yap yapt met een zeer nasaal geluid
- typische roep: "Oh my god" en "you must be so excited"
- hult zich steevast in typische safarikledij.
- heeft geen wereldbeeld en raakt dan ook verward. "Is Afrika een land?"
- voedt zich met caloriehoudende maaltijden
de homo toeristicus moskovitch
- mannetje veelal dicht zwart verenkleed op armen, rug, schouders en buikstreek.
- vrouwtje platina blonde kuif.
- heeft een patserig en fout verenkleed. Besteedt veel tijd aan opmaak maar geen finesse.
- heeft een donkere en dreigende roep.
- agressieve soort wat zich uit in donker kijken.
- gebruikt schouders en ellebogen ten einde andere soorten uit de weg te duwen.
- leeft op een dieet van vodka.
de homo toeristicus berlusconsis
- eerder kleine soort.
- kwiek en vlug.
- kwettert als mussen in een dakgoot.
- mannelijke jongen blijven hun hele leven tot hun moeder aangetrokken.
- begrijpt geen andere soorten en blijft dan ook altijd samen.
- is zeer bezig met het voorkomen.
- voedt zich bij voorkeur met producten afgeleid van bloem en tomaat.
de homo toeristicus japensis
- zeer kleine ondersoort.
- buigt zeer vaak en ziet er daardoor nog kleiner uit.
- heeft een aversie tegen stof en wordt vaak gespot met mondmaskertjes.
- is altijd omringd door zoem - en klikgeluiden van camera's en fototoestellen.
- het alfa mannetje van de japensis heeft steevast een paraplu in de hoogte.
- voedt zich met zeewier en rauwe vis.
woensdag 26 mei 2010
EEN PRETTIG WEERZIEN
Soms is de uitdaging te mooi om lang bij de risico's stil te staan en moet je gewoon duiken, kop vooruit en het diepe in...
Toen ik in 2005 als per toeval in contact kwam met de organizator van de befaamde Touareg Trail, een rally met 2PK'tjes - eendjes of geitjes zo u wil - en ik een plaatsje als kok kreeg aangeboden, twijfelde ik niet lang en dankzij mijn ondoordachte toezegging had ik het geluk om twee keer de Sahara te doorkruisen in West Afrika.
Het waren onvergetelijke dagen, hard maar uniek en ik denk nog dikwijls terug aan de prachtige avonturen.
Dat het op sommige momenten ook wel een piepklein beetje uit de hand liep, kan je trouwens zien op onderstaande video....
Ook vier Nederlanders maakten deel uit van het zootje ongeregeld.
Vier boerenjongens uit het kleine dorpje Oeken waar zeshonderd man woonde maar waar wel twintig 2PK'tjes rondreden...
De Daltons zoals de jongens gedoopt werden, waren mannen uit 1 stuk. Rene deed de hele rally uit op oerhollandse klompen en toen na twaalf dagen gijzeling door de libische autoriteiten aan de grens met Niger de moraal bij de meesten wel heel erg laag zat, hadden de Daltons maar 1 advies: "als ze ons hier weg willen, zullen ze er ons moeten uit slepen..."
De jongens reden met een Burton, een sportwagentje gebouwd op het chassis en rond het motorblok van een ordinaire geit.
Het ding zag er echt fantastisch uit.
Toen iedereen terug naar Europa vloog en ik achterbleef in Benin met de bedoeling Tanzania met openbaar vervoer te bereiken via Nigeria, de twee Congo's en Angola, moesten alle 2PK'tjes nog naar de haven gereden worden voor zeetransport terug naar Antwerpen.
Zo kwam het dat ik gedurende een weekend grote sier maakte met een blitze sportwagen in Cotonou.
Uiteindelijk belandde het karretje in een container en reisde ik af naar het Oosten.
Vier jaar lang hoorde ik niets meer van de Burton.
Tot gisteren.
Gisteren kwam een delegatie Nederlanders aan in Snake Park, een camping op een kilometer of veertig buiten Arusha.
De deelnemers waren op weg van Nederland naar de wereldbeker in Zuid-Afrika en reden zonder uitzondering met knaloranje wagentjes.
Aangezien de hele troep dezelfde route als ik had genomen toen ik met de motor Sudan en Ethiopie doorkruiste, reed ik 's avonds na het werk tot in Meserani.
Het eerste voertuig dat ik zag was de oranje Burton met de zwarte wielkassen.
Mijn verbazing was groot, zeker nadat ik de vriendelijke bestuurder aangesproken had.
Het betrof hier inderdaad dezelfde Burton maar dit keer met een andere chauffeur.
Ik kreeg het nummer van Martin, de oorspronkelijke eigenaar en ook hij was hoogst verbaasd over dit toeval.
Ik heb maar gelijk afgesproken dat de Daltons naar hier rijden met een paar 2PK'tjes en dat we dan Tanzania maar eens gaan doorkruisen...
Toen ik in 2005 als per toeval in contact kwam met de organizator van de befaamde Touareg Trail, een rally met 2PK'tjes - eendjes of geitjes zo u wil - en ik een plaatsje als kok kreeg aangeboden, twijfelde ik niet lang en dankzij mijn ondoordachte toezegging had ik het geluk om twee keer de Sahara te doorkruisen in West Afrika.
Het waren onvergetelijke dagen, hard maar uniek en ik denk nog dikwijls terug aan de prachtige avonturen.
Dat het op sommige momenten ook wel een piepklein beetje uit de hand liep, kan je trouwens zien op onderstaande video....
Ook vier Nederlanders maakten deel uit van het zootje ongeregeld.
Vier boerenjongens uit het kleine dorpje Oeken waar zeshonderd man woonde maar waar wel twintig 2PK'tjes rondreden...
De Daltons zoals de jongens gedoopt werden, waren mannen uit 1 stuk. Rene deed de hele rally uit op oerhollandse klompen en toen na twaalf dagen gijzeling door de libische autoriteiten aan de grens met Niger de moraal bij de meesten wel heel erg laag zat, hadden de Daltons maar 1 advies: "als ze ons hier weg willen, zullen ze er ons moeten uit slepen..."
De jongens reden met een Burton, een sportwagentje gebouwd op het chassis en rond het motorblok van een ordinaire geit.
Het ding zag er echt fantastisch uit.
Toen iedereen terug naar Europa vloog en ik achterbleef in Benin met de bedoeling Tanzania met openbaar vervoer te bereiken via Nigeria, de twee Congo's en Angola, moesten alle 2PK'tjes nog naar de haven gereden worden voor zeetransport terug naar Antwerpen.
Zo kwam het dat ik gedurende een weekend grote sier maakte met een blitze sportwagen in Cotonou.
Uiteindelijk belandde het karretje in een container en reisde ik af naar het Oosten.
Vier jaar lang hoorde ik niets meer van de Burton.
Tot gisteren.
Gisteren kwam een delegatie Nederlanders aan in Snake Park, een camping op een kilometer of veertig buiten Arusha.
De deelnemers waren op weg van Nederland naar de wereldbeker in Zuid-Afrika en reden zonder uitzondering met knaloranje wagentjes.
Aangezien de hele troep dezelfde route als ik had genomen toen ik met de motor Sudan en Ethiopie doorkruiste, reed ik 's avonds na het werk tot in Meserani.
Het eerste voertuig dat ik zag was de oranje Burton met de zwarte wielkassen.
Mijn verbazing was groot, zeker nadat ik de vriendelijke bestuurder aangesproken had.
Het betrof hier inderdaad dezelfde Burton maar dit keer met een andere chauffeur.
Ik kreeg het nummer van Martin, de oorspronkelijke eigenaar en ook hij was hoogst verbaasd over dit toeval.
Ik heb maar gelijk afgesproken dat de Daltons naar hier rijden met een paar 2PK'tjes en dat we dan Tanzania maar eens gaan doorkruisen...
dinsdag 25 mei 2010
GEBAKKEN LUCHT, DEEL IV
Toen ondergetekende even geleden onverwacht en ongewild bezoek kreeg in de vorm van drie gemaskerde kerels en in het tumult ook nog een schot afging, werd mijn leven ongetwijfeld gered door de mensen van Flying Medical Services.
Niet alleen waren twee van de piloten net die avond bij me op bezoek maar daarnaast orchestreerde stichter-priester-piloot Pat het hele zaakje in het hospitaal en op het vliegveld op een zo ontspannen manier dat hij onbewust heeft meegewerkt aan mijn mentale genezing.
Het bedrijfje waarover je meer informatie kan vinden op www.flyingmedicalservice.org/NLcontacts.htm draait op de medewerking van vrijwilligers en op donaties.
Wat ik ook zo bewonderenswaardig vind aan het hele initiatief is dat veelal jonge mensen na een dure en zware opleiding tot piloot zomaar voor drie jaar of langer voor FMS gaan werken, omzeggens tegen kost en inwoon.
Een nieuwe speler sinds kort tenslotte is Jobortunity (http://www.jobortunity.org/).
Kim uit Nederland is via lange omzwervingen uiteindelijk in Arusha geland en heeft hier een trainings- en jeugdcentrum opgezet.
Veertig studenten worden opgeleid en gevolgd op hun weg naar een job.
Iedereen die deze blog volgt, heeft mijn eindeloos herhaalde mantra al tot vervelens toe moeten aanhoren: "het draait in Tanzania allemaal om het gebrek aan goede opvoeding".
Iets wat Kim duidelijk heeft begrepen.
Het gaat niet alleen om het overdragen van leerstof en kennis; haar studenten moeten ook gemotiveerd zijn, een open en enthousiste ingesteldheid uitdragen en vooruit leren denken.
Het mag duidelijk zijn dat ik Kim en haar werk dan ook zeer bewonder...
Tot nu toe is deze weblog nooit gebruikt voor financiele doeleinden behalve toen die dikke kaalkop in Nairobi lag uit te rusten na het incident maar vandaag maak ik graag een uitzondering.
Ik ga ervan uit dat mijn lezers zonder uitzondering maatschappij-kritische mensen zijn met het hart op de juiste plek.
Daaruit mag ook afgeleid worden dat u allen regelmatig iets geeft voor het goede doel.
Bent u daarnaast ook op zoek naar een project waarbij u beter kan opvolgen waar uw centen naartoe gaan, surf dan eens naar de websites die ik in de laatste twee dagen heb doorgegeven en aarzel niet maar stort gelijk...
Nog mooier zou het zijn als op til zijnde plannen op scholen, in buurtverenigingen of binnen jeugdbewegingen gelijk 1 van bovenstaande projecten uitkiezen als hun jaarlijkse doel.
Voor wie het gevoel heeft dat hij vandaag iets kan betekenen in het leven van anderen in wondermooi Tanzania, zend deze link door, praat hierover met vrienden, buren, familie; organizeer en plan...
Jobortunity, Watoto Foundation and Flying Medical Services maken hier het verschil.
Maar dan hebben ze wel een beetje van uw centen nodig...
Niet alleen waren twee van de piloten net die avond bij me op bezoek maar daarnaast orchestreerde stichter-priester-piloot Pat het hele zaakje in het hospitaal en op het vliegveld op een zo ontspannen manier dat hij onbewust heeft meegewerkt aan mijn mentale genezing.
Het bedrijfje waarover je meer informatie kan vinden op www.flyingmedicalservice.org/NLcontacts.htm draait op de medewerking van vrijwilligers en op donaties.
Wat ik ook zo bewonderenswaardig vind aan het hele initiatief is dat veelal jonge mensen na een dure en zware opleiding tot piloot zomaar voor drie jaar of langer voor FMS gaan werken, omzeggens tegen kost en inwoon.
Een nieuwe speler sinds kort tenslotte is Jobortunity (http://www.jobortunity.org/).
Kim uit Nederland is via lange omzwervingen uiteindelijk in Arusha geland en heeft hier een trainings- en jeugdcentrum opgezet.
Veertig studenten worden opgeleid en gevolgd op hun weg naar een job.
Iedereen die deze blog volgt, heeft mijn eindeloos herhaalde mantra al tot vervelens toe moeten aanhoren: "het draait in Tanzania allemaal om het gebrek aan goede opvoeding".
Iets wat Kim duidelijk heeft begrepen.
Het gaat niet alleen om het overdragen van leerstof en kennis; haar studenten moeten ook gemotiveerd zijn, een open en enthousiste ingesteldheid uitdragen en vooruit leren denken.
Het mag duidelijk zijn dat ik Kim en haar werk dan ook zeer bewonder...
Tot nu toe is deze weblog nooit gebruikt voor financiele doeleinden behalve toen die dikke kaalkop in Nairobi lag uit te rusten na het incident maar vandaag maak ik graag een uitzondering.
Ik ga ervan uit dat mijn lezers zonder uitzondering maatschappij-kritische mensen zijn met het hart op de juiste plek.
Daaruit mag ook afgeleid worden dat u allen regelmatig iets geeft voor het goede doel.
Bent u daarnaast ook op zoek naar een project waarbij u beter kan opvolgen waar uw centen naartoe gaan, surf dan eens naar de websites die ik in de laatste twee dagen heb doorgegeven en aarzel niet maar stort gelijk...
Nog mooier zou het zijn als op til zijnde plannen op scholen, in buurtverenigingen of binnen jeugdbewegingen gelijk 1 van bovenstaande projecten uitkiezen als hun jaarlijkse doel.
Voor wie het gevoel heeft dat hij vandaag iets kan betekenen in het leven van anderen in wondermooi Tanzania, zend deze link door, praat hierover met vrienden, buren, familie; organizeer en plan...
Jobortunity, Watoto Foundation and Flying Medical Services maken hier het verschil.
Maar dan hebben ze wel een beetje van uw centen nodig...
zondag 23 mei 2010
GEBAKKEN LUCHT, DEEL III
Kleinschalige projecten dus, projecten waar het overzicht bewaard wordt, waar geen gekke kosten gemaakt worden in dromerige zijsprongen omdat er gewoon enkel geld is voor de dagdagelijkse gang van zaken.
Organizaties die geleerd hebben op de kleintjes te letten omdat ze geheel en enkel afhankelijk zijn van donaties.
Hier zien we ook al een duidelijk verschil: het woord "project" is eigenlijk al niet meer correct voor wat hier gebeurt. Hier wordt met een lange termijn visie gewerkt.
Daar waar NGO's regelmatig de mist ingaan doordat een bepaalde tijdslimliet gesteld is, hebben Pat, Noud en Kim (waar we het straks zullen over hebben) een andere benadering gekozen.
Zij zetten er zelf hun schouders onder; zij houden persoonlijk toezicht van bij de start - waar de donaties binnenkomen - tot bij het eindproduct, zij het nu regelmatige doktersbezoeken in de bush, de opvolging van de studenten of hoe de lodge gerund wordt...
Toen ik net in Arusha aankwam, was Noud 1 van de eerste mensen die ik ontmoette.
Hij vond in het begin van deze eeuw dat het tijd was om in zijn bedrijf in Nederland een stap opzij te doen en kwam naar Arusha om de straatkinderen een tweede kans te geven.
Watoto Foundation (www.watotofoundation.nl/nl/startpagina)werd opgericht waarbij jonge lijmsnuivertjes van straat werden gehaald en eerst via een ontwenningsperiode in de stad terecht kwamen in het home van Noud.
Daar kregen ze degelijk onderwijs, goede voeding en onderdak en werden ze voorbereid op een toekomst met een job.
Er is een klas voor hout- of metaalbewerking, een garage voor onderhoud en heel binnenkort opent watoto foundation zijn eigen lodge dichtbij Arusha National Park.
Het geheel wordt ondersteund door kinderen uit de stichting. Er werd samengewerkt tussen ervaren timmerlui en de kinderen en ook een heel groot deel van het keukenteam, de kelners en de schoonmaakploeg wordt gerecruteerd uit de afgestudeerden binnen watoto foundation.
Noud is een no nonsense man die de hele werking met ijzeren hand bestuurt, niet het type halfzachte welzijnswerker die hier wel eens smalend baby huggers worden genoemd.
Ik bewonder hem en zijn werk alvast zeer...
Aangezien dit een heel lange post schijnt te worden, belichten we de andere twee projecten morgen.
Hopelijk bent u er dan ook...
Organizaties die geleerd hebben op de kleintjes te letten omdat ze geheel en enkel afhankelijk zijn van donaties.
Hier zien we ook al een duidelijk verschil: het woord "project" is eigenlijk al niet meer correct voor wat hier gebeurt. Hier wordt met een lange termijn visie gewerkt.
Daar waar NGO's regelmatig de mist ingaan doordat een bepaalde tijdslimliet gesteld is, hebben Pat, Noud en Kim (waar we het straks zullen over hebben) een andere benadering gekozen.
Zij zetten er zelf hun schouders onder; zij houden persoonlijk toezicht van bij de start - waar de donaties binnenkomen - tot bij het eindproduct, zij het nu regelmatige doktersbezoeken in de bush, de opvolging van de studenten of hoe de lodge gerund wordt...
Toen ik net in Arusha aankwam, was Noud 1 van de eerste mensen die ik ontmoette.
Hij vond in het begin van deze eeuw dat het tijd was om in zijn bedrijf in Nederland een stap opzij te doen en kwam naar Arusha om de straatkinderen een tweede kans te geven.
Watoto Foundation (www.watotofoundation.nl/nl/startpagina)werd opgericht waarbij jonge lijmsnuivertjes van straat werden gehaald en eerst via een ontwenningsperiode in de stad terecht kwamen in het home van Noud.
Daar kregen ze degelijk onderwijs, goede voeding en onderdak en werden ze voorbereid op een toekomst met een job.
Er is een klas voor hout- of metaalbewerking, een garage voor onderhoud en heel binnenkort opent watoto foundation zijn eigen lodge dichtbij Arusha National Park.
Het geheel wordt ondersteund door kinderen uit de stichting. Er werd samengewerkt tussen ervaren timmerlui en de kinderen en ook een heel groot deel van het keukenteam, de kelners en de schoonmaakploeg wordt gerecruteerd uit de afgestudeerden binnen watoto foundation.
Noud is een no nonsense man die de hele werking met ijzeren hand bestuurt, niet het type halfzachte welzijnswerker die hier wel eens smalend baby huggers worden genoemd.
Ik bewonder hem en zijn werk alvast zeer...
Aangezien dit een heel lange post schijnt te worden, belichten we de andere twee projecten morgen.
Hopelijk bent u er dan ook...
vrijdag 21 mei 2010
GEBAKKEN LUCHT, DEEL II
"Waar het dan wel zou heen moeten"...
Met deze zin sloot ik mijn vorig betoog af.
Voor ik verder ga toch nog even duidelijk maken dat dit enkel en alleen mijn eigen visie reflecteert, dat ik hoegenaamd niet denk dat ik de wijsheid in pacht heb over dit onderwerp en dat iedereen voor mijn part mag geloven in wat ie wil.
Waar ik het moeilijker en moeilijker mee krijg, is het gevoel dat we een volledig fictieve wereld aan het creeren zijn.
Zaken voor de toekomst worden voorgesteld alsof ze al realiteit zijn en als de doelstellingen uiteindelijk niet gehaald worden, dan wordt daar zedig over gezwegen.
De millenium betrachtingen uit de vorige post waar het Tabora project een deel van is, gaan zomaar de armoede in ontwikkelingslanden met de helft terugdringen tegen 2015.
Het spijt me de boodschapper van slecht nieuws te moeten zijn, maar veel verbetering zie ik hier niet. Integendeel...
Wat ik wel zie, zijn heel veel mensen die - zelfs met een vaste job - een maaltijd per dag kunnen eten; mensen die elke dag drie uur te voet onderweg zijn omdat een fiets een maandloon kost en het openbaar vervoer, de beruchte dalla dalla minibusjes, met hun prijs van vijftig eurocent per dag te duur zijn.
Kinderen worden van school gehouden omdat de ouders het leergeld niet kunnen betalen, mensen lopen maanden ziek rond omdat het hospitaal te duur is.
Daartegenover staat een wereld van futures bij de bank wat ik gewoon beschouw als gokken; sell and lease back operaties van regeringen wat volgens mij een soort van time sharing is van wat ooit je eigendom was en een wereld van virtueel geld waarbij je niet geleefd hebt als je geen uitstaande schuld hebt.
Rekeningen en schulden worden opgesmukt door Griekenland om toch maar de normen te halen en ondertussen worden er zowel in Europa als in Afrika fortuinen uitgegeven waarvan enorme delen blijven hangen in ijle bewoordingen en grootspraak; in administratie en advertentie.
Nee, geef mij dan maar kleinschalige projecten.
Mensen die argumenteren dat dit een druppel op een hete plaat is, hebben een punt. De wereld gaan we er niet mee redden.
Maar als er al een jongere een betere toekomst krijgt; als er al een onbereikbaar dorp bovenop de Rift vallei regelmatig doktersbezoek krijgt; dan zijn we toch al een heel eind of zie ik dat verkeerd?
Graag zie ik u morgen terug.
Dan belichten we drie projecten van mensen die ik persoonlijk ken; mensen die zich elke dag opnieuw inzetten voor betere levensomstandigheden.
Dat is nu eens geen gebakken lucht; dat is een groot hart en gezond verstand...
Met deze zin sloot ik mijn vorig betoog af.
Voor ik verder ga toch nog even duidelijk maken dat dit enkel en alleen mijn eigen visie reflecteert, dat ik hoegenaamd niet denk dat ik de wijsheid in pacht heb over dit onderwerp en dat iedereen voor mijn part mag geloven in wat ie wil.
Waar ik het moeilijker en moeilijker mee krijg, is het gevoel dat we een volledig fictieve wereld aan het creeren zijn.
Zaken voor de toekomst worden voorgesteld alsof ze al realiteit zijn en als de doelstellingen uiteindelijk niet gehaald worden, dan wordt daar zedig over gezwegen.
De millenium betrachtingen uit de vorige post waar het Tabora project een deel van is, gaan zomaar de armoede in ontwikkelingslanden met de helft terugdringen tegen 2015.
Het spijt me de boodschapper van slecht nieuws te moeten zijn, maar veel verbetering zie ik hier niet. Integendeel...
