Translate

zaterdag 27 november 2021

HET OOG WIL OOK WAT (DEEL II)

 




Mevrouw de verpleegster kwam niet op het idee om ook een boodschap na te laten op het antwoordapparaat en Bobbie neemt geen telefoons op van nummers die haar telefoon niet herkent, dus ik zat helemaal klem.

Die ochtend stonden zeventig mensen genoteerd voor een staaroperatie en ik had de eer om die allemaal te zien binnenkomen.
Ze werden welkom geheten door de verpleegster die daarna een korte uitleg gaf aan de chauffeur van dienst. Daarna ging ze heel ostentatief het telefoonnummer noteren als om me te tonen hoe goed ze wel was op haar werk.
De patiƫnt ging zitten en werd vijf minuutjes later opgehaald waarbij het personeel van dienst me heel meelijkwekkend aankeek.
De patiƫnten gingen en kwamen en ik bleef achter, nog altijd vol hoop op een goeie afloop...

Toen we aan nummer 65 waren, vond de verpleegster dat we echt wel actie moesten ondernemen. Ik zat hier tenslotte vijf en een half uur en zo dik bevriend waren we nu ook weer niet.
Dus ging ze te rade bij de dokter die over zijn hart streek en me zijn laatste operatie van de dag liet zijn.

Ik werd uiteindelijk binnengeleid en kreeg de hele ploeg rond mijn bed toen ze hun medeleven kwamen betuigen.

Een nieuwe mevrouw begon aan de papierwinkel.
Eerste stap: noteer de sieraden van het slachtoffer om diefstal te vermijden.
"Ring aan de linkerhand", zegt ze luidop en ik protesteer onmiddellijk.
"Hey juffie,  die ring zit aan mijn rechterhand en je gaat mijn linkeroog beter maken, begrepen?"
Ze hoort de onvrede in mijn stem - wat wil je ook met dit circus hier - en verbetert haar fout op het papier.
Dan gaat er een bandje met mijn naam rond mijn rechterenkel.
Dat wordt vast een kleiner kaartje aan mijn grote teen in het mortuarium, besluit ik terwijl ik me ook afvraag of ze niet beter dat bandje aan de kant van je operatie vastmaken.
Maar goed, wie ben ik om te zeggen hoe het allemaal moet dus hou ik mijn mond.

Dan gaat er een schelp over mijn linkeroog.
Wat een eigenaardige gewoontes hebben ze hier toch, denk ik maar ik zwijg nog altijd beleefd.

"Nu gaan we oogdruppels in je rechteroog doen om dat te dilateren. Makkelijker voor de operatie", zegt die trut.

Ik ga half rechtop zitten en wordt gelijk zachtjes terug op mijn bed geduwd want de dame is getraind op het omgaan met halve gekken.
"Mens", zeg ik, nu met duidelijk te horen woede in mijn stem, "we hebben net nog eens het lesje herhaald. Het is mijn linkeroog."
"LiNkEr"
"Dit hierzo," terwijl ik woedend op het beschermkapje tik.

Mevrouw neemt het papier erbij want helemaal gelooft ze me niet.
We zwijgen allebei terwijl ze de schelp op mijn andere oog doet en het correcte oog dilateert.

Halfhartig biedt ze haar verontschuldigingen aan en dan word ik weggerold.
Voor een appendix of wie weet, de amputatie van mijn rechterbeen.


zondag 21 november 2021

HET OOG WIL OOK WAT (DEEL I)

 Het zal wel allemaal heel geleidelijk gegaan zijn maar plots besefte ik dat ik het nieuws op mijn smartphone aan het lezen was zonder bril.
Bij navraag aan beide ogen, bleek mijn linkeroog heel goed te kunnen lezen maar niet zo goed meer te zijn in het verrekijken.

Aangezien er me tien maand geleden verteld was dat er beginnend staar te zien was ergens binnenin, had ik ook zonder oogarts door dat hier iets moest gedaan worden. Ik stopte dus met staren maar zo werkt dat allemaal niet.




Nu mijn visum voor Nigeria vertraging opliep, belde ik Eyes Associates en hing een zielig verhaal op van blind te eindigen in de eindeloze Afrikaanse steppes die bevolkt waren met allerlei roofdiergespuis.
Dus mocht ik tot mijn verwondering de dag erna langs komen. Mooi en altruistisch, dacht ik altruistisch maar onmiddellijk erna had ik door dat ze eerst nog eens met me langs de kassa wilden passeren voordat ik opgegeten zou worden door een ijsbeer of een kameel.
Zo goed is het nu ook weer niet gesteld met het biologisch inzicht in Amerika.

En ja hoor, zei die vriendelijke dokter Lesher, je hebt beginnend staar en normaal wordt dat niet gedekt door de verzekering maar dit is een geval van hoogdringendheid.

Zo kwam het dat ik een week later om 6.30 's ochtends samen met goeie vriendin Bobbie aan de deur van het hospitaal stond.
Bobbie is tachtig en heeft een wandelrekje maar de verpleegster die op twee meter van de auto stond toen ze deur kwam openen, had daar geen oren naar.
Nee hoor, de chauffeur moest ook naar binnen komen voor een kort gesprekje.

"Goed," zegt de verpleegster, "die halve blinde gaat als eerste onder het mes dus binnen een uur is hij hier weer buiten. Wij bellen je, Bobbie, wanneer de operatie begint en dan kom jij naar hier. Begrepen?"
Bobbie ging gelukkig akkoord en toen moest ik mijn telefoon en al mijn bezittingen afgeven om het zakkenrollen van verdoofde patienten te vermijden.

Mijn vriendin verdwijnt uit het zicht, de verpleegster en ik overlopen de papierwinkel en dan is het tijd voor snijwerk.
Er valt een stilte want de verpleegster beseft dat ze een kapitale fout heeft gemaakt.
"Geef me dat nummer van Bobbie eens," zegt ze met een bibber in haar stem.
"Jullie waren zo zelfzeker aan het praten dat ik dacht dat dat gebeurd was toen ik naar het toilet was," zeg ik.
"En je kent dat nummer niet uit je hoofd?" klinkt het half beschuldigend, "Kan je het opzoeken?"

Ik beslis een aanvraag in te dienen om de gemiddelde waarde van het IQ naar zeventig te verlagen in dit land want we weten alletwee verduiveld goed dat ik mijn telefoon net meegegeven hebt met mijn chauffeur.

"We vinden er wel iets op," zegt de verpleegster maar al snel blijkt dat ze daarvoor op mij rekent.

Dus bedenk ik een plan.
"Als jij nu eens mijn nummer belt, dan neemt Bobbie vast op," zeg ik terwijl ik heel goed weet dat ze nooit ofte nimmer mijn telefoon zal opnemen want dat zou een inbreuk op mijn privacy zijn en zulke dingen doet Bobbie niet, oh neen.

Na een paar onsuccesvolle pogingen - later zag ik dat het er zestien waren in totaal - schakel ik een versnelling hoger.
"Bobbie is hier ook ooit behandeld, misschien vind je haar telefoonnummer wel in je systeem."

Ik word vol verwondering aangestaard en word mentaal tot hoofdresercheur van de FBI bevorderd en mevrouw gaat, zonder succes Bobbie thuis opbellen...


Wordt vervolgd.


woensdag 3 november 2021

OVER DOMBIES EN ZOMPOENEN

 Het is weer dat seizoen wanneer Starbucks uitpakt met 'Pumpkin Spice' om je koffie een smaakje te geven.
Niet dat ik het ooit geprobeerd heb (misschien is het wel heel lekker) want ik verfoei de keten-met-het-zwarte-goud vanuit het diepste van mijn hart.
Elke zichzelf respecterende Amerikaan wandelt, rijdt (en vliegt zelfs, zo zag ik gisteren) met een isomo-beker waarop een plastic dekseltje zit. Binnenin dan zit koffie die heel gewoontjes smaakt maar waar je wel drie dollar voor betaalt.
Ergens, op een bepaald moment, is Starbucks erin geslaagd om Jan Modaal wijs te maken dat hun bruine muk een dusdanig statussymbool is dat je bereid bent om er veel te veel voor te betalen plus dat je het dagelijks nodig hebt.

En na drie minuten gaat de lege beker de vuilnisbak in terwijl de koffieketen zijn winsten telt en toekomstige generaties zullen spelen op een onoverzichtelijke vuilnisbelt.

Goed, herfst en november en een reden voor diezelfde Amerikaan om zijn hele huis te versieren met uitgeholde pompoenen als alles goed gaat maar, meer waarschijnlijk, met opblaasbaar spul uit de supermarkt. 
Spookjes, zombies, afgehakte hoofden en armen; niets is taboe in november. 

Een halfuur rijden van Albuquerque, in het kleine dorpje Moriarty, ligt McCall's pumpkin patch. 
De knakkers van de boerderij verzamelen hun hele winst in de drie weekends voor Halloween want met duizenden zakken we af voor een dag van ongebreideld pompoenplezier.

Zane en ik reden erheen, stonden drie kwartier in de file om te parkeren en gingen ons dan te buiten aan lassowerpen, go-cartrijden en het strelen van scheiten en gapen.
We gleden van banen, verstopten lijken in de mais en verdwaalden in een gigantisch labyrint.

Een geslaagd gebeuren...


















We reden terug naar Albuquerque, net op tijd om te stoppen aan een autoshow voor ons avondmaal.
Er waren Kitkats, Twixen, Reeses, Skittles, Starbursts, Twizzlers en Milk Duds.
Er waren Sour Patches, Sweet Tarts, Laffy Taffies en Butterfingers.

En, o ja, er waren ook auto's en een jongetje van vijf dat besloten heeft dat Ninja zijn beroep zal worden....


















De rooie kever van de familie Gevaert in de jaren stillekes.

Het volgende weekend tenslotte stond in het teken van Boo in the Zoo.
Het mooie aan de gemiddelde Amerikaan, die ik hierboven probeerde neer te halen, is dat ze geen ene moer geven over wat jij denkt dat zij kunnen en mogen doen in het openbaar.
Een beetje een uitbreiding van hun heilige 'vrijheid van meningsuiting' die doorgetrokken wordt naar het vestimentaire.

Ik sleurde een angstige Ninja de kooi in van de ijsberen - training kan nooit vroeg genoeg beginnen - terwijl de rest van Albuqerque er heel nonchalant maar toch uitbundig bijliep.


















En toen, bij het buitengaan, zagen we Albuquerque op zijn mooist!
De blauwe lucht waar ik zo verliefd op geworden ben met de mooiste espenboom ooit...