Translate

woensdag 3 november 2021

OVER DOMBIES EN ZOMPOENEN

 Het is weer dat seizoen wanneer Starbucks uitpakt met 'Pumpkin Spice' om je koffie een smaakje te geven.
Niet dat ik het ooit geprobeerd heb (misschien is het wel heel lekker) want ik verfoei de keten-met-het-zwarte-goud vanuit het diepste van mijn hart.
Elke zichzelf respecterende Amerikaan wandelt, rijdt (en vliegt zelfs, zo zag ik gisteren) met een isomo-beker waarop een plastic dekseltje zit. Binnenin dan zit koffie die heel gewoontjes smaakt maar waar je wel drie dollar voor betaalt.
Ergens, op een bepaald moment, is Starbucks erin geslaagd om Jan Modaal wijs te maken dat hun bruine muk een dusdanig statussymbool is dat je bereid bent om er veel te veel voor te betalen plus dat je het dagelijks nodig hebt.

En na drie minuten gaat de lege beker de vuilnisbak in terwijl de koffieketen zijn winsten telt en toekomstige generaties zullen spelen op een onoverzichtelijke vuilnisbelt.

Goed, herfst en november en een reden voor diezelfde Amerikaan om zijn hele huis te versieren met uitgeholde pompoenen als alles goed gaat maar, meer waarschijnlijk, met opblaasbaar spul uit de supermarkt. 
Spookjes, zombies, afgehakte hoofden en armen; niets is taboe in november. 

Een halfuur rijden van Albuquerque, in het kleine dorpje Moriarty, ligt McCall's pumpkin patch. 
De knakkers van de boerderij verzamelen hun hele winst in de drie weekends voor Halloween want met duizenden zakken we af voor een dag van ongebreideld pompoenplezier.

Zane en ik reden erheen, stonden drie kwartier in de file om te parkeren en gingen ons dan te buiten aan lassowerpen, go-cartrijden en het strelen van scheiten en gapen.
We gleden van banen, verstopten lijken in de mais en verdwaalden in een gigantisch labyrint.

Een geslaagd gebeuren...


















We reden terug naar Albuquerque, net op tijd om te stoppen aan een autoshow voor ons avondmaal.
Er waren Kitkats, Twixen, Reeses, Skittles, Starbursts, Twizzlers en Milk Duds.
Er waren Sour Patches, Sweet Tarts, Laffy Taffies en Butterfingers.

En, o ja, er waren ook auto's en een jongetje van vijf dat besloten heeft dat Ninja zijn beroep zal worden....


















De rooie kever van de familie Gevaert in de jaren stillekes.

Het volgende weekend tenslotte stond in het teken van Boo in the Zoo.
Het mooie aan de gemiddelde Amerikaan, die ik hierboven probeerde neer te halen, is dat ze geen ene moer geven over wat jij denkt dat zij kunnen en mogen doen in het openbaar.
Een beetje een uitbreiding van hun heilige 'vrijheid van meningsuiting' die doorgetrokken wordt naar het vestimentaire.

Ik sleurde een angstige Ninja de kooi in van de ijsberen - training kan nooit vroeg genoeg beginnen - terwijl de rest van Albuqerque er heel nonchalant maar toch uitbundig bijliep.


















En toen, bij het buitengaan, zagen we Albuquerque op zijn mooist!
De blauwe lucht waar ik zo verliefd op geworden ben met de mooiste espenboom ooit...







Geen opmerkingen: