Translate

donderdag 20 mei 2010

GEBAKKEN LUCHT

Gisteren kreeg ik een onverwacht telefoontje...
Of ik me als de bliksem naar de stad kon spoeden ten einde een delegatie te ontmoeten van het "Millenium Cities Initiatieve".
Ondanks het feit dat hun naam me wat oudbollig overkwam - we zijn toch al tien jaar ver in deze nieuwe eeuw - was haast geboden.
Om tien voor vier werd ik gesommeerd om om vier uur in de stad te zijn.
Ik lapte de onbestaande verkeersregels aan mijn motorlaars en ontmoette uiteindelijk een bolrond engels dametje, drie knipmessende Japannertjes en een altijd glimlachende Tanzaniaan.
Ik kreeg een korte introductie die me inwendig deed steigeren.
Het goedbedoelde initiatief was in het leven geroepen door de Columbia University (hier keek de londense dame me over haar brilglazen aan terwijl ze een stilte inlaste om de belangrijheid van het hele gebeuren te onderstrepen)en zou tegen 2015 de sub-sahara armoede met de helft reduceren.
Een heel ambitieus plan leek me dat.

Er waren elf steden geselecteerd die hiervoor in aanmerking kwamen maar wat met de rest van de enorme landmassa moest gebeuren, was voor niemand duidelijk.
De delegatie was hier voor twee weken, had totaal geen ervaring met Afrika gerelateerde problemen en terwijl de starre glimlach niet van hun gezicht was af te krijgen, zag ik gelijk dat het oosterse zootje geen snars van mijn betoog begreep.
Het zal wel aan mijn steenkool-Engels gelegen hebben.

Het europese enthousiaste dingetje wilde wel eens van me weten waar het hier allemaal misliep.
Ik praatte een eind weg over de moeilijke bereikbaarheid van Tabora, de geselecteerde stad in Tanzania en over mijn favoriete onderwerp, het totaal gebrek aan degelijke educatie in dit land.
Het meisje haakte onmiddellijk in; ze zou persoonlijk met de minister van Onderwijs en die van Godvergeten-slechte-slijkwegen praten om eens duidelijk te maken dat het moest gedaan zijn met dat speelkwartiertje.
Millenium Cities was in de stad en dat zouden ze geweten hebben in hun duffe kantoren op het ministerie.

Op twee weken gaan die ijverige mensen dus een rapport opstellen dat een enorme geldstroom zal genereren in Tabora (maar niet erbuiten).
Een groot deel van die koek zal op de verkeerde manier aangewend worden; het groepje waar ik mee praatte was uitgestuurd door een wereldwijd erkend accountingkantoor en we mogen er gerust van uit gaan dat hun hele reisje - hoe goed bedoeld ook - niet goedkoop zal zijn.
Daarnaast worden in die korte periode ook voorstellen gedaan die enkel onderbouwd zijn door een twee uur durend gesprek met doordeweekse mensen als ik.
Zelf veronderstel ik dat ik het er niet slecht vanaf gebracht heb maar wat weet ik in godsnaam over Tabora, een stad waar ik in 2003 ooit eens twee uur stil heb gestaan met de trein?
Door mijn woorden zal Jatropha nu aangeplant worden in gindse contreien.
Wat als de plant daar niet gedijt? Wat als het te droog, te hoog, te wat-dan-ook is?
Terwijl een enorm deel van de bevolking in Afrika nog altijd met minder dan een dollar per dag moet leven, worden ambitieuze projecten in het leven geroepen die geldverslindend zijn, geen lange termijnvisie hebben en opgestart worden door totale leken in het veld.
Waar het dan wel heen zou moeten volgens mijn mening komt in deel II later deze week.