Wat ik wel zie, zijn heel veel mensen die - zelfs met een vaste job - een maaltijd per dag kunnen eten; mensen die elke dag drie uur te voet onderweg zijn omdat een fiets een maandloon kost en het openbaar vervoer, de beruchte dalla dalla minibusjes, met hun prijs van vijftig eurocent per dag te duur zijn.
Kinderen worden van school gehouden omdat de ouders het leergeld niet kunnen betalen, mensen lopen maanden ziek rond omdat het hospitaal te duur is.
Daartegenover staat een wereld van futures bij de bank wat ik gewoon beschouw als gokken; sell and lease back operaties van regeringen wat volgens mij een soort van time sharing is van wat ooit je eigendom was en een wereld van virtueel geld waarbij je niet geleefd hebt als je geen uitstaande schuld hebt.
Rekeningen en schulden worden opgesmukt door Griekenland om toch maar de normen te halen en ondertussen worden er zowel in Europa als in Afrika fortuinen uitgegeven waarvan enorme delen blijven hangen in ijle bewoordingen en grootspraak; in administratie en advertentie.
Nee, geef mij dan maar kleinschalige projecten.
Mensen die argumenteren dat dit een druppel op een hete plaat is, hebben een punt. De wereld gaan we er niet mee redden.
Maar als er al een jongere een betere toekomst krijgt; als er al een onbereikbaar dorp bovenop de Rift vallei regelmatig doktersbezoek krijgt; dan zijn we toch al een heel eind of zie ik dat verkeerd?
Graag zie ik u morgen terug.
Dan belichten we drie projecten van mensen die ik persoonlijk ken; mensen die zich elke dag opnieuw inzetten voor betere levensomstandigheden.
Dat is nu eens geen gebakken lucht; dat is een groot hart en gezond verstand...
donderdag 20 mei 2010
GEBAKKEN LUCHT
Gisteren kreeg ik een onverwacht telefoontje...
Of ik me als de bliksem naar de stad kon spoeden ten einde een delegatie te ontmoeten van het "Millenium Cities Initiatieve".
Ondanks het feit dat hun naam me wat oudbollig overkwam - we zijn toch al tien jaar ver in deze nieuwe eeuw - was haast geboden.
Om tien voor vier werd ik gesommeerd om om vier uur in de stad te zijn.
Ik lapte de onbestaande verkeersregels aan mijn motorlaars en ontmoette uiteindelijk een bolrond engels dametje, drie knipmessende Japannertjes en een altijd glimlachende Tanzaniaan.
Ik kreeg een korte introductie die me inwendig deed steigeren.
Het goedbedoelde initiatief was in het leven geroepen door de Columbia University (hier keek de londense dame me over haar brilglazen aan terwijl ze een stilte inlaste om de belangrijheid van het hele gebeuren te onderstrepen)en zou tegen 2015 de sub-sahara armoede met de helft reduceren.
Een heel ambitieus plan leek me dat.
Er waren elf steden geselecteerd die hiervoor in aanmerking kwamen maar wat met de rest van de enorme landmassa moest gebeuren, was voor niemand duidelijk.
De delegatie was hier voor twee weken, had totaal geen ervaring met Afrika gerelateerde problemen en terwijl de starre glimlach niet van hun gezicht was af te krijgen, zag ik gelijk dat het oosterse zootje geen snars van mijn betoog begreep.
Het zal wel aan mijn steenkool-Engels gelegen hebben.
Het europese enthousiaste dingetje wilde wel eens van me weten waar het hier allemaal misliep.
Ik praatte een eind weg over de moeilijke bereikbaarheid van Tabora, de geselecteerde stad in Tanzania en over mijn favoriete onderwerp, het totaal gebrek aan degelijke educatie in dit land.
Het meisje haakte onmiddellijk in; ze zou persoonlijk met de minister van Onderwijs en die van Godvergeten-slechte-slijkwegen praten om eens duidelijk te maken dat het moest gedaan zijn met dat speelkwartiertje.
Millenium Cities was in de stad en dat zouden ze geweten hebben in hun duffe kantoren op het ministerie.
Op twee weken gaan die ijverige mensen dus een rapport opstellen dat een enorme geldstroom zal genereren in Tabora (maar niet erbuiten).
Een groot deel van die koek zal op de verkeerde manier aangewend worden; het groepje waar ik mee praatte was uitgestuurd door een wereldwijd erkend accountingkantoor en we mogen er gerust van uit gaan dat hun hele reisje - hoe goed bedoeld ook - niet goedkoop zal zijn.
Daarnaast worden in die korte periode ook voorstellen gedaan die enkel onderbouwd zijn door een twee uur durend gesprek met doordeweekse mensen als ik.
Zelf veronderstel ik dat ik het er niet slecht vanaf gebracht heb maar wat weet ik in godsnaam over Tabora, een stad waar ik in 2003 ooit eens twee uur stil heb gestaan met de trein?
Door mijn woorden zal Jatropha nu aangeplant worden in gindse contreien.
Wat als de plant daar niet gedijt? Wat als het te droog, te hoog, te wat-dan-ook is?
Terwijl een enorm deel van de bevolking in Afrika nog altijd met minder dan een dollar per dag moet leven, worden ambitieuze projecten in het leven geroepen die geldverslindend zijn, geen lange termijnvisie hebben en opgestart worden door totale leken in het veld.
Waar het dan wel heen zou moeten volgens mijn mening komt in deel II later deze week.
Of ik me als de bliksem naar de stad kon spoeden ten einde een delegatie te ontmoeten van het "Millenium Cities Initiatieve".
Ondanks het feit dat hun naam me wat oudbollig overkwam - we zijn toch al tien jaar ver in deze nieuwe eeuw - was haast geboden.
Om tien voor vier werd ik gesommeerd om om vier uur in de stad te zijn.
Ik lapte de onbestaande verkeersregels aan mijn motorlaars en ontmoette uiteindelijk een bolrond engels dametje, drie knipmessende Japannertjes en een altijd glimlachende Tanzaniaan.
Ik kreeg een korte introductie die me inwendig deed steigeren.
Het goedbedoelde initiatief was in het leven geroepen door de Columbia University (hier keek de londense dame me over haar brilglazen aan terwijl ze een stilte inlaste om de belangrijheid van het hele gebeuren te onderstrepen)en zou tegen 2015 de sub-sahara armoede met de helft reduceren.
Een heel ambitieus plan leek me dat.
Er waren elf steden geselecteerd die hiervoor in aanmerking kwamen maar wat met de rest van de enorme landmassa moest gebeuren, was voor niemand duidelijk.
De delegatie was hier voor twee weken, had totaal geen ervaring met Afrika gerelateerde problemen en terwijl de starre glimlach niet van hun gezicht was af te krijgen, zag ik gelijk dat het oosterse zootje geen snars van mijn betoog begreep.
Het zal wel aan mijn steenkool-Engels gelegen hebben.
Het europese enthousiaste dingetje wilde wel eens van me weten waar het hier allemaal misliep.
Ik praatte een eind weg over de moeilijke bereikbaarheid van Tabora, de geselecteerde stad in Tanzania en over mijn favoriete onderwerp, het totaal gebrek aan degelijke educatie in dit land.
Het meisje haakte onmiddellijk in; ze zou persoonlijk met de minister van Onderwijs en die van Godvergeten-slechte-slijkwegen praten om eens duidelijk te maken dat het moest gedaan zijn met dat speelkwartiertje.
Millenium Cities was in de stad en dat zouden ze geweten hebben in hun duffe kantoren op het ministerie.
Op twee weken gaan die ijverige mensen dus een rapport opstellen dat een enorme geldstroom zal genereren in Tabora (maar niet erbuiten).
Een groot deel van die koek zal op de verkeerde manier aangewend worden; het groepje waar ik mee praatte was uitgestuurd door een wereldwijd erkend accountingkantoor en we mogen er gerust van uit gaan dat hun hele reisje - hoe goed bedoeld ook - niet goedkoop zal zijn.
Daarnaast worden in die korte periode ook voorstellen gedaan die enkel onderbouwd zijn door een twee uur durend gesprek met doordeweekse mensen als ik.
Zelf veronderstel ik dat ik het er niet slecht vanaf gebracht heb maar wat weet ik in godsnaam over Tabora, een stad waar ik in 2003 ooit eens twee uur stil heb gestaan met de trein?
Door mijn woorden zal Jatropha nu aangeplant worden in gindse contreien.
Wat als de plant daar niet gedijt? Wat als het te droog, te hoog, te wat-dan-ook is?
Terwijl een enorm deel van de bevolking in Afrika nog altijd met minder dan een dollar per dag moet leven, worden ambitieuze projecten in het leven geroepen die geldverslindend zijn, geen lange termijnvisie hebben en opgestart worden door totale leken in het veld.
Waar het dan wel heen zou moeten volgens mijn mening komt in deel II later deze week.
zaterdag 15 mei 2010
OP DEN DOOL MET MIJN IDOOL
Toen rond Y2K (ziet er altijd zo futuristisch en speciaal uit. Vandaar...)de vlaamse krant Het Nieuwsblad zich afvroeg hoe de overgang ervaren zou worden in andere culturen werd het moedige plan opgevat om een reporter uit te sturen die gedurende dertien maand dagelijks verslag zou uitbrengen in de krant over zijn wedervaren tijdens zijn wereldreis.
Het hele project werd van nabij gevolgd in De Kokodril te Gent.
Mijn laatste wapenfeit van iedere dag gedurende meer dan een jaar was de column uitknippen en bewaren in een speciaal daartoe uitgebracht koffertje.
De drang om andere horizonten te verkennen, sluimerde al sinds lang en dankzij de krant kon ik elke dag heel eventjes op reis.
De artikeltjes waren geschreven op een vrolijke en vrije manier en ik bewonderde en benijdde de reiziger-journalist voor zijn vrijbuitersstatus.
Toen Marc Helsen uiteindelijk weer ongeschonden opdook in Belgie, ging ie gelijk overal lezingen geven over zijn fantastische trip.
Een daarvan werd georganiseerd door de Landbouwkundige Kring die in die tijd onder de leiding van de goede heer Valentijn Verhaeghe op regelmatige tijdstippen mijn afspanning onveilig maakte.
Ik informeerde elk lid van de studentenclub dat ze mijnheer Helsen met of tegen zijn zin het Kokokaffee moesten binnensleuren zodat ik met eigen ogen mijn groot idool kon aanschouwen.
Er gebeurde lange tijd niets die avond.
Op het moment dat ik de tent wou sluiten kwam een man binnengewaaid.
Zoals helaas zo regelmatig gebeurt, zoeken mannen die hun houvast kwijtraken na bijvoorbeeld een scheiding hun heil nogal snel in de drank.
Ik rekende de man al bij voorbaat tot die beklagenswaardige ondersoort en bereidde me voor op twee uur diepzinnige gesprekken over zijn ellende.
Tot mijn grote vreugde bleek het echter Marc te zijn.
Tot diep in de nacht bleven we met zijn tweeen kletsen in het ondertussen gesloten cafe.
Marc praatte, ik luisterde en de Duvel deed de rest.
Zes jaar lang hoorde ik niets meer van Marc. Ik volgde zijn verhalen in de krant, ik kocht zijn boeken en verslond ze met gretige jaloezie.
Op dinsdag werd ik gebeld door Zaina van Via Via.
Tot mijn verbazing kreeg ik Marc Helsen aan de lijn.
We spraken later die dag af en ik werd geinformeerd over het nieuwe avontuur van de wereldreiziger.
Marc is in opdracht van De Gazet van Antwerpen en Het Belang van Limburg onderweg van Cairo naar Zuid-Afrika.
Hij hoopt daar aan te komen op de eerste dag van de wereldbeker en doet ondertussen opnieuw dagelijks verslag van zijn wedervaren met bussen en boven op trucks.
Marc had tot in Arusha non stop gereisd en was duidelijk toe aan een verzetje.
Dinsdag verliep alles nog redelijk omdat ik mijn collega moest ophalen later die avond op de luchthaven maar woensdag en donderdag ontbonden we onze duivels in Arusha.
Via Damascus, Onsea House en Via Via en middels inname van flinke hoeveelheden cocktails en slokdarmvernietigende Konyagi belandde ik uiteindelijk op vrijdagmorgen volledig brak op kantoor.
Ik vervloekte Marc maar het was een heerlijke tijd geweest.
Vandaag gaan we op reportage naar de voetbal academie in Arusha waar jongeren zich enkel mogen inschrijven als ze ook school volgen en vanavond gaan we naar een kwis ten voordele van een watervoorzieningsproject, gewoon om aan te tonen dat we ons ook kunnen gedragen.
Voor al wie wil weten hoe Marc het allemaal ervaren heeft hier in Arusha: koop vanaf nu de GvA of het BvL en volg zijn dagelijkse schrijfsels.
Net als bij alle vorige reizen komt ook hiervan een boek uit en ik hoop maar dat Marc de gevleugelde uitdrukking "what happens in Vegas, stays in Vegas" niet vergeet...
http://nl.wikipedia.org/wiki/Marc_Helsen
Het hele project werd van nabij gevolgd in De Kokodril te Gent.
Mijn laatste wapenfeit van iedere dag gedurende meer dan een jaar was de column uitknippen en bewaren in een speciaal daartoe uitgebracht koffertje.
De drang om andere horizonten te verkennen, sluimerde al sinds lang en dankzij de krant kon ik elke dag heel eventjes op reis.
De artikeltjes waren geschreven op een vrolijke en vrije manier en ik bewonderde en benijdde de reiziger-journalist voor zijn vrijbuitersstatus.
Toen Marc Helsen uiteindelijk weer ongeschonden opdook in Belgie, ging ie gelijk overal lezingen geven over zijn fantastische trip.
Een daarvan werd georganiseerd door de Landbouwkundige Kring die in die tijd onder de leiding van de goede heer Valentijn Verhaeghe op regelmatige tijdstippen mijn afspanning onveilig maakte.
Ik informeerde elk lid van de studentenclub dat ze mijnheer Helsen met of tegen zijn zin het Kokokaffee moesten binnensleuren zodat ik met eigen ogen mijn groot idool kon aanschouwen.
Er gebeurde lange tijd niets die avond.
Op het moment dat ik de tent wou sluiten kwam een man binnengewaaid.
Zoals helaas zo regelmatig gebeurt, zoeken mannen die hun houvast kwijtraken na bijvoorbeeld een scheiding hun heil nogal snel in de drank.
Ik rekende de man al bij voorbaat tot die beklagenswaardige ondersoort en bereidde me voor op twee uur diepzinnige gesprekken over zijn ellende.
Tot mijn grote vreugde bleek het echter Marc te zijn.
Tot diep in de nacht bleven we met zijn tweeen kletsen in het ondertussen gesloten cafe.
Marc praatte, ik luisterde en de Duvel deed de rest.
Zes jaar lang hoorde ik niets meer van Marc. Ik volgde zijn verhalen in de krant, ik kocht zijn boeken en verslond ze met gretige jaloezie.
Op dinsdag werd ik gebeld door Zaina van Via Via.
Tot mijn verbazing kreeg ik Marc Helsen aan de lijn.
We spraken later die dag af en ik werd geinformeerd over het nieuwe avontuur van de wereldreiziger.
Marc is in opdracht van De Gazet van Antwerpen en Het Belang van Limburg onderweg van Cairo naar Zuid-Afrika.
Hij hoopt daar aan te komen op de eerste dag van de wereldbeker en doet ondertussen opnieuw dagelijks verslag van zijn wedervaren met bussen en boven op trucks.
Marc had tot in Arusha non stop gereisd en was duidelijk toe aan een verzetje.
Dinsdag verliep alles nog redelijk omdat ik mijn collega moest ophalen later die avond op de luchthaven maar woensdag en donderdag ontbonden we onze duivels in Arusha.
Via Damascus, Onsea House en Via Via en middels inname van flinke hoeveelheden cocktails en slokdarmvernietigende Konyagi belandde ik uiteindelijk op vrijdagmorgen volledig brak op kantoor.
Ik vervloekte Marc maar het was een heerlijke tijd geweest.
Vandaag gaan we op reportage naar de voetbal academie in Arusha waar jongeren zich enkel mogen inschrijven als ze ook school volgen en vanavond gaan we naar een kwis ten voordele van een watervoorzieningsproject, gewoon om aan te tonen dat we ons ook kunnen gedragen.
Voor al wie wil weten hoe Marc het allemaal ervaren heeft hier in Arusha: koop vanaf nu de GvA of het BvL en volg zijn dagelijkse schrijfsels.
Net als bij alle vorige reizen komt ook hiervan een boek uit en ik hoop maar dat Marc de gevleugelde uitdrukking "what happens in Vegas, stays in Vegas" niet vergeet...
http://nl.wikipedia.org/wiki/Marc_Helsen
donderdag 13 mei 2010
IK HOU VAN DIEREN
Tot vijf jaar geleden had ik geen mobiele telefoon.
Ik vond het niet nodig, het interesseerde me niet en iedereen die me kende kon me altijd bellen in de Kokodril.
Niet dat ik dan ook maar enige moeite deed om vriendelijk te zijn aan de telefoon maar ik kon tenminste bereikt worden.
Toen kwam plots de GSM in mijn leven en sindsdien ben ik zwaar verslaafd aan het zenden van SMSjes naar zowat de helft van de wereldbevolking.
Van de andere helft heb ik het nummer nog niet...
Tot acht maand geleden had ik ook geen laptop. Ook niet nodig en meer van die blabla.
Nu heb ik er wel eentje en ik kan ook alweer geen dag zonder het ding eens op te starten.
Het is altijd mijn eigen keuze geweest dergelijke toestellen niet te bezitten en nu ik ze heb, vraag ik me af of ik er wel beter van word.
Hoe anders moet het zijn voor een gemiddelde Tanzaniaan met een salaris van maximum honderdvijftig euro per maand die ondertussen wel toegang heeft tot alle TV kanalen in de lokale bar en tot internet in het cybercafe.
Deze veelal jonge mensen worden keihard met hun neus op de feiten gedrukt: al deze gadgets bestaan maar jij zal ze nooit bezitten.
Vandaar dat piraatversies en goedkope copies hier zo makkelijk te vinden zijn.
Daarnaast is er natuurlijk ook nog de kwestie van het informatie-overaanbod waar wij in het rijke westen beetje aan beetje bij gewend zijn geraakt.
Hoe moet een jongen die vijf jaar geleden nog diep in de bush woonde, omgaan met wellustige dames, heren met teveel blingbling om hun nek en protserige huizen met patserige auto's op MTV?
Hoe plaats je zoiets? Wat beschouw je nog als normaal en in hoeverre kan iemand onschuldig inschatten wat waar en wat leugen is?
Het verwonderde me dan ook helemaal niet dat ik een vrolijke collectie hardporno aantrof in het huisje van mijn nachtwaker.
Met gezonde interesse bekeek ik de hoesjes tot het me plots koud om het hart werd.
Een van de hoesjes toonde een blote dame die het nogal naar haar zin had met een eerder groot huisdier.
De term op zijn hondjes kreeg plots een heel bijzondere bijklank...
De achterflap toonde me een halve zoo.
Dierenliefhebbers zat in Tanzania, daar moet je echt niet voor op safari gaan in deze tijden.
Ik vond het alvast heel verdacht allemaal maar wat me nog meer bezig hield, is hoe George daar nu mee omgaat.
Denkt hij vanaf nu dat dat normaal is in de westerse wereld? Zijn alle blanke vrouwen nu in voor de meest fantastische spelletjes?
Ik vraag me in ieder geval af waar die onbegrensde mogelijkheden van de hedendaagse technologie nog verder zullen toe leiden....
Ik vond het niet nodig, het interesseerde me niet en iedereen die me kende kon me altijd bellen in de Kokodril.
Niet dat ik dan ook maar enige moeite deed om vriendelijk te zijn aan de telefoon maar ik kon tenminste bereikt worden.
Toen kwam plots de GSM in mijn leven en sindsdien ben ik zwaar verslaafd aan het zenden van SMSjes naar zowat de helft van de wereldbevolking.
Van de andere helft heb ik het nummer nog niet...
Tot acht maand geleden had ik ook geen laptop. Ook niet nodig en meer van die blabla.
Nu heb ik er wel eentje en ik kan ook alweer geen dag zonder het ding eens op te starten.
Het is altijd mijn eigen keuze geweest dergelijke toestellen niet te bezitten en nu ik ze heb, vraag ik me af of ik er wel beter van word.
Hoe anders moet het zijn voor een gemiddelde Tanzaniaan met een salaris van maximum honderdvijftig euro per maand die ondertussen wel toegang heeft tot alle TV kanalen in de lokale bar en tot internet in het cybercafe.
Deze veelal jonge mensen worden keihard met hun neus op de feiten gedrukt: al deze gadgets bestaan maar jij zal ze nooit bezitten.
Vandaar dat piraatversies en goedkope copies hier zo makkelijk te vinden zijn.
Daarnaast is er natuurlijk ook nog de kwestie van het informatie-overaanbod waar wij in het rijke westen beetje aan beetje bij gewend zijn geraakt.
Hoe moet een jongen die vijf jaar geleden nog diep in de bush woonde, omgaan met wellustige dames, heren met teveel blingbling om hun nek en protserige huizen met patserige auto's op MTV?
Hoe plaats je zoiets? Wat beschouw je nog als normaal en in hoeverre kan iemand onschuldig inschatten wat waar en wat leugen is?
Het verwonderde me dan ook helemaal niet dat ik een vrolijke collectie hardporno aantrof in het huisje van mijn nachtwaker.
Met gezonde interesse bekeek ik de hoesjes tot het me plots koud om het hart werd.
Een van de hoesjes toonde een blote dame die het nogal naar haar zin had met een eerder groot huisdier.
De term op zijn hondjes kreeg plots een heel bijzondere bijklank...
De achterflap toonde me een halve zoo.
Dierenliefhebbers zat in Tanzania, daar moet je echt niet voor op safari gaan in deze tijden.
Ik vond het alvast heel verdacht allemaal maar wat me nog meer bezig hield, is hoe George daar nu mee omgaat.
Denkt hij vanaf nu dat dat normaal is in de westerse wereld? Zijn alle blanke vrouwen nu in voor de meest fantastische spelletjes?
Ik vraag me in ieder geval af waar die onbegrensde mogelijkheden van de hedendaagse technologie nog verder zullen toe leiden....
zondag 9 mei 2010
SNIEKLAAS
Toon Hermans voor wie ik altijd een grote bewondering heb gehad, kon het altijd zo treffend verwoorden.
Daarnaast had ie een heel vrolijke manier om met woorden te spelen zoals hier onder:
OP DE SCHOUW BIJ KOEN EN LOTJE
DAAR STAAT EEN IMPONEREND POTJE
ZE WILLEN HET VOOR GEEN GOUD MEER KWIJT
WANT DAT POTJE HEBBEN ZE ZELF GEVRIJD...
Toch maar eens geprobeerd of ik het ook kon.
Helemaal gelukt is het niet maar ik blijf volhouden...
HET UILTJE DAT IE HAD GEKNAPT
WAS 'T KNAPSTE UILTJE VAN DE KLAS.
HET WAS EEN RAADSEL HOE MORPHEUS HET HAD GELAPT
MAAR 'T UILTJE WAS GAAN VLIEGEN ALVOOR IE WAKKER WAS.
DE TAXIDERMIST ZIJN VROUW DIE WAS NIET OPGEZET
MET ALLE DOOIE DIEREN ROND HET BED
ZE GOOIDE ALLES BUITEN ZONDER OP HAAR MAN TE LETTEN;
DAAR MOCHT IE BEST EEN BOOMPJE OVER OP GAAN ZETTEN.
HIJ HAD EEN BOER GELATEN
MAAR WAAR WAS DIE NU NAAR TOE?
HIJ HOORDE ARME LAMMETJES BLATEN
EN IN DE VERTE LOEIDE EEN VERLOREN KOE.
Daarnaast had ie een heel vrolijke manier om met woorden te spelen zoals hier onder:
OP DE SCHOUW BIJ KOEN EN LOTJE
DAAR STAAT EEN IMPONEREND POTJE
ZE WILLEN HET VOOR GEEN GOUD MEER KWIJT
WANT DAT POTJE HEBBEN ZE ZELF GEVRIJD...
Toch maar eens geprobeerd of ik het ook kon.
Helemaal gelukt is het niet maar ik blijf volhouden...
HET UILTJE DAT IE HAD GEKNAPT
WAS 'T KNAPSTE UILTJE VAN DE KLAS.
HET WAS EEN RAADSEL HOE MORPHEUS HET HAD GELAPT
MAAR 'T UILTJE WAS GAAN VLIEGEN ALVOOR IE WAKKER WAS.
DE TAXIDERMIST ZIJN VROUW DIE WAS NIET OPGEZET
MET ALLE DOOIE DIEREN ROND HET BED
ZE GOOIDE ALLES BUITEN ZONDER OP HAAR MAN TE LETTEN;
DAAR MOCHT IE BEST EEN BOOMPJE OVER OP GAAN ZETTEN.
HIJ HAD EEN BOER GELATEN
MAAR WAAR WAS DIE NU NAAR TOE?
HIJ HOORDE ARME LAMMETJES BLATEN
EN IN DE VERTE LOEIDE EEN VERLOREN KOE.
vrijdag 7 mei 2010
WUIVENDE PALMEN IN HET PARADIJS
Nu we het toch over religie hebben, kunnen we er evengoed nog een stukje aan breien.
Aangezien het regenseizoen nu al even bezig is, beslisten Adem en ik om ook op palmzondag te werken. We moesten van elke dag zonder regen gebruik maken om collectoren te bezoeken in veraf gelegen gehuchtjes die na een hevige regenbui ongetwijfeld van de rest van de wereld zouden afgesloten zijn.
In Mtinko, na een vol uur offroad rijden, werden we plots aangemaand om plaats te maken voor een wel heel bijzondere stoet.
Meer dan twintig minuten aan een stuk passeerden kerkgangers in een lange processie.
Het hele gebeuren was werkelijk prachtig.
De stemmen, de kleurrijke optocht en de omgeving zogden voor een plotse opstoot van gelovigheid bij me.
Gelukkig duurde dat maar even...
Aangezien het regenseizoen nu al even bezig is, beslisten Adem en ik om ook op palmzondag te werken. We moesten van elke dag zonder regen gebruik maken om collectoren te bezoeken in veraf gelegen gehuchtjes die na een hevige regenbui ongetwijfeld van de rest van de wereld zouden afgesloten zijn.
In Mtinko, na een vol uur offroad rijden, werden we plots aangemaand om plaats te maken voor een wel heel bijzondere stoet.
Meer dan twintig minuten aan een stuk passeerden kerkgangers in een lange processie.
Het hele gebeuren was werkelijk prachtig.
De stemmen, de kleurrijke optocht en de omgeving zogden voor een plotse opstoot van gelovigheid bij me.
Gelukkig duurde dat maar even...
donderdag 6 mei 2010
HET GOUDEN KALF HALAL GESLACHT
De krant van eergisteren had nog een andere verrassing voor me in petto.
Op een paginagrote advertentie maakte Stanbic Bank reclame voor hun nieuwste product: Shariah banking.
De uitleg klonk als volgt:
"In een land waar 65% van de bewoners moslim zijn, is het dan ook logisch dat er een mogelijkheid geboden wordt om moslims volgens de islamitische wetten te laten bankieren. Wij willen bijdragen tot de economische ontwikkeling van Afrika door die service aan te bieden."
Op de website was te vinden wat dit alles inhield.
Er zouden geen investeringen aangeboden worden voor diensten of producten waarbij de islamitische levenswijze in het gedrang zou komen. Het woord gokken werd genoemd maar andere stoute woorden waren dan waarschijnlijk weer een brug te ver...
Daarnaast zou ook geen intrest gevraagd worden op ontleende bedragen. Het benieuwt me zeer hoe dat te rijmen valt met het bestaansrecht van een bank maar helaas zie ik er niet genoeg moslim uit om het eens persoonlijk te gaan navragen.
Ik ga er dan ook maar vanuit dat er ondertussen al lang een achterpoortje bestaat om de bank toch nog van voldoende fondsen te voorzien.
Het lijkt me ook allemaal weer zo dubbelzinnig.
De westerse wereld wordt op elke mogelijke manier met de vinger gewezen voor zijn goddeloze gedrag.
Er worden bomauto's op Trafalgar Square en vliegtuigen in torengebouwen geparkeerd enkel en alleen om de kapitalistische levenswijze en de daarmee gepaard gaande bandeloosheid aan de kaak te stellen terwijl terzelfder tijd het gouden kalf van onze consumentendrang naar het geld van alle islamieten lonkt door goed uitgekiende strategieen.
Ik snap er alvast niets meer van, maar dat geldt al langer dan vandaag en voor zoveel verschillende zaken...
Op een paginagrote advertentie maakte Stanbic Bank reclame voor hun nieuwste product: Shariah banking.
De uitleg klonk als volgt:
"In een land waar 65% van de bewoners moslim zijn, is het dan ook logisch dat er een mogelijkheid geboden wordt om moslims volgens de islamitische wetten te laten bankieren. Wij willen bijdragen tot de economische ontwikkeling van Afrika door die service aan te bieden."
Op de website was te vinden wat dit alles inhield.
Er zouden geen investeringen aangeboden worden voor diensten of producten waarbij de islamitische levenswijze in het gedrang zou komen. Het woord gokken werd genoemd maar andere stoute woorden waren dan waarschijnlijk weer een brug te ver...
Daarnaast zou ook geen intrest gevraagd worden op ontleende bedragen. Het benieuwt me zeer hoe dat te rijmen valt met het bestaansrecht van een bank maar helaas zie ik er niet genoeg moslim uit om het eens persoonlijk te gaan navragen.
Ik ga er dan ook maar vanuit dat er ondertussen al lang een achterpoortje bestaat om de bank toch nog van voldoende fondsen te voorzien.
Het lijkt me ook allemaal weer zo dubbelzinnig.
De westerse wereld wordt op elke mogelijke manier met de vinger gewezen voor zijn goddeloze gedrag.
Er worden bomauto's op Trafalgar Square en vliegtuigen in torengebouwen geparkeerd enkel en alleen om de kapitalistische levenswijze en de daarmee gepaard gaande bandeloosheid aan de kaak te stellen terwijl terzelfder tijd het gouden kalf van onze consumentendrang naar het geld van alle islamieten lonkt door goed uitgekiende strategieen.
Ik snap er alvast niets meer van, maar dat geldt al langer dan vandaag en voor zoveel verschillende zaken...
woensdag 5 mei 2010
MUSKIETENDRAAD EN KIPPENNET
Volgens de Asperger-regelmaat moet na het werk een glas gedronken worden met de krant erbij.
Ik heb het ondertussen zover gedreven met mijn eigen strikte regeltjes dat ik gewoon het te bezoeken drankhol weer verlaat als "The Citizen" van die dag er niet ligt.
In Damascus, mijn favoriete afspanning, hebben ze het alvast goed begrepen.
"We strijken die gek best niet te veel tegen de figuurlijke haren," moeten ze hebben besloten en zo komt het dat de krant er elke avond netjes klaar ligt.
Gisteren stootte ik alweer op een paar interessante artikels.
Hulpverleners in vluchtelingenkampen in het westen van Tanzania hadden vastgesteld dat hun congolese bezoekers het aangereikte materiaal wel eens volledig anders durfden te gebruiken dan ooit de bedoeling mocht zijn.
Het is regenseizoen nu en de vochtigheid zorgt voor een verhoogde aanwezigheid van muggen.
Onder die onverbiddelijke zoemers bevindt zich ook de Anopheles soort die malaria overbrengt.
Om avondlijke en vroeg-ochtendlijke besmettingen tegen te gaan, werden dan ook massaal en gratis muskietennetten uitgedeeld.
Helaas zag de afrikaanse geest dit gegeven anders.
De netten werden ofwel doorverkocht voor dumpingprijzen aan de omliggende dorpen of werden anderzijds - u raadt het nooit - gebruikt als afspanning voor de kippenren.
Gevolg was dan natuurlijk ook dat negentig procent van de problemen bij de ziekenboeg over malaria ging.
Ongetwijfeld stuiten zulke verhalen over kortzichtigheid en hebberigheid op onbegrip bij de meesten van u.
Ook ik keur het hele gebeuren niet goed maar tegelijk probeer ik ook te begrijpen waar zulk gedrag vandaan komt.
We hebben het hier over mensen die sinds jaren de grootste gruwel hebben meegemaakt, die ontheemd zijn en opeengepakt worden in kampen waar hygiene en privacy onbestaande woorden zijn.
Mensen die - door de omstandigheden - overlevers pur sang geworden zijn.
Als je dan een verleden meesleept waarin je alles kwijt bent geraakt, zowel je weinige bezittingen als je eer en misschien zelfs een deel van je familie; als je in een heden leeft waar je geen werk en bijgevolg geen inkomen hebt en als je tenslotte een toekomst voor je hebt zonder enig vooruitzicht - het kan morgen afgelopen zijn maar het kan evengoed nog jaren aanslepen in deze negorij - dan vind ik het helemaal niet vreemd dat onze westerburen kiezen voor onmiddellijke behoeftenbevrediging in plaats van te opteren voor een bescherming tegen een mogelijke ziekte in de toekomst.
Het weinige geld dat ze krijgen bij verkoop zorgt misschien voor wat extra melkpoeder voor de baby of voor een stuk zeep; de kippen zorgen voor de broodnodige proteines of eventueel nog wat extra cash.
Het is absurd, het is vreemd maar laat ons misschien toch enig begrip hebben voor de overlevingskunst van mensen die sinds lang alle hoop verloren hebben en toch nog de kracht hebben om op een inventieve manier in het leven te staan...
Ik heb het ondertussen zover gedreven met mijn eigen strikte regeltjes dat ik gewoon het te bezoeken drankhol weer verlaat als "The Citizen" van die dag er niet ligt.
In Damascus, mijn favoriete afspanning, hebben ze het alvast goed begrepen.
"We strijken die gek best niet te veel tegen de figuurlijke haren," moeten ze hebben besloten en zo komt het dat de krant er elke avond netjes klaar ligt.
Gisteren stootte ik alweer op een paar interessante artikels.
Hulpverleners in vluchtelingenkampen in het westen van Tanzania hadden vastgesteld dat hun congolese bezoekers het aangereikte materiaal wel eens volledig anders durfden te gebruiken dan ooit de bedoeling mocht zijn.
Het is regenseizoen nu en de vochtigheid zorgt voor een verhoogde aanwezigheid van muggen.
Onder die onverbiddelijke zoemers bevindt zich ook de Anopheles soort die malaria overbrengt.
Om avondlijke en vroeg-ochtendlijke besmettingen tegen te gaan, werden dan ook massaal en gratis muskietennetten uitgedeeld.
Helaas zag de afrikaanse geest dit gegeven anders.
De netten werden ofwel doorverkocht voor dumpingprijzen aan de omliggende dorpen of werden anderzijds - u raadt het nooit - gebruikt als afspanning voor de kippenren.
Gevolg was dan natuurlijk ook dat negentig procent van de problemen bij de ziekenboeg over malaria ging.
Ongetwijfeld stuiten zulke verhalen over kortzichtigheid en hebberigheid op onbegrip bij de meesten van u.
Ook ik keur het hele gebeuren niet goed maar tegelijk probeer ik ook te begrijpen waar zulk gedrag vandaan komt.
We hebben het hier over mensen die sinds jaren de grootste gruwel hebben meegemaakt, die ontheemd zijn en opeengepakt worden in kampen waar hygiene en privacy onbestaande woorden zijn.
Mensen die - door de omstandigheden - overlevers pur sang geworden zijn.
Als je dan een verleden meesleept waarin je alles kwijt bent geraakt, zowel je weinige bezittingen als je eer en misschien zelfs een deel van je familie; als je in een heden leeft waar je geen werk en bijgevolg geen inkomen hebt en als je tenslotte een toekomst voor je hebt zonder enig vooruitzicht - het kan morgen afgelopen zijn maar het kan evengoed nog jaren aanslepen in deze negorij - dan vind ik het helemaal niet vreemd dat onze westerburen kiezen voor onmiddellijke behoeftenbevrediging in plaats van te opteren voor een bescherming tegen een mogelijke ziekte in de toekomst.
Het weinige geld dat ze krijgen bij verkoop zorgt misschien voor wat extra melkpoeder voor de baby of voor een stuk zeep; de kippen zorgen voor de broodnodige proteines of eventueel nog wat extra cash.
Het is absurd, het is vreemd maar laat ons misschien toch enig begrip hebben voor de overlevingskunst van mensen die sinds lang alle hoop verloren hebben en toch nog de kracht hebben om op een inventieve manier in het leven te staan...
Abonneren op:
Posts (Atom)