Translate

zaterdag 29 mei 2021

SUPER-BLOED-BLOEM-MAAN (DEEL II)

 Wat voorafging: we kwamen aan in Silver City waar de enige aanvaardbare activiteit blijkbaar het drinken van verschillende alcoholische versnaperingen was.

Waar ze heen gingen en vanwaar ze kwamen, daar zijn we nog altijd niet achter maar in dit dorpje van 20,000 inwoners was er de hele nacht het zware gebrom van trucks met dieselmotoren.
Na een veel te korte nacht stonden we om 7.30 klaar - ontbijt achter de kiezen en tenten opgeplooid - om diep in de wildernis van het Gila Forest op zoek te gaan naar de vroegere klif-huizen van de Mogollons.

Via een onmogelijk bochtig en smal weggetje kwamen we na anderhalf uur aan bij twee park rangers die voor weken aan een stuk gestationeerd werden aan dit eind van de beschaving.
We kregen de hele rimram voorgeschoteld: geen kauwgum, geen tabak, niets meenemen maar ook niets achterlaten, liefs geen schunnige liedjes in het Vlaams zingen en al helemaal niet in het Engels.
Braaf bevestigden we ons goed gedrag en via een brug kwamen we aan de andere kant van de Gila rivier in het gebied van de Mogollons.

Achtentwintig miljoen jaren geleden was hier een vulkaan in elkaar geklapt die een zogenaamde caldera achterliet. Toen later de gassen van de lava verdwenen, lieten die grote gaten in de rotsen achter.
Daar was het dat onze prehistorische vrienden voor duizenden jaren beschutting zochten.

Rond 1200 dan werd deze omgeving bezocht door de Mogollon. Zij bouwden er muren en versterkten die zelfs met houten stammen. Binnenin hun rotswoningen waren er opslagruimtes, slaapkwartieren en een keuken.
Waarom is nog altijd niet duidelijk maar rond het begin van de veertiende eeuw trokken de Mogollon weer verder. Zij zouden ook de voorvaderen van de lokale pueblo's in New Mexico zijn.

Ik trapte op mijn adem want de rivierbedding had gedurende al die jaren een bed uitgesleten dat vele, vele meters lager lag dan de Mogollon huizen maar het was het allemaal meer dan waard. 


En daar moesten we nog helemaal naartoe...



Jens denkt eraan zijn domicilie hier te zetten.
















Op de terugweg botsten we nog op een stel White Tail deer en uiteindelijk stapten we terug in de auto om het hele stuk naar Vette Katoenboom te rijden.




Geen opmerkingen: