Translate

zaterdag 28 juni 2008

EEN DAG UIT HET LEVEN VAN.....(DEEL III)

...EEN GENERAL MANAGER STORES.

uit de Arusha times van vrijdag 27/06/08



Vrijdagnacht trof de politie van Olasita, een wijk in Arusha, een blanke man aan in een container. Naar eigen zeggen was deze persoon zes dagen gevangen gehouden in erbarmelijke omstandigheden. Onder het bureau van de man troffen de agenten ook nog een lijk aan in verregaande staat van ontbinding. Collega's van de gekidnapte man zeiden niets geroken te hebben in het kantoor door de indringende stank van een kalfsleren agenda. De speurders tasten voorlopig in het duister over de motieven voor deze bizarre zaak. Ondervraging van zijn collega's leverde niets op aangezien het volgens betrokkenen niet veel uitmaakte of de man wel dan niet aanwezig was op het bureau.



uit politierapport 85112E/22


...troffen wij in een container met bureaumateriaal een totaal verwilderde man aan die enkel zei: "ik wens Nederlands te spreken." De blanke man van kaukasische afkomst droeg een soort kleed van aaneen geniete enveloppes van het merk "Manilla", A5 en was verder naakt.
Wij brachten het slachtoffer naar de dienst spoedgevallen en stuurden onze onderzoeksrechter ter plaatse..



uit het medisch rapport van Selian Hospital


patient is 1m 90 en weegt 54kg. Is in kennelijk uitgedroogde toestand. Hield zichzelf in leven met het drinken van inkt uit balpennen en het kauwen op gommen. Vandaar waarschijnlijk de blauwe kleur. Reageert agressief als iemand begint te proesten. Dwangbuis en kalmeermiddelen zijn ten zeerste aan te raden voor de eerste zes maand.

vrijdag 27 juni 2008

EEN DAG UIT HET LEVEN VAN....(DEEL II)

..... EEN GENERAL MANAGER STORES.


7.01 Ik stort me in het verkeer. Niemand wijkt uit voor me, niemand staart me na. Zouden vlaggetjes op mijn motorfiets extra cachet geven?
Het idee om een eigen chauffeur te hebben, verwerp ik meteen. Je zit voor joker, zo achterop een motor.
7.24 Aankomst aan de poort. De bewaker wacht tergend lang . Hier moet ingegrepen worden. Time is money in mijn functie.
7.24 De poort zwaait open, de bewaker is een boom van twee meter. Ik lach vriendelijk. Toch maar beter goeie maatjes blijven.
7.28 Ik wandel het kantoor binnen en kus de beker die ons kantoor gewonnen heeft voor de beste teamgeest. Ik steek het ding triomfantelijk in de lucht. Maradonna heeft niets aan mijn zegevierende gebaren. Dat vindt ook de schoonmaakster die vanachter een bureau opduikt.
7.28 Ik probeer mezelf een houding te geven en negeer haar geproest. Hoge bomen vangen nu eenmaal veel wind.
7.30 Mijn computer weigert dienst.
7.55 Iemand heeft de stekker uitgetrokken. Probleem opgelost net voor iedereen binnenkomt. Die kwajongens toch...
8.00 Ik beantwoord hun deugnieterij meteen. Ik lap Rasheed pootje. Hij slaat met een doodsmak tegen een metalen kast en bloedt als een rund. Ik ben de enige die lacht.
8.01. Iedereen komt binnen en kakelt erop los. Ik vraag me af waar dit over gaat en bekijk alles met een welwillende glimlach.
8.15. We beginnen met de dagelijkse meeting en vergaderen een uur en een kwartier over het feit dat er geen fruitsap in stock was. Uiteindelijk komen we tot de slotconclusie dat dat een vergissing was.
9.30 Tito vraagt me of ik ook iets te zeggen heb. Ik haal mijn beste Kiswahili boven en produceer een volzin. Sommigen kijken me vol bewondering aan, de meesten echter vol verbijstering.
9.31 Ik verschans me in het toilet en haal mijn zakwoordenboek boven. "De boter zit gisteren naast stoel" heb ik gezegd. Klinkt wel lekker Zen, al zeg ik het zelf.
9.45 Ik staar door het raam en voel mezelf geborgen door het besef dat Tito, Kareem en Rasheed mijn drie rechterhanden zijn.
9.46. Ik schrijf iets op en ik besef dat ik linkshandig ben. Daar gaat mijn vertrouwen.
9.51 Iemand belt me op. Ik laat de telefoon zesmaal overgaan. Tenslotte ben ik belangrijk. De kerel aan de andere kant vraagt of dit het faxnummer dan niet is. Hij legt zonder verdere uitleg neer.
9.55 Rasheed bloedt nog altijd. Ik wist niet dat er zoveel bloed in een lichaam zat. Ik duw hem voorzichtig wat verder onder mijn bureau. Als Mike dit te weten komt, zwaait er wat.
10.01 Ik trek gezichten naar mezelf in het raam.
10.02 Ik merk op dat ik de mensen achter me kan zien in de weerspiegeling van het glas. Vandaar het onderdrukte gegrinnik.
10.33 Vergeten mijn inbox te openen. Ik merk dat ik 43 mails heb. Het zweet breekt me uit. Had ik die stekker er maar niet terug ingestoken, dan was er geen probleem geweest.
10.51 Ik vind dat een general manager ook tussen het voetvolk moet functioneren dus ga ik de opslagcontainers inspecteren. Achter me vallen de zware deuren in het slot. Dat vervelende geproest begint me de keel uit te hangen.


