Elken dag, bij het eerste kraaien van den haan, wrijft Boeloeboeloe welgezind zijn oogskens uit.
Gezwind wipt hij uit zijn beddeken, dat hij deelt met zijn vier broers. Onder het afdak van palmbladeren is zijne moeder al doende met de mais te pletten.
BOENKE BOENKE BOENK, gaat het.
Het is een vertrouwd geluid op de groote plaats, bachten de hut.
Boeloeboeloe lokt Sikje, zijn geliefde geit en hurkt zichzelve naast het bontgevlekte dier.
Zachtjes spreekt hij haar toe wijl de melk in het houten potteken streuzelt.
Moeder maakt - gelijk elken ochtend - een dikke pap van geplette mais met lauwe melk van Sikje.
En of onzen deugniet ervan smult.
Daarna moet ons zwart vriendeken voortmaken. Het is ene lange wandeling naar de school van Pater Langbaard.
Boeloeboeloe zet er flink de pas in.
Tussen de groote boomen stapt hij gezwind het donkere woud in.
In de lommerte zie je onze donkerhuidige vriend bijkanst niet loopen.
Bij een poel, rust Boeleboeloe een wijle.
Hij gooit zijn roksken van blad'ren af en wast zichzelf.
Onze kameraad spettert wat af!!
Ooo, wat een vreugd is het hem alzoo te zien genieten.
Na het bad, wrijft de jongeling zich in met palmolie tot zijn bruin velleken blinkt gelijk eenen spiegel.
Ja, onze sloeber maakt zichzelve graag schoon. Het is een ijdel kereltje.
En verder gaat den tocht tot aan de school alwaar de blanke missionaris onze roetzwarte vriend alles leert over racisme, de Holocaust, Irak, kolonialisme, religieuze onverdraagzaamheid, ja, onze kleine vriend dient dringend beschaving bijgebracht te worden...
3 opmerkingen:
waar haal je het toch vandaan?
Zelfs de oude taal ben je machtig.
het is nog geen half acht 's morgens en ik ben al op kantoor. Mocht jij beseffen hoe oud ik me nu voel, dan zou je inzien dat ik geboren ben nog voor het middelnederlands zich ontwikkelde... Egidius, waer bestu bleven?
Mi lanct na di, gheselle mijn.
Du coors die doot, du liets mi tleven!
zalige post janneken,
ik li hier te rollebollen van het lachen!
dikke kus van je vrindeke
manneke
Een reactie posten