Translate

dinsdag 8 december 2009

EN TERWIJL DE HONDEN BLAFFEN, TREKT DE KARAVAAN VERDER (DEEL I)

Het goeie nieuws over mijn nieuwe werk op donderdag gaf het uitstapje dat gepland stond op vrijdag nog net iets meer kleur.
Axel, mijn goeie vlaamse vriend, kwam me ophalen en ik bracht nog een nacht in alle rust en luxe door in Onsea House. Op zaterdagochtend kwam Hilbrand, het laatste deel van de heilige drievuldigheid ons ophalen en we zetten gelijk koers naar Moshi.
Met Hilbrand hadden we een sterke kracht in ons team.
De Nederlander was geboren in Western Kilimanjaro (zie 1 van de vorige posts) en wou graag gids worden. Het was dan ook logisch dat hij degene was die elk vogeltje en elk dier verscholen in het struikgewas opmerkte en ons dan ook gelijk een volledige en interessante uitleg kon geven.

We gingen lunchen in El Rancho, een logische naam voor een indisch restaurant en ik zou later die nacht nog vaak terug denken aan hun onhygienische keuken toen ik voor de zoveelste keer mijn tent uitmoest voor een plots opkomend en eerder dringend bezoek aan de bush terwijl er ongetwijfeld hongerige hyena's en likkebaardende leeuwen toekeken hoe een kale dikke blanke beschutting zocht achter een armtierig struikje....

In Same - de Pare en Usambara Mountains indrukwekkend aan onze linkerkant - sloegen we linksaf, Kenia tegemoet.
De asfaltweg ging over in een piste.
Het was duidelijk dat het park niet hoog op de lijst stond van de meeste tourcompanies.
We kwamen aan bij de poort en we werden bekeken als een curiosum. Op de laatste twee maand waren er vijftien auto's het park binnengereden.
Het eerste probleem met de gebundelde krachten van het bureautje bleek over ons geld te gaan.
We hadden enkel tanzaniaanse shillings bij, iets wat eerder logisch is in Tanzania, dachten we, maar er moest en zou betaald worden in dollars tenzij we konden bewijzen dat we in het land woonden en werkten.
We hadden geen van drieen ons paspoort mee; het vloeiend kiswahili van Hilbrand maakte geen indruk en het feit dat zowel hij als ik een tanzaniaans rijbewijs op zak hadden werd ook niet als bewijslast aanvaard.
We stonden met zijn allen klem, maar toen streken de goede heren over hun hart en werd na een paar telefoontjes en een wachttijd van een half uur besloten dat we toch binnenmochten.
Terwijl Axel en Hilbrand discussieerden met een paar rangers over de te berijden wegen in dit korte regenseizoen, assisteerde ik de man die de rekening in goeie banen moest leiden.
Toen ik zomaar uit het blote hoofd tot de conclusie kwam dat 26 maal 2 wel 52 moest zijn, en de imposante rekenmachine van de man me nog gelijk gaf ook, werd prompt besloten dat ik wel een ingenieur moest zijn.
Mijn hulp werd dan ook dankbaar aanvaard want met die machines weet je uiteindelijk toch nooit waar je aan toe bent.
Een vol uur later konden we de bedompte lokaaltjes verlaten.

We reden Mkomazi National Park binnen en in tegenstelling tot de naam die "land zonder water" betekent, begonnen we gelijk aan een modderige rally over de paadjes die allang niet meer bereden waren.
Na een half uurtje op weg naar de campsite stonden we vast. Het pad was verdwenen en de hele omgeving leek 1 groot moeras. We reden een stukje terug en verstopten ons achter een struikenrij want kamperen buiten de campsites was verboden.
We maakten kamp en terwijl Hilbrand ons informeerde over de plaatselijke leeuwen zonder manen (uitzonderlijk gevaarlijk) en de luipaarden (besluipen je en bijten je strot over voordat je het beseft), wendden Axel en ikzelf luchthartige nonchalance voor terwijl het hart ons in de keel klopte....

We staken de houtskoolvuurtjes aan, Axel versneed de keniaanse rundsfilet en we openden de eerste fles wijn.
We hadden een prachtig zicht, het diner smaakte overheerlijk en we praatten een eind weg over vanalles en nog wat.
Een kort maar krachtig regenbuitje dwong iedereen in zijn tent en terwijl ik op regelmatige tijdstippen de buitenlucht opzocht om die verdomde Indische kwelduivel uit te drijven, verstreek de nacht...

Geen opmerkingen: