Toon Hermans voor wie ik altijd een grote bewondering heb gehad, kon het altijd zo treffend verwoorden.
Daarnaast had ie een heel vrolijke manier om met woorden te spelen zoals hier onder:
OP DE SCHOUW BIJ KOEN EN LOTJE
DAAR STAAT EEN IMPONEREND POTJE
ZE WILLEN HET VOOR GEEN GOUD MEER KWIJT
WANT DAT POTJE HEBBEN ZE ZELF GEVRIJD...
Toch maar eens geprobeerd of ik het ook kon.
Helemaal gelukt is het niet maar ik blijf volhouden...
HET UILTJE DAT IE HAD GEKNAPT
WAS 'T KNAPSTE UILTJE VAN DE KLAS.
HET WAS EEN RAADSEL HOE MORPHEUS HET HAD GELAPT
MAAR 'T UILTJE WAS GAAN VLIEGEN ALVOOR IE WAKKER WAS.
DE TAXIDERMIST ZIJN VROUW DIE WAS NIET OPGEZET
MET ALLE DOOIE DIEREN ROND HET BED
ZE GOOIDE ALLES BUITEN ZONDER OP HAAR MAN TE LETTEN;
DAAR MOCHT IE BEST EEN BOOMPJE OVER OP GAAN ZETTEN.
HIJ HAD EEN BOER GELATEN
MAAR WAAR WAS DIE NU NAAR TOE?
HIJ HOORDE ARME LAMMETJES BLATEN
EN IN DE VERTE LOEIDE EEN VERLOREN KOE.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten