Translate

donderdag 11 december 2008

WIE ZIJN VOETEN SCHENDT, MOET OP DE BLAREN LOPEN, DEEL I

Vreedzaam leven ze samen in Tanzania, de moslims en de christenen. Ik heb er alle bewondering voor, gezien de negatieve berichtgeving die wereldwijd verspreid wordt over religieuze fanatici enerzijds en de moordzuchtige neigingen die me overvallen anderzijds wanneer de muezzin om vijf uur 's ochtends door zijn versterker staat te bleiren en mijn diepchristelijke buren hun hele zondag opofferen om - middels luidkeels geblaat - Ons Here om mededogen te smeken.
Voordeel van een land met twee godsdiensten is wel dat je een pak meer feestdagen hebt.
Maandag en dinsdag was het weer van dat.
Ik had voor het eerst sinds lang vier dagen vrij en ik was vastbesloten mijn tijd zo zinvol mogelijk door te brengen.
Op het feestje van Thanksgiving had ik samen met Ezra, de avontuurlijke vrijwilliger-piloot een plannetje uitgewerkt.
We zouden gaan stappen...
Niet van eettent via bar naar discotheek maar door ongerept Maasai land.

Aangezien Ezra niet tot plannen in staat is en er ook niet om geeft, werd ik op zaterdagochtend op de luchthaven verwacht met een rugzak en tien liter water. Zo ver ging de informatiestroom.
Pat, de president-fondateur van Flying Medical Services vierde in stijl de International Air Day of iets van die strekking.
Het iele mannetje stapte in de kleine zes-zitter en haalde een paar halsbrekende stunts uit boven het kleine luchthaventje.
Alle lokale toeschouwers gingen door het dak terwijl ik me ongerust stond te maken over het veilig verloop van onze vlucht straks.
Je kent ze vast wel, de oudere ooms die maar traag op gang komen op een huwelijksfeest maar daarna niet meer te houden zijn. Terwijl de rust al lang is teruggekeerd, hossen ze nog altijd doelloos rond op de verder lege dansvloer. Traag als een diesel, maar niet meer te stoppen eens ze op kruissnelheid komen.
Ik hoopte maar dat Pat niet van dat kaliber was....

We stegen op en ik zag het zwembad van Tanzania Game Trackers op honderd meter van de landingsbaan. Daarna zorgde mijn opspelende maag ervoor dat ik de rest van de vlucht met toegeknepen ogen volmaakte.
Ezra schreeuwde boven het geluid van de motor uit dat we boven Oldonya Lengai vlogen, de actieve vulkaan van een vorige post en ik opende mijn ogen een seconde.
Net lang genoeg om in de kokende muil van het monster te kijken.
De aanblik droeg niet bij tot rust in mijn ingewanden en ik haastte me dan ook het vliegtuigje uit eens Pat een vlekkeloze landing volmaakte op een met keien bestrooide grasvlakte.

Ezra ontmoette onmiddellijk zijn Maasai-vriend Kadogo.
Uit wederzijdse sympathie hadden de twee jonge mannen de gewoonte opgebouwd om een potje te worstelen als begroeting.
Daar begon Ezra nu ietwat wantrouwig aan.
De uitleg volgde later.
Toen de piloot hier de vorige keer landde, zoals altijd om de twee weken met een dokter en medicijnen, was ie Kadogo onmiddellijk aangevlogen maar hij kreeg de gespierde Maasai niet tegen de grond.
De krijger glibberde de hele tijd uit de houdgreep van Ezra.
De uitleg was eerder onsmakelijk.
Een hyena had een geit uit de boma geroofd en Kadogo was er achteraan gegaan. Eenmaal de rover neergelegd, was de woede van de jongeman nog niet bekoeld.
Hij had zich helemaal ingesmeerd met hyena-vet teneinde de rest van de familie uit te schakelen.
Op die manier kon de morani zijn toekomstige slachtoffers beter besluipen.
Toen Ezra zijn vriend vroeg wanneer dat dan wel allemaal gebeurd was, bleek het vier dagen geleden te zijn.
Al die tijd was Kadogo ongewassen, glibberig en stinkend blijven rondlopen.
Het verhaal verhielp niets aan mijn misselijkheid...

Geen opmerkingen: