Translate

zondag 20 december 2009

SEX EN GELD IS AL WAT TELT

Toen ik voor het eerst sinds lang nog eens binnensprong bij de firma waar ik tot augustus gewerkt had, was het weerzien met mijn ex-collega's allerhartelijkst.
Iedereen kwam me groeten, informeerde naar mijn leven, vroeg of ik al een nieuwe job in het vooruitzicht had en toen stonden we nog even stil bij de regens in mijn kleine dorpje en de invloed daarvan op de mais van mijn buren...

Tot zover de praatjes met mijn vrienden die het dagelijks onderhoud deden, het wagenpark onderhielden en de trucks laadden.
Helemaal anders verliep het zaakje bij de meisjes van de sales en marketing afdeling.
De dames verdienen nu eenmaal een pak meer en onmiddellijk werden er plannen gesmeed om bij te praten bij een glas.
En nog liever een paar glazen; zo goed kende ik ze ondertussen ook weer wel...

Op donderdagavond spraken we af en op een bepaald moment kwam het gesprek op de verschillende stammen in Tanzania.
Ik heb het al altijd heel interessant gevonden om daar meer meer over te weten en ik had ook al gemerkt dat Tanzanianen het fijn vonden als een buitenstaander iets wist te vertellen over hun afkomst.

Natuurlijk ging het hier veelal om veralgemeningen net zoals wij ervan overtuigd zijn dat alle Fransen leven op een dieet van look, kaas en wijn en Duitsers punctuele droogkloten zijn, maar toch was het interessant te zien op welke manier elke stam zijn naam en faam maakte.
Zo scheen het dat De Chaga van Moshi aan de Kilimanjaro gedreven handelaars waren en dat de Mbulu van net onder de Nogorongorokrater en Lake Eyasi eerder als domme boeren bekeken werden.

De drie jonge dames aan de tafel raakten in een geanimeerd gesprek over hun kwaliteiten als echtgenote.
Ze waren allen gelukkig getrouwd en zouden dat liefst zo houden.
Twee ervan hadden 1 baby en eentje was er zelfs in geslaagd een drieling op de wereld te zetten...

Toen de dames hun stellingen en ideeen poneerden, was ook helaas alweer duidelijk dat ze allen in het buitenland gestudeerd hadden. Zambia, Kenia en Amerika hadden overduidelijk een veel hoger niveau dan het ondermaatse onderwijs in Tanzania.

Hoe meer de glazen bijgevuld werden, hoe meer het chauvinisme de bovenhand nam en hoe meer de jonge dames opschepten over hun kwaliteiten als echtgenote in meer en meer openhartige termen.
Ik zat erbij, maakte me zo onzichtbaar mogelijk en probeerde zoveel mogelijk te onthouden...

Geraldine, pas sinds een paar dagen in het bedrijf was een uitermate knappe verschijning die geboren was in het grensgebied tussen Congo en Oeganda.
Ze was een Wahaya uit Bukoba en die waren - aldus de lichtelijk dronken ambassadrice - gekend voor hun libertijnse opvattingen in bed.
Het woord pervers viel zelfs en terwijl iedereen naar adem hapte, zag ik de twee andere meisjes hun spreekbeurt voorbereiden.
Het was duidelijk dat een man die ooit eens een Wahaya vrouw geproefd had, nooit iets anders meer wou.

Saada, moeder van de drieling, verdedigde haar kleuren.
Zij was een Zaramo van aan de kust, dichtbij Tanga.
Daar werden jonge meisjes voor hun huwelijk naar een bibi, een grootmoeder, gestuurd.
Die bibi was niet hun echte oma maar een vrouw die erin gespecialiseerd was om onwetende wichten in een volle maand van totale afzondering om te toveren tot vrouwen die hun wereld kenden.
Saada weidde uit over het maken van olien met kokos om de voeten van de vermoeide echtgenoot te verzorgen als ie thuis kwam na een dag van hard labeur, over hoe haar bibi haar geleerd had hoe te masseren en over hoe het jonge meisje in kwestie een prinses in de keuken werd.
Bij het volgende glas werd Saada nog meer openhartig en ze vertelde tot onze ontsteltenis over "de truuk met het mes".
Op de dagen van de bedgeheimen was het meisje volledig naakt terwijl de lerares haar uitlegde hoe haar man te behagen.
Een van de didactische momenten werd uitgelegd middels het gebruik van een mes.
Het gevaarlijke wapen werd met het heft in het zand geplant en de leerlinge leerde hoe zich te laten zakken in de richting van het mes terwijl ze de hele tijd kleinere en kleinere cirkels maakte met haar heupen.
De drie aandachtige toehoorders van Saada zagen het hele tafereel duidelijk voor ogen.

Ook Zaina, die in Via Via werkt, is een Zaramo en de dag erna vroeg ik haar naar het verhaal.
Laat ik eerlijk wezen, niet uit journalistieke overwegingen maar gewoon om het hele spannende verhaal nog eens te horen.
Ook Zaina vertelde - uit eigen beweging -hetzelfde.
Het is me wat daar aan de kust, waar de meeste mensen moslim zijn...
Saada sloot haar betoog af met de vaststeling dat mannen wel gek of masochistisch moesten zijn als ze voor iets anders kozen dan voor een vrouw van Tanga.

Ruth tenslotte is een Sukuma uit een streek die over de landsgrens heen tot in Kenia gaat.
Ze zat er wat verslagen bij na de twee tornado's die over onze tafel gepasseerd waren.

"Ach," zei Ruth, "wij Sukuma vrouwen zijn gekend voor onze onvoorwaardelijke liefde en wie zou daar nu niet voor kiezen?"

En daar had niemand van terug....

vrijdag 18 december 2009

MET TWEE NAAR ZEE

George, mijn nachtwaker-tuinier moet het altijd moelijk gevonden hebben dat zijn baas de hele tijd op stap ging terwijl de jongeman zelf aan het huis gekluisterd zat terwijl zijn bijdrage aan de verkenning van Tanzania zich enkel beperkte tot het schoonmaken van de tent en de slaapmatjes....

Tijdens een gesprek vorige week kwam ik tot de vaststelling dat George nog nooit de zee had gezien.
Zijn vriendinnetje Happy - wat zoveel betekent als "zij die nooit lacht" - had verlof van school en zo besloot ik in een overmoedige bui om het jonge stel naar Pangani aan zee te sturen.

Op woensdag polste ik eens voorzichtig of George het hele plan wel genegen was. Ik vroeg hem om er over na te denken en om dan een datum vast te leggen.
Vijf minuten later was George terug. Ze zouden vertrekken op donderdagochtend om zes uur.
"Met die gekke Vlaming weet je nooit," moet ie gedacht hebben, "laat ik hier maar gebruik van maken voordat ie van idee verandert..."

Een goeie vriend van George zou nachtwaker spelen voor de volgende vier nachten en de kerel kwam gelijk twee uur te laat voor onze kennismaking.
Als eerste ontmoeting kon dat tellen en George putte zich uit in verontschuldigingen voor zijn niet zo stipte vriend; hij zag de unieke kans al door zijn vingers glippen....

Op donderdagochtend maakten we alles klaar, tent en alle kampeergerief ging in een grote rugzak; George en Happy propten er nog kleren bij voor de volgende vier jaar en toen raapte de lieve nachwaker al zijn moed tesamen en voeg me om mijn camera.
Dit romantische uitje moest voor het nageslacht bewaard worden.
Ik drukte George op het hart om het ding niet om zeep te helpen en toen verloren we nog een half uur omdat de jongen iets wilde waar hij alleen het Kiswahili woord voor kende.
Uiteindelijk bleek dat hij extra film wilde en nadat ik hem duidelijk had gemaakt dat ie zoveel digitale foto's kon maken als ie wou, was het tijd om te vertrekken.

Het was een meelijwekkende expeditie.

Smalle, frele George hees de rugzak op zijn schoudertjes en verdween ongeveer volledig onder de constructie.
Ik vroeg me af of hij het zou halen tot de bus, tweehonderd meter verder.
Een metertje achter George kwam Happy in beweging.
Ze was duidelijk klaar voor een uitstap naar zee.
Een grijze missiezuster-plooirok en een witte geklede blousse zouden ongetwijfeld de nieuwe trend worden op het strand.
Het geheel werd afgemaakt door een paar saaie witte schoenen met een brede hak en een handtas die haar beste tijd gehad had in de jaren zestig in een doordeweeks vlaams boerendorp.

Ik had ronduit medelijden met de twee tot ze nog eens opkeken alvorens ze de poort uitstapten.
Er was zoveel vreugde en verwachting te zien in de ogen van het stel dat ik me op slag weer helemaal gelukkig voelde met het plan.

Nu enkel nog wachten op de foto's.
Ik popel....

vrijdag 11 december 2009

EN TERWIJL DE HONDEN BLAFFEN, TREKT DE KARAVAAN VERDER (DEEL V)

...Het hoogtepunt evenwel was het bezoek aan de wilde honden...
... nu stond ik eindelijk oog in oog met de sociale, intelligente dieren....

...Tenslotte reden we - net voor de regen uit - terug naar Babu's Camp...
...waar we elk een fantastiche tent toegewezen kregen...

donderdag 10 december 2009

EN TERWIJL DE HONDEN BLAFFEN, TREKT DE KARAVAAN VERDER (DEELIV)

Wie denkt dat de haan een vroege vogel is, denkt best een tweede keer.
Tenminste als ie ooit naar Mkomazi wil.
Het park is een hemel voor vogelliefhebbers maar waarom die gevleugelden op zo'n onchristelijk uur moesten beginnen, is me nog altijd een raadsel.

Dat kwetterde, toeterde, floot en kwinkelde maar raak en toen ook nog de zon begon te branden, waren we al voor zeven uur uit onze tenten.
We maakten koffie, braken het kamp op en reden weg van de moeraskant van het park waardoor we om een uur of tien al bij Babu's Camp stonden, ons onderkomen voor de nacht.
Via Steffi uit Waterloo hadden we een prijsje bedongen dat slechts 20% bedroeg van de normale prijs in de lodge.
Wederom is duidelijk dat een monopolieposite onmiddellijk exorbitante prijzen met zich meebrengt.

We vroegen om een gids en we kregen Frank toegewezen die er verder fanatiek het zwijgen toedeed en duidelijk geen kaas gegeten had van kaartlezen.
Hij stuurde ons steevast de foute kant uit en toen we plots aan de grenspaal met Kenia stonden, hadden wij drieen onmiddelijk door wat het ding was terwijl Frank de enige was die nog niet wist waar we nu precies waren.

Het was ook duidelijk dat Mkomazi nog steeds het jachtgebied van stropers was; we zagen niet veel dieren en TANAPA (Tazania National Parks) besteedde niet veel aandacht aan dit pure stuk natuur maar wat we dan wel zagen, maakte alles weer goed.

Er waren drie steppe arenden (een prachtige tekening op het bruin en met een gigantische spanwijdte), we zagen een stelletje bat eared foxes rennen voor een schuilplaats, hun oren als schoteltjes op hun kopje; verschillende malen die dag spotten we kudu's, een grote en uitermate schuwe hertensoort en 's avonds gingen we op zoek naar het bizarre aardvark.
We zagen waar ie gaten gegraven had om insecten uit dode bomen te halen maar het rare kereltje zelf kregen we niet te zien....

Het hoogtepunt evenwel was het bezoek aan het sanctuary waar wilde honden in gevangenschap werden gehouden om ze later terug uit te zetten in andere National Parks.
Voor mij zijn het altijd fascinerende jagers geweest nadat ik ze eens in een natuurdocumentaire zag en nu stond ik eindelijk oog in oog met de sociale, intelligente dieren ook al leefden ze in afgesloten gebieden.
We kochtten de bewaker om en die opende de poorten voor ons zodat we naar binnen konden, in dezelfde ruimte van de wilde honden.
Het was een heerlijk moment...

Tenslotte reden we - net voor de regen uit - terug naar Babu's Camp waar we elk een fantastiche tent toegewezen kregen.
Ik schrok me nog een hartverzakking toen een monitor lizzard, een reptiel van een goeie meter lang, net de plaats voor mijn openlucht-douche had uitgekozen om te zonnen maar blijkbaar had het voorhistorische monster daar het zelfde gevoel bij en het maakte zich uit de voeten, een en al staart en schubben en gekronkel....

Na een overheerlijke maaltijd en flink wat pousse-cafes, zochtten we onze tent op en na een verfrissende douche 's morgens zetten we weer koers naar Arusha.

Alweer een prachtig weekend...

woensdag 9 december 2009

EN TERWIJL DE HONDEN BLAFFEN, TREKT DE KARAVAAN VERDER (DEEL III)

Om de een of andere ondoorgrondelijke reden is deel II onder deel I terecht gekomen.
Gelieve dus naar beneden te scrollen voor de foto's van het uitstapje...

dinsdag 8 december 2009

EN TERWIJL DE HONDEN BLAFFEN, TREKT DE KARAVAAN VERDER (DEEL I)

Het goeie nieuws over mijn nieuwe werk op donderdag gaf het uitstapje dat gepland stond op vrijdag nog net iets meer kleur.
Axel, mijn goeie vlaamse vriend, kwam me ophalen en ik bracht nog een nacht in alle rust en luxe door in Onsea House. Op zaterdagochtend kwam Hilbrand, het laatste deel van de heilige drievuldigheid ons ophalen en we zetten gelijk koers naar Moshi.
Met Hilbrand hadden we een sterke kracht in ons team.
De Nederlander was geboren in Western Kilimanjaro (zie 1 van de vorige posts) en wou graag gids worden. Het was dan ook logisch dat hij degene was die elk vogeltje en elk dier verscholen in het struikgewas opmerkte en ons dan ook gelijk een volledige en interessante uitleg kon geven.

We gingen lunchen in El Rancho, een logische naam voor een indisch restaurant en ik zou later die nacht nog vaak terug denken aan hun onhygienische keuken toen ik voor de zoveelste keer mijn tent uitmoest voor een plots opkomend en eerder dringend bezoek aan de bush terwijl er ongetwijfeld hongerige hyena's en likkebaardende leeuwen toekeken hoe een kale dikke blanke beschutting zocht achter een armtierig struikje....

In Same - de Pare en Usambara Mountains indrukwekkend aan onze linkerkant - sloegen we linksaf, Kenia tegemoet.
De asfaltweg ging over in een piste.
Het was duidelijk dat het park niet hoog op de lijst stond van de meeste tourcompanies.
We kwamen aan bij de poort en we werden bekeken als een curiosum. Op de laatste twee maand waren er vijftien auto's het park binnengereden.
Het eerste probleem met de gebundelde krachten van het bureautje bleek over ons geld te gaan.
We hadden enkel tanzaniaanse shillings bij, iets wat eerder logisch is in Tanzania, dachten we, maar er moest en zou betaald worden in dollars tenzij we konden bewijzen dat we in het land woonden en werkten.
We hadden geen van drieen ons paspoort mee; het vloeiend kiswahili van Hilbrand maakte geen indruk en het feit dat zowel hij als ik een tanzaniaans rijbewijs op zak hadden werd ook niet als bewijslast aanvaard.
We stonden met zijn allen klem, maar toen streken de goede heren over hun hart en werd na een paar telefoontjes en een wachttijd van een half uur besloten dat we toch binnenmochten.
Terwijl Axel en Hilbrand discussieerden met een paar rangers over de te berijden wegen in dit korte regenseizoen, assisteerde ik de man die de rekening in goeie banen moest leiden.
Toen ik zomaar uit het blote hoofd tot de conclusie kwam dat 26 maal 2 wel 52 moest zijn, en de imposante rekenmachine van de man me nog gelijk gaf ook, werd prompt besloten dat ik wel een ingenieur moest zijn.
Mijn hulp werd dan ook dankbaar aanvaard want met die machines weet je uiteindelijk toch nooit waar je aan toe bent.
Een vol uur later konden we de bedompte lokaaltjes verlaten.

We reden Mkomazi National Park binnen en in tegenstelling tot de naam die "land zonder water" betekent, begonnen we gelijk aan een modderige rally over de paadjes die allang niet meer bereden waren.
Na een half uurtje op weg naar de campsite stonden we vast. Het pad was verdwenen en de hele omgeving leek 1 groot moeras. We reden een stukje terug en verstopten ons achter een struikenrij want kamperen buiten de campsites was verboden.
We maakten kamp en terwijl Hilbrand ons informeerde over de plaatselijke leeuwen zonder manen (uitzonderlijk gevaarlijk) en de luipaarden (besluipen je en bijten je strot over voordat je het beseft), wendden Axel en ikzelf luchthartige nonchalance voor terwijl het hart ons in de keel klopte....

We staken de houtskoolvuurtjes aan, Axel versneed de keniaanse rundsfilet en we openden de eerste fles wijn.
We hadden een prachtig zicht, het diner smaakte overheerlijk en we praatten een eind weg over vanalles en nog wat.
Een kort maar krachtig regenbuitje dwong iedereen in zijn tent en terwijl ik op regelmatige tijdstippen de buitenlucht opzocht om die verdomde Indische kwelduivel uit te drijven, verstreek de nacht...

EN TERWIJL DE HONDEN BLAFFEN, TREKT DE KARAVAAN VERDER (DEEL II)

...We hadden een prachtig zicht...
...want kamperen buiten de campsites was verboden...
... Het goeie nieuws gaf het uitstapje nog net iets meer kleur...
...en we openden de eerste fles wijn...
...en we praatten een eind weg over vanalles en nog wat...

vrijdag 4 december 2009

EEN TWEEDE DIRIGENT BIJ DILIGENT?

Ooit - drie maand geleden - had ik mezelf voorgenomen om er een flinke vakantie van te maken na mijn plotse vertrek op mijn werk.
Op 1 november zou ik met hernieuwd enthousiasme en opgeladen batterijen aan een speurtocht naar een nieuwe job beginnen.
Eind oktober kwam in zicht en de vele uitstapjes, de rust en het aangekondigde bezoek van Jan en Annemarie gaven me een dusdanig comfortabel gevoel dat mijn voorgenomen planning er flink bij inschoot. Het leek me allemaal weinig zin te hebben, dat gedoe met CV's, jezelf te verkopen en interesse te veinzen voor nieuwe kampen die nog meer luxe dan hun concurrenten beloofden aan hun rijke bezoekers.

Sinds enige tijd vertoefde ik regelmatig in het gezelschap van Hayo, een boomlange Nederlander die voordien vijf jaar in China gewoond had.
Volgens mij om die minimensjes in het land van de rijzende zon een minderwaardigheidscomplex over hun lengte aan te smeren alhoewel Hayo nog altijd volhoudt dat ie er ook gewerkt heeft in die tijd.

Mijn gezel in het bespreken en oplossen van de wereldproblemen onder het genot van een goed glas werkt voor Diligent (www.diligent-tanzania.com/), een bedrijf dat onderzoek deed en ondertussen ook al produceert op de markt van de biobrandstoffen.
Het was iets waar ik al lang meer wilde over weten dus ik hoorde Hayo op regelmatige basis uit over hoe dat nu allemaal in zijn werk ging.
Mijn noorderbuur zocht dan weer oplossingen voor de dagdagelijkse gang van zaken in een wereld die nog maar pas de zijne was.
Het werd al gauw duidelijk dat de principes, zeden en gewoonten van Oost-Afrika wel heel flink verschilden dan die in China en daar kon ik Hayo in wegwijs maken.

Vorige week kwam de grote baas van het bedrijf langs. Ruud bleek een goedlachse en een gedreven man te zijn.
We ontmoetten elkaar gisteren voor het eerst in onze favoriete drenkplaats, Via Via, en nog voor Hayo terug aan de tafel was met onze biertjes, had ik al een aanbod van Ruud te pakken om mee in het bedrijf te stappen.
De interesse voor biodiesel was zo groot aan het worden dat Hayo meer de hort op moest. Zambia wachtte, China ook, West Afrika had ook al geinteresseerde vragen laten horen.
Daarom begon ik vier dagen geleden - ook al weet ik dat pas sinds gisteren - aan een nieuwe carriere.
Ik loop drie maand mee met Hayo op half time basis binnen Diligent en neem de lopende zaken over als ie nog maar eens op het vliegtuig stapt.
Als iedereen eind februari tevreden is, neem ik de dagelijkse leiding over van Diligent Tanzania.
Maar voor ik op blote voeten olie ga staan persen in een afgeschreven wijnton, ga ik eerst nog een weekend naar Mkomazi, een totaal ongekend National Park waar nog wilde honden leven.

Daarover volgende week meer...