EEN DAG UIT HET LEVEN VAN....(DEEL I)

.... DE GENERAL MANAGER STORES

6.30. de metalen stem van mijn wekker roept me brutaal tot de orde.
Geen prive jet meer, geen bevallige secretaresses die instaan voor mijn lichamelijk welzijn en mijn geestelijk evenwicht.
6.31 Ik luister naar de vogeltjes buiten. Het is doodstil. Ze maaien niet, ze zaaien niet, maar zij slapen tenminste nog.
6.37 Onder het scheren probeer ik enkele heldhaftige gelaatsuitdrukkingen. Een strenge blik die niets ontgaat, lijkt me wel wat.
Ik probeer er ook wat mededogen in te leggen en snijd me lelijk...
6.43 Een kouwe douche is een must voor een general manager. Ik vries zowat uit mijn vel en stap verkleumd uit de badkamer. Niet voor herhaling vatbaar, noteer ik in mijn nieuwe agenda met kalfsleren kaft. Het ding ruikt verdacht naar oude geit.
6.47 Ik twijfel of ik een pak met krijtjesstreep moet kopen. Voorlopig nog maar even die oude jeans en dat verschoten hemd aan. Ik noteer "opslag vragen" in mijn agenda.
6.48 Ik bedenk dat ik hier nog maar twee dagen werk en schrap mijn vraag voor opslag.
6.50 Ik vind enkel pleistertjes met superman en mickey mouse. Ik laat de wonde maar open en beslis tijdens het ontbijt een woest verhaal te verzinnen waarbij ik de magazijnen verdedig tegen snoodaards.
6.51 Een goed ontbijt is noodzakelijk als general manager. Ik eet achtereenvolgens twee grote kommen ontbijtgranen, zes eieren met spek en een half bruin brood. Enigszins wankel sta ik op.
6.55 Ik noteer in mijn agenda dat ik het toilet moet schoonmaken. De eieren zullen er tegen vanavond wel ingedroogd zijn.
6.56 Ik geef Zakayo, mijn lieve nachtwaker, het bevel me naar de moto te dragen. Op eigen houtje haal ik het niet.
6.56 Een rolstoel voor de jongen kan er later wel vanaf nu ik zo'n belangrijke functie heb. Voorlopig ligt ie niet in de weg naast de poort...

En toen moest de dag nog beginnen...

zaterdag 21 juni 2008

DAT HEET DAN GELUKKIG ZIJN...

In de reeks over Het Incident heb ik het op een bepaald moment over dankbaarheid gehad. Ik beschouw het al bij al niet als een ramp wat er gebeurd is.
Integendeel.
Vandaag is misschien de dag om daar wat dieper op in te gaan.

Je kan gebeurde zaken altijd vanuit verschillende perspectieven bekijken. Als iets tegen je zin gebeurt of weinig verheffend is op alle gebied, kan je daar woedend om worden, of eerder verdrietig.
Misschien kan je er door murw geslagen worden of vind je jezelf de meest beklagenswaardige persoon van de wereld.
Door mijn vrijwillige ballingschap in Afrika heb ik al eerder berusting leren kennen. Het is een nieuwe visie maar ze maakt het verwerken van ongewilde gebeurtenissen zoveel makkelijker.
Een voorbeeld maakt dat misschien duidelijk.
Raphael, mijn altijd vriendelijke assistent op Zanzibar wilde verlof. Zijn vrouw en kinderen zaagden hem de oren van de kop, hij was er dringend aan toe maar het hoofdkantoor gaf gewoon geen toestemming. Gezien de hoogdringendheid van de werkzaamheden hadden ze helaas nog gelijk ook.
Ik vertelde Raphael het slechte nieuws maar de brave man vertrok geen spier. In plaats daarvan bedankte hij me voor mijn poging en toog ie weer aan het werk. Geen onvertogen woord, geen gezeur...
Dingen aanvaarden zijn zoals ze zijn...

Nu heb ik deze kijk op onvermijdelijke gebeurtenissen wel al langer.
Je hoeft niet zwaar te tillen aan zaken waar toch niet aan te tornen valt.
Ik ga alleen ongelooflijk uit mijn dak als er gemiddeld intelligente mensen de zaak versjtieren. Dan hebben we het echt over onwil of onkunde.

Het Incident nu heeft me heel wat geleerd. Ik ben er zeker van dat ik nog altijd vredig in hetzelfde huis leef omdat ik de zaak volledig aanvaard. Er kan een nieuwe overval komen, maar dat kan evengoed in een ander huis. Ik kan er de volgende keer het leven bij inschieten maar evengoed wordt er niet aan me geraakt.
Het leven is te eenvoudig om me daar zorgen over te maken.

Door mijn gedwongen rust heb ik ook leren genieten van letterlijk niets doen. Vroeger moest ik minstens een boek, een film en een videospelletje bij de hand hebben en liefst nog alle drie tegelijk. Nu kan ik gewoon op de zetel liggen en een geestelijk uitstapje maken zonder externe stimulansen.
Daarnaast had ik sinds vijftien jaar een spijsverteringsprobleem, opgelopen tijdens een reis in India. Door de langdurige onbeweeglijkheid is ook dat van de baan. Ik kan gaan en staan waar ik wil zonder dat ik eerst de lokatie van de toiletten wil weten voor plots opkomende noodgevallen.
In de reeks gezondheid, hoort ook nog de zorg voor mijn lichaam.
Ik ben veel voorzichtiger geworden met overdaad. Vroeger kon het niet genoeg zijn, nu mag de rem er al eens op.
Misschien heeft de schutter me op die manier wel tien jaar extra leven cadeau gedaan en ga ik niet op mijn vijfenzestigste de pijp uit aan bloedvatvernauwing of hartritmestoornissen door een te liederlijk leven...

Ten slotte - en dit punt is wel het allerbelangrijkste - heb ik altijd al willen weten wie er op mijn begrafenis zou zijn en wie daar dan ook oprecht verdriet zou hebben om mijn heengaan.
Misschien heeft u hier ook al over nagedacht en kent u het gevoel wel.
Ben ik wel geliefd en mogen mensen me wel?
Ik denk dat ik, gezien de massale solidariteit, het antwoord nu al gekregen heb.
Het is gewoon hartverwarmend te zien hoeveel mensen je bijstaan op momenten dat je hun steun echt nodig heb.
Ik kan al die bezorgde mensen nooit voldoende bedanken...

Om al deze redenen en om het feit dat ik nog elke dag mag opstaan met Mount Meru in mijn achtertuin, kan ik toch onmogelijk al deze schoonheid de rug toekeren door wrok, schrik of woede te voelen voor die sukkelaars die zelf niet beter weten...?
Ze hebben me begrip, geduld en inzicht geleerd.
En daar kan ik alleen maar dankbaar om zijn....

dinsdag 17 juni 2008

INFORMATIE EN COMMUNICATIE

Gisteren was weer een dag vol verbazing en verbijstering.
Ik ben - ook al zeg ik het zelf - veel minder snel opstandig dan vroeger als de dingen niet helemaal gaan zoals verwacht maar deze evolutie is geenszins een waterdichte oplossing tegen de ondoorgrondelijkheid van een afrikaans georienteerd brein.
Ik vertrok gisteravond thuis om samen met Nery iets te gaan eten in de stad.
Op een goeie twee kilometer van mijn huis, gaf mijn trouwe moto de geest.
Geen lampje brandde nog, the antichrist was in een doodse stilte gehuld.
Ik belde Zakayo, de altijd aanwezige nachtwaker en na een half uurtje kwam ie luid kwekkend met twee vriendjes aangestapt.
De drie kereltjes duwden de moto terug naar huis terwijl ik mijn weg terug zocht in een berm die meer weg had van een slagveld.
Eenmaal thuis aangekomen gaf Zakayo me te kennen dat hij de motor wel weer aan de praat zou krijgen en daar slaagde hij nog in binnen de minuut ook.
Glunderend keek ie me aan totdat ik vroeg waarom we dat niet aan de rand van weg gedaan hadden, dat had een halfuur en een hoop amechtig geduw gescheeld.
Zakayo haalde verslagen zijn schouders op en moest ootmoedig toegeven dat dat ook een goed idee zou zijn geweest....

Ondertussen was Nery onderweg met een taxi. Nery is indisch maar is wel opgegroeid in Dar Es Salaam en deelt bijgevolg de soms onbegrijpelijke hersenkronkels van de echte Tanzanianen.
Ik schatte haar ritje op een halfuur dus bleef ik geduldig buiten wachten in de druilerige nacht.
Na twee uur, terwijl ik het al lang opgegeven had, kwam de taxi eindelijk aan.
Onze doelloze telefoontjes en de veelvuldig uitgewisselde sms-en hadden geen opheldering gebracht.
Nu we samen in de taxi zaten, bleek dat Nery een goeie twintig kilometer buiten de stad zat toen ze me liet weten dat ze eraan kwam en dat, daarnaast, de chauffeur bij een uitwijkmanoeuver in de gracht was gesukkeld.
Allemaal informatie die niet gedeeld moest worden omdat dat gewoon niet relevant leek...

De onvolprezen Sam Rutherford, organisator van de zwaarste tochten door de woestijn, vertelde me ooit dat elke afloop staat of valt met degelijke informatie en duidelijke communicatie.
Ik kon hem enkel volledig gelijk geven....

vrijdag 13 juni 2008

DOEGELIEKDAJETUUSZIET

Eergisteren om zes uur 's avonds mocht ik eindelijk onder het mes. Ik had drie doelloze dagen in Nairobi doorgebracht en de consultatie was zeven keer verzet.
Professor Odhiambo putte zich uit in verontschuldigingen, maar wat kan je een chirurg kwalijk nemen die de bush inrijdt om mensen te helpen die zelf de middelen niet hebben om naar de stad te komen.
Mijn repect voor hem nam alleen maar toe door iedere vertraging...


Nauwelijks elf uur na de ingreep zat ik opnieuw voor vijf uur in de shuttle die me langs onmogelijk slechte wegen naar Arusha bracht.
Ik zag sterretjes, maar het alternatief - een dag langer in Aga Khan blijven - was evenmin vol te houden, zij het dan op geestelijk gebied.

Geheel onverwacht kwam ik thuis in een leeg huis. Zakayo, de nachtwaker was naar de engelse les en Rebecca die mijn was doet, zocht haar heil in een christelijke conferentie.

Ik zette de muziek aan en er begon een afrikaans muziekje te spelen.
Leuk om horen, maar de CD was niet van mij.
In de koelkast trof ik een grote pot bonen aan, de lokale dagdagelijkse maaltijd.
In het huis van Zakayo vond ik een woordenboek en mijn fietspomp en Rebecca had duidelijk mijn woonkamer ingepalmd als strijkkamer voor mijn en ook haar kleding.

Toen ik deze middag mijn potje wou koken, bleek ook het gas op te zijn. Er werd dus ook gekookt tijdens mijn afwezigheid.

Een dubbel gevoel alweer, kan ik het iemand kwalijk nemen dat er gebruik gemaakt wordt van alle luxe die daar voor het grijpen ligt?
Is het fout dat Rebecca haar eten koel houdt voor haar drie koters?
Mag Zakayo wat extra Engels vinden in mijn woordenboek?

Aan de andere kant, gebeuren al deze dingen nooit als ik thuis ben, vraagt er nooit iemand een gunst als ik er ben.
Het voelt ergens toch wel een beetje achterbaks allemaal.
Maar wie ben ik om ze dat te verwijten?

OLE JOSE

Zoals eerder al gemeld, kan ik zien wie van waar inlogt.
Sinds enige tijd heb ik een regelmatige bezoeker uit San Jose, California.
Het klinkt zo lekker exotisch vind ik...
Hoewel ik zelf natuurlijk ook niet echt onder de kerktoren zit.

Dus Jos, mail me eens op jan.gevaert@gmail.com , ik ben benieuwd.

dinsdag 10 juni 2008

AFRIKA OP ZIJN BEST

Sinds gisteren ben ik weer op keniaanse bodem.
Bedoeling was dat ik deze morgen om half negen bij die lieve professor Odhiambo op de stoep stond die me dan gelijk voor een allerlaatste keer zou opensnijden en daarna hopelijk ook weer dichtnaaien...
Om half twee 's nachts rinkelde de telefoon. Het was de professor in hoogsteigen persoon. Hij zat met zijn jeep klem, ergens in de bush en zou niet voor de middag terug zijn.
Afspraak dan maar verzet naar vier uur.
Helaas is de jeep van de brave man nog trager dan een slak op rust want de consultatie is nog maar eens verzet.
Tot half zes deze keer.

Om de tijd te doden, ging ik dan maar op zoek naar de kogel, in beslag genomen voor een mogelijk onderzoek.
Een soort van zoektocht naar de heilige graal bleek dat te zijn.
Ik kwam in duistere lokaaltjes terecht, sloop door verlaten gangen en ontmoette heel veel mensen die me hoogst verbaasd aankeken toen ik mijn snode plan uit de doeken deed.

Uiteindelijk vond ik Nancy in het bezit van de kogel.
In samenspraak met haar directeur, die blijkbaar over gevonden voorwerpen in andermans lichamen ging, zou ik het kleinood mee naar huis krijgen op voorwaarde dat ik het ding terug bracht zodra de nood daartoe ontstond op het bureau van Nancy.
Ik werd gesommeerd een zware doos van de kast te halen en Nancy haalde honderden plastic potjes boven, allen met een kogel erin en een net opschrift op de buitenkant.
Toen ik opperde dat dit een buit van jaren moest zijn, keek de secretaresse me meewarig aan.
Elke week kwamen mensen binnen met kogelwonden.
Ik voelde me op slag zo uniek niet meer.
Er kwamen zelfs pijlen en blaaspijpen te voorschijn en uiteindelijk werd mijn bijna dood ervaring opgeduikeld.
Ik ben nu in het bezit van een bekrast en beschadigd stukje lood.

Ik had toch gehoopt dat mijn belager er iets heldhaftiger zou hebben uitgezien....

maandag 9 juni 2008

HET LEVEN ZOALS HET ALTIJD GEWEEST IS

Sinds enige dagen ben ik tot mijn grote vreugde terug in Arusha en in het voorbije weekend heb ik tot tweemaal toe het gevoel gehad terug in de tijd geworpen te worden.

We kunnen het natuurlijk gewoon een vejadu-gevoel noemen, de sensatie die je bekruipt wanneer je beseft dat je iets nog niet eerder mee gemaakt hebt, maar dat is een te goedkoop grapje.
Plots stond ik gewoon middenin het verleden.

Op zaterdag speelde het nationale rugby team een match tegen de jongens van Kenia.
Die van ons maakten de noorderburen in maar dat lieten die beren niet aan hun hart komen.
Zoals het sportieve verliezers betaamt, bouwden ze gelijk een feestje in de sportbar.

En plots was het daar, tijdens een opzwepend, oeroud lied voelde je gewoon de vibraties van eeuwenlange tradities aanzwellen.
De stoere jongens, opgezweept door het bier en hun aandachtig gehoor gaven zich helemaal.
Het was gewoon een hedendaagse vertaling van een oorlogsdans die 's nachts de gemoederen verhitte en de krijgers klaarstoomde voor de gevechten.

De woorden werden in harde, korte stukken gehakt, het ritme werd mee bepaald door het stampvoeten en harde, stevige handen die op de bar terecht kwamen.
Gespierde lichamen draaiden en kronkelden terwijl de ogen van de dansers vuur schoten.

Het was waarlijk een indrukwekkend schouwspel....

Gisteren dan, zat ik tijdens het wekelijkse FMS dinner naast een nederlandse dokter die in de bush werkte.
Hij vertelde me het verhaal van een jonge morani, een krijger in spe, van de Maasai stam.
Om een volwaardig lid van de stam te worden, moet een morani een leeuw doden.
Alweer een eeuwenoude traditie die door ons, verstandige westerlingen, verboden werd aangezien het leven van een leeuw belangrijker is dan het in stand houden van een cultuur die wij barbaars vinden...

Een paar dagen geleden kreeg de dokter een noodoproep, midden in de nacht.
Er werd een jonge krijger binnen gebracht die flink toegetakeld was door een leeuw.
De uitleg was simpel: om drie uur 's nachts was de jongen op zoek gegaan naar een verloren gelopen koe en daar was hij door poes aangevallen.
Dat hij helemaal beschilderd was, de traditionele maasai-sieraden droeg en dat het nu net de periode van de overgangsrites was, bleek van geen tel.

