Translate

maandag 7 februari 2011

DE NACHWACHT WACHT WEL...

Tanzania - en bij uitbreiding de rest van Afrika - probeert in hoog tempo de rest van de wereld bij te benen.
Het is natuurlijk niet moeilijk om economische groeicijfers van zes procent voor te leggen als je nergens vandaan komt, maar we doen het toch maar.

Onze geeerde leiders hebben ook beseft dat een goeie infrastrucuur de peiler is waarop een land zijn vooruitgang kan enten en daarom wordt overal keihard gewerkt aan nieuwe wegen, elke keer opnieuw onder de supervisie van een legertje Chinezen.
Hoe die kereltjes van het Verre Oosten aan de bak gekomen zijn, is al een verhaal op zich.
Bejing heeft - als enige wereldgrootmacht - potentieel gezien in Afrika en plukt daar nu overduidelijk de vruchten van.
Wars van alle ethische en politiek correcte westerse denkwijzen hebben ze ongeveer ieder land op dit continent in de armen gesloten, inclusief die ouwe gek van een Uncle Bob in Zimbabwe en het stelletje gestoorde extremisten in Soedan.
De idee hierachter is dat China zaken wil doen zonder zich politiek te moeien.
Uit zo een visie volgt dan ook dat je met het grootste schorem ter wereld mag praten.
Beetje kort door de bocht van onze gele vrienden maar orders binnenhalen doen ze wel natuurlijk...

Dit is hoe ze het aanpakken: ze bieden de regering een stadion aan - voetbal verenigt alle werelden - en eens het gratis voorstel geaccepteerd is, gaan onze bezige bijtjes aan het werk.
Aan zo een rotvaart wordt er gewerkt met de beste materialen en de beste vaklui dat heel spoedig een pracht van een sporttempel verrijst tot grote vreugde van de voetbalgekke Afrikaan.
"Nu we hier toch zijn", zeggen onze Oosterse vrienden, "kunnen we net zo goed een paar wegen aanleggen, een hotel bouwen of wat overheidsgebouwen optrekken."
Een akkoord wordt getekend en hop, daar gaan ze alweer aan de slag met onvermoeibaar enthousiasme.
Het mag logisch zijn dat er - in zulk systeem van doe-voort-en-kijk-niet-om, geen ruimte is voor het welzijn van werklieden, weggebruikers en omwonenden.

Muren worden zonder voorafgaande waarschuwing weggehakt als die in de weg staan; de parallelpiste die aangelegd wordt om het verkeer om te leiden, loopt bij momenten ongeveer door de woonkamer van de omwonenden en gisteravond was de weg zelfs weg.

Om vier uur waren we thuis vertrokken; eerst de brede weg in aanleg oversteken naar de vluchtroute die de biotoop is van de meest onmogelijke verkeersvertragers.
Het lijkt wel of iedere bewoner langs de weg een eigen ontwerpje klaar heeft om het verkeer te vertragen en aldus het stof te reduceren.
Makkelijk rijden is het allemaal niet...

We vertrokken dus op zondag in het daglicht en toen we om halfacht terug naar huis reden, hadden die vlijtige mieren de hele weg verstopt.
Ik begreep er niets van, zag geen steek in een nacht zonder elektriciteit (alweer) en vertrouwde op mijn geheugen van de laatste dagen.
Het bleek allemaal niets uit te halen.
Overal reden radeloze chauffeurs zich vast, raakten brommertjes klem in nieuw gegraven grachten en trachtten enorme trucks grote graafmachines te omzeilen.
Dat we het uiteindelijk toch gehaald hebben, had meer met geluk dan met mijn inzicht in wegenwerken en mijn stuurmanskunsten te maken.
Deze ochtend zag het labyrinth er nog hetzelfde uit.
Benieuwd wat ze vanavond voor me in petto hebben...

1 opmerking:

Sofie zei

en claim maar eens van de verzekering als je in een ditch rijdt..