Koe verloren een gat in de nacht en dat was het...
Het mag ook hier duidelijk zijn dat het verleden nog leeft, ook in de 21ste eeuw.
Ik ben er heilig van overtuigd dat dat maar goed is ook, willen we hier geen volgende indianen- of aboriginals-drama meemaken....

zondag 8 juni 2008

OP HETE STOELEN ZITTEN

Bij het schrijven van de titel, dwaalden mijn gedachten af naar een bedompte parochiezaal waar een jong koppel elkaar veroordeelt tot een levenslang gedwongen samenleven enkel door een eenvoudig twee-letter-woord uit te spreken.
Op dergelijke evenementen duikt steevast een tante op, gehesen in een veel te krap kleed die zichzelf koelte toewuift met een bierkaartje terwijl ze haar verveeld gehoor doodslaat met allerlei kwaaltjes, al dan niet ingebeeld.
Als de dikke dominante matrone uiteindelijk opstaat en jij de stoel overneemt, voel je de warmte van haar enorme derriere nog minutenlang afstralen van de goedkope formica stoel.

Niets hiervan echter in mijn verhaal over Oost Afrika.
Laten we gewoon bij de les blijven....

Sinds tijden al vroeg ik me af waarom varkensvlees in het kiswahili kiti moto was.
De letterlijke vertaling, warme stoel, sloeg als een tang op het voorgaande varken.

Op Zanzibar kreeg ik de uitleg.
Alle kusten aan de Indische Oceaan zijn moslimgebied. Heel logisch ook als je bedenkt dat daar in vroeger tijden zeevaarders uit het midden oosten geland zijn.
Voor moslims is varkensvlees haram, onrein maar zoals zoveel verboden is ook dit er 1 om overteden te worden.
De verboden vrucht smaakt nog altijd het lekkerst.
In Stone Town waren er verschillende plekjes waar je varkensvlees kon kopen.
Geen uithangbord, een sjofel huisje maar wel een uitgebreide klandizie van zowel christenen als moslims.

Die moslim nu, flink in overtreding met het buitgemaakte varkensvlees, haast zich naar huis om de verboden lekkernij naar binnen te werken.
Daarvoor zoekt hij een verborgen hoekje op, er staat een gammel stoeltje en de man kan vanuit zijn strategisch gekozen punt de omgeving in de gaten houden.
Zijn buren kennen hem als een heel religieus man en hij mag er niet aan denken gesnapt te worden met zoiets verderfelijks als kiti moto...

Met zijn rechterhand graait ie in het plastic zakje, zijn ogen en zijn gemoed hebben geen moment rust en om de hele omgeving te overzien zit ie de hele tijd te wiebelen en te draaien.
Het lijkt wel of ie op een hete stoel zit....

Alles alweer in naam van de religie, de houvast en tegelijker tijd de boeman van hij die niet zelf kan of durft nadenken...

vrijdag 6 juni 2008

BOODSCHAP VAN DE OPERATIONS MANAGER

Beste lezers en lezerinnen,

ik heb in de laatste tijd een flink euvel bij elkaar gepend en ik kan u tussen mijn haakjes meedelen dat dit niet altijd van een leien dakje gleed...
Ik heb u altijd kwantiteit van de bovenste schuif willen geven want daar ligt u tenslotte met zijn allen in bij mij.
Het is dan ook met pijn in de borststreek dat ik u even ten vaarwel wuif.
Maar uit het oogpunt is niet uit het hart en ik hoop u dan ook allen heel binnenspoedig te mogen begroeten na mijn gedwongen internatie in de Aga Khan ziekenboeg vanNairobery.
Er is een bijkomende - en hopelijk laatste - geneeskrachtige houdgreep gepland ten einde het incident ten volle achter de ruggengraat te kunnen laten en me hierna zo gezond als een kikkervisje op het gladde ijs van het schrijverschap te kunnen begeven...

Het heerlijke aan kluiten is dat je er zo fijn kunt uit wassen, maar ik hoop toch dat deze keer de pas afgesloten verzekering me uit de nood en de brand zal behelpen.

Hierbij besluitend met hoofse knik en knikkende knieten,

Uw J.

KINDERRIJMPJES....

Nu ik mezelf ge-out heb als trotse papa, kan ik er net zo goed aan beginnen voor ons kindje geboren wordt.
Een paar rijmpjes om kennis te maken met de prachtige natuur van Tanzania.
Helaas kon ik mijn serieux slechts voor een paar gedichtjes hoog houden, daarna draaide mijn hyperactieve brein alweer in de soep....


DE ZEBRA IS VAN HET OUDERWETSE SOORT.
JE ZIET HEM ENKEL ZWART EN WIT.
VAN KLEUREN HEEFT HIJ NOOIT GEHOORD.
IK VRAAG ME AF OF 'T BEEST DAAR NIET MEE ZIT...



DE GIRAF STEEKT HAAR NEK BOVEN 'T MAAIVELD UIT.
MAAR HEEFT ZO VAN DIE LIEVE OGEN
WAARDOOR ZE VAN DE WEERSOMSTUIT
OP BEGRIP VAN ALLE DIEREN KAN BOGEN....



DIE OUWE VIEZE GRIJZE GIER
CIRKELT LAF BOVEN DE GEVECHTEN ROND
EN STORT ZICH DAN MET VEEL PLEZIER
OP DE RESTJES DIE ACHTERBLIJVEN OP DE GROND....



ER LIGT EEN BOOMSTRONK, DOOD EN STIL
IN HET MODDERBRUINE SOP.
HET IS DIE VALSE, SLUWE KOKODRIL
NEE, HAAR GEDULD RAAKT ECHT NOOIT OP....



DE HYENA, VIES EN VUIL EN GOOR
IS DE PARIA VAN HET DIERENRIJK.
HIJ HEEFT HET ZELF NIET EENS ECHT DOOR
EN LACHT ERMEE TERWIJL HIJ WENTELT IN HET SLIJK....



IK BEN DE BLAUWBILGORGEL
MIJN MOEDER WAS EEN PORGEL
MIJN VADER WAS EEN PERULAN
DAAR KOMEN RARE KINDEREN VAN....



AL JAREN SPEEL IK MET D' IDEE
WAT NU HET MOOISTE DIER MAG ZIJN
IS HET DIEPVRIESVIS OF KIPFILET?
OF EERDER HAAN IN RODE WIJN?







donderdag 5 juni 2008

EEN GELUKKIG INCIDENT, DEEL VI

Het ene moment hangt je leven aan een zijden draadje, het andere moment geef je zelf het leven door.
Zo zit ons verblijf hier blijkbaar in elkaar.

Bij mijn bezoek in Belgie in maart heb ik het leuke gezelschap van het meisje W opgezocht.
We hadden een heerlijke tijd samen, zo heerlijk zelfs dat in december onze baby geboren wordt.
Het hele gebeuren was absoluut niet gepland, maar daarom niet minder gewenst.
We kijken er in ieder geval erg naar uit.

Dat we geen doorsnee gezinnetje zullen vormen, staat - gezien de afstand - nu al vast maar het is zeker dat ons kindje een goeie en veilige thuishaven zal hebben....

HET INCIDENT, DEEL V

We stonden hopeloos klem in het ochtendverkeer van Nairobi. Een huilende sirene en draaiende zwaailichten schenen geen indruk te maken op de andere weggebruikers.
Toen we uiteindelijk aan het Nairobihospitaal aankwamen, bleek intensive care volzet te zijn.
Het was hemeltergend te moeten vaststellen dat de ambulanciers op geen enkele manier contact konden opnemen met de klinieken in de buurt.

Meer dan twaalf uur na de kogel werd ik uiteindelijk afgeleverd in het Aga Khan hospitaal.
Ik kwam er gelijk op intensieve terecht waar ik meer dan een maand zou blijven.
De dokters twijfelden - zo bleek achteraf - meer dan eens of ik de avond wel zou halen.
Op bepaalde momenten was mijn koorts zo hoog dat ik afgekoeld werd met vochtige doeken over mijn hele lichaam.
Ik kreeg een ingeklapte long door de ontsteking die zich tussen mijn borstkas en mijn rechterlong genesteld had en de lieve professor Odhiambo legde me vlak voor mijn ontslag uit hoe hij met zijn kolenschoppen van handen letterlijk de etter uit mijn borstkas geschept had.
Dokter Din sprong een gat in de lucht toen hij me mijn eerste woorden hoorde stamelen want hij verwachtte eigenlijk zware beschadiging van strottenhoofd en stembanden....

Het mag dan ook een wonder heten dat ik dit nog allemaal in gezonde toestand kan neerschrijven en daar ben ik god, het lot of wie en wat dan ook nog dagelijks dankbaar voor..

Daarnaast mag ik ook Allison niet vergeten. Hoewel onze relatie eerder onstuimig en op vele momenten zelfs ongezond kon worden genoemd, is ze gedurende twee maand niet van mijn zijde geweken.
's Morgens om half acht zat ze aan mijn bed en 's avonds ging ze pas laat door.
Allison woont nu terug in Amerika en ik wens haar daar het allerbeste...
Daarnaast is er ook mijn schat van een mama en mijn lieve zussen die drie hele dikke kussen verdienen.
Tenslotte ook een hartelijk woord van dank voor de andere familie, voor vrienden en kennissen die elk op hun manier hun steentje bijgedragen hebben...
Bedankt!!!!

dinsdag 3 juni 2008

HET INCIDENT, DEEL IV

Hopelijk heeft u, nieuwe lezer, voldoende tijd want ik wou graag dat u met de post over "ouwe Liborius" begon...


We reden de hele lange, slechte weg tot aan het Selian Hospital.
Als ik ooit de lotto win, betaal ik gelijk voor een asfaltering van die rampzalige vijf kilometer.
Het was een hel dubbel geplooid in een kleine Suzuki te liggen terwijl de chauffeur zo snel mogelijk wilde rijden en we door putten en kuilen hotsten.

In het hospitaal bleek dat dokter Kisanga op vakantie was. Hij was de enige chirurg die naam waardig en zonder hem zou ik er niet meer geweest zijn.
De afrikaanse tamtam deed zijn werk en Pat, het hoofd van FMS, bleef heerlijk kalm en verwittigde iedereen die nodig was met de wijze woorden "er heeft zich een incident voorgedaan".
Ik nam het woord over van hem en het klinkt zo lekker rustig.
Helemaal niet dreigend of gewelddadig...

Pat stond naast me en waste de armen van Allison met een warme doek.
Ze zat tot aan haar schouders onder de bloedspatten.
Pas later had ik het door dat het mijn bloed was.
Ik blies de hele tijd grote bellen van bloed en speeksel, zowel door mijn mond als door het gat in mijn hals en eenmaal in Nairobi werd meer dan twee liter bloed uit mijn rechterlong gepompt.

(Ik verwijt het niemand die nu aan de technische woorden "valse lucht trekken" denkt aangezien ik dat zelf dacht op dat moment.)

Anderhalf uur later kwam dokter Kisanga aan. Hij boog zich over me en het eerste wat ik zag was zijn kleurrijke operatie-mutsje.
Amper een paar dagen ervoor hadden we een marathonsessie "Grey's Anatomy" bekeken waar een dokter in paniek raakte omdat hij zijn fel gekleurde hoofddeksel niet vond.
Ik verwees fluisterend en stamelend naar de grappige gebeurtenis en Allison en ik gierden het uit voor zover dat mogelijk was terwijl de rest van het gezelschap verkoos ernstig te blijven...

Ik werd terug wakker in de ambulance die op weg was naar de luchthaven, alweer over een afschuwelijk slechte weg.
Ezra en Rebecca vlogen me naar Nairobi waar we tegengehouden werden aan de grenscontrole omdat ik mijn paspoort niet bij me had. Dat ik aan het sterven was, deed er niet toe.
Regels zijn er tenslotte om opgevolgd te worden...

HET INCIDENT, DEEL III

Gelieve eerst tot "ouwe Liborius" terug te gaan....


Allison werd met de nog warme loop van de revolver tegen haar slaap meegenomen voor een strooptocht door mijn huis.
De kerels bleven ijzig kalm en hadden geen oren naar de smeekbedes om een dokter te bellen.

Haar plaats werd ingenomen door Rebecca en zij dacht het bloeden te stelpen door mijn luchtpijp dicht te schroeven met haar hand.
Het werd hilarisch toen ik vroeg of ze me wou wurgen maar het arme meisje was zo in shock dat ze zelfs nog eventjes harder neep.

De overvallers doorzochten het huis gedurende drie kwartier. Al die tijd zaten Ezra en Joshua op hun knieen met hun gezicht naar de grond, liep Allison rond met een kerel die dreigde haar van kant te maken als het geld niet snel tevoorschijn kwam en lag ik leeg te bloeden....
Uiteindelijk gingen ze ervandoor. Alles in het hele huis lag op de grond maar de zevenhonderd dollar die in een hoekje van de kast lag, hadden ze niet gevonden.
Verder verdwenen mijn projector en mijn DVD-speler, alle blikjes bier uit de koelkast en mijn goedkope fles whisky. De twee lekkere single malts bleven onaangeroerd.

Het is een vernedering neergeschoten te worden door mannen die niet eens van een heerlijke whisky weten te genieten...

Alle telefoons verdwenen alsook de auto van de piloten.
We waren volledig hulpeloos.
Uiteindelijk kon Ezra zich loswurmen en na wat een eeuwigheid leek, vonden ze de buurman die me naar het hospitaal kon brengen.
Hoe het gebeurde is me nog altijd een raadsel maar ik werd met mijn honderd en vijf kilo op een maasai deken gerold en frele Allison, kleine lieve Zakayo en Joshua droegen me naar buiten.
Het is duidelijk dat schrik of paniek je ongekende krachten geeft....


Nawoord.
Ik krijg enorm veel respons op mijn posts en dat doet me heel veel plezier.
Het is duidelijk dat negen maand na het incident, nog velen erg begaan zijn met me.

Er wordt echter regelmatig verwezen naar frustraties van me afschrijven, angsten uitdrijven, en de hele rimram verwerken.
Het is juist dat de gewelddadige dood van Liborius blijkbaar een trigger was. Op een halve minuut werd er beslist dat ik alles op mijn blog wilde.
Iets waar ik nooit voorheen aan gedacht had.

Het is evenwel niet correct te veronderstellen dat ik haat voel, angstig ben (geweest) of op welke manier dan ook negatief ben beinvloed door de gebeurtenissen.
Op een bepaalde manier ben ik er zelfs dankbaar voor. Maar daarover later meer....

maandag 2 juni 2008

HET INCIDENT, DEEL II

Voor diegenen die eventjes achterlopen met de laatste posts, gelieve te beginnen met twee posts geleden, "ouwe Liborius"...



De uitvoerder van de bevelen van de chef kwam wijdbeens over me staan en wrong mijn armen op mijn rug.

Dat is het moment waar alles fout ging.

Sinds mijn achttiende heb ik mijn rechterschouder een dertigtal keer ontwricht en de schrik voor de volgende keer werkt al even verlammend als de pijn op zich.
Ik smeekte de man mijn armen niet zo ver naar achter de trekken maar daar had ie geen oren naar.
Hij trok mijn schouder uit de kom en ik gilde het uit van de pijn. Hij loste zijn greep en in 1 beweging bracht ik mijn arm weer naar voor omdat ik wist dat dat de oplossing was om alles weer op zijn plaats te krijgen.

Ondertussen was ook al het adrenaline peil tot ongekende hoogtes geklommen en ik gooide de kerel van mijn rug en stond op. Zijn gewicht deed me mijn evenwicht verliezen en ik viel voorover in de richting van de gewapende leider.

Het geluid kwam het eerst.

Een oorverdovende knal gevolgd door een ijzige gil van Allison.

Daarna voelde ik de impact van de kogel.

De chef had van een kleine meter recht door mijn luchtpijp en slokdarm geschoten. De kogel ketste af op mijn ruggegraat en brak tegelijk mijn zevende halswervel.
Iets waar men in het ziekenhuis pas na zeven weken achter kwam.
Ik werd achteruit geslingerd en belandde op mijn rug op de grond.

Mijn enige ongemak die hele tijd was de koude vloer en de kogel die net onder mijn huid zat en me pijn deed.

Voor de rest was er geen pijn, geen paniek, geen schrik...

Ik vertelde Allison dat ze mijn familie en mijn zussen moest verwittigen want dat ik zou sterven....

HET INCIDENT, DEEL I

Lieve lezer,

ik weet niet hoe u hiermee zal omgaan, maar dit wordt niet prettig.
Graag had ik dat u eerst voorgaande post las teneinde beter te begrijpen waarom ik Het Incident wil beschrijven en van me af schrijven.
Het is geenszins mijn bedoeling iemand te choqueren of te bruskeren maar aan de andere kant wil ik de hele historie ook niet verbloemen.

Mensen die geen zin hebben in deze rechtstreekse confrontatie, slaan best wat volgt over.
Daar heb ik alle begrip voor.

Let's give it a shot....
(best toch nog altijd een sausje van humor gebruiken om de bittere nasmaak te verbergen)

De zondagavond was anders dan de vorige.
Ik had gordelroos en daar waar Allison en ik altijd naar het Flying Medical Services-dinner gingen, bleven we nu thuis.
De wondjes jeukten en ik was in een rothumeur.

Met Ezra en Rebecca, de twee piloten van FMS was afgesproken dat ze na het etentje bij mij thuis zouden langskomen voor een ijsje.
Om een uur of negen werd op een vreemde manier aan de achterdeur geklopt.
Argwanend liep ik de gang door en vroeg wie daar was. Er volgde geen antwoord en ik was net van plan om door het raam van de keuken te gaan kijken wat er aan de hand was, toen ik de stem van Rebecca hoorde.
"We zitten midden in een overval", bibberde ze.
Ik dacht er even over om de deur dicht te laten, maar dat bleek geen optie. Onze vrienden stonden buiten en werden bedreigd door panga's en erger en wij zaten binnen als ratten in de val.

Rebecca, Ezra en diens broer Joshua die op bezoek was, hadden getoeterd voor de poort zoals de gewoonte is.
Het duurde eindeloos lang voor de nachtwaker de poort kwam opendoen en Rebecca had de drie mannen al opgemerkt die in de richting van de auto wandelden.
Ze vroeg Ezra om verder te rijden maar de enige mogelijkheid in mijn smalle straatje is om rechtsomkeer te maken en bijgevolg de drie duistere individuen te passeren....
Op dat moment zwaaide de poort open en kon de jeep binnen rijden.
De drie overvallers wandelden evenwel gelijktijdig binnen en hielden onze drie vrienden onder schot.

Ik liet uiteindelijk de uitgebreide delegatie binnen terwijl Morani, de overenthousiaste Rhodesian Ridgeback uitgelaten was met zoveel bezoek.
We moesten allemaal op de grond knielen en ons gezicht naar beneden houden.
Ik was ervan overtuigd dat ik de leider van het trio kende en ik dacht dan ook dat ik hem kon afschrikken door hem dat te vertellen.
Amateurs zouden ongetwijfeld in paniek raken en op de vlucht slaan, zo was mijn redenering.
Helaas hadden we hier met een stelletje te doen dat ijzig kalm bleef.
De chef sloeg de revolver tegen mijn kaaksbeen en duwde daarna de loop tegen mijn slaap om me te overtuigen dat ik misschien beter mijn mond hield.

Iets waar ik ondertussen ook zelf al achter was.
Nummer twee scheurde een Maasai deken in repen en begon iedereen vast te binden aan handen en voeten.
Rebecca vertelde achteraf dat ze zich plots tien keer veiliger voelde toen haar benen tegen elkaar gebonden werden.
De week ervoor werden drie achttienjarige blanke meisjes verkracht door vier klaplopers en dat spookte de hele tijd door haar hoofd...


Dit lijkt me eventjes voldoende, ik doe mijn best vandaag nog terug te zijn.

OUWE LIBORIUS

Gisteren kreeg ik een telefoontje uit Arusha.
Het nieuws was wreed en beangstigend.
Sinds de tijd dat ik werkte in het Via Via cafe kende ik Liborius.
Een doorleefde man vol sappige anecdotes uit de tijd dat Arusha nog een zakdoek groot was.
Liborius woonde al 35 jaar in Tanzania, rookte en dronk te veel maar was tegelijk een vat vol wijsheden.
En zo heb ik ze graag, de mannen en vrouwen uit 1 stuk.

Een paar weken geleden drongen overvallers het huis van de oude man binnen.
Het inwonende meisje dat ergens in de buurt vrijwilligerswerk deed, kon zich verbergen onder een stapel dekens maar Liborius werd door zijn aanvallers achterna gezeten tot in de tuin en daar zwaar verwond met panga's, de hakmessen die we ons nog levendig kunnen herinneren van de genocide in Rwanda.

Liborius werd zieltogend afgevoerd naar Nairobi waar zijn toestand gunstig evolueerde tot hij gisteren opnieuw naar intensieve gebracht werd.
De oude man overleed gisteren....

Sinds het incident - de naam die ik aan de onverkwikkelijke gebeurtenissen van negen maand geleden gegeven heb - sinds het incident dus, heb ik nooit de behoefte gehad er iets over op te schrijven.
Alles leek verwerkt.

Het is een heel dubbel gevoel dat het trieste einde van Liborius me nu plots dwingt alles op te schrijven.
Enerzijds beangstigt het me dat die hele episode blijkbaar helemaal niet achter de rug ligt. Iets waar ik zonder meer van uit ging.
Anderzijds zal de volgende post me misschien helpen om dit alles volledig achter me te laten

Zoals altijd in Afrika, we zien